Klas 2 - Les 3 - H1.2 Meer en minder realistisch + leeservaring

Welkom! 

  • Ga op je eigen plek zitten.
  • Zorg ervoor dat je telefoon niet
     zichtbaar en hoorbaar is.
  • Pak je spullen er alvast bij:
     Leerboek A, Chromebook,
     schrift Nederlands + etui,
     leesboek
Ga lekker lezen uit je leesboek.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 

  • Ga op je eigen plek zitten.
  • Zorg ervoor dat je telefoon niet
     zichtbaar en hoorbaar is.
  • Pak je spullen er alvast bij:
     Leerboek A, Chromebook,
     schrift Nederlands + etui,
     leesboek
Ga lekker lezen uit je leesboek.

Slide 1 - Tekstslide



  • lesdoelen
  • bespreken opdrachten
  • uitleg theorie 'Meer en minder
     realistisch' + 'Leeservaring
     beschrijven' 
  • maken opdrachten
  • bespreken toets
     Leesvaardigheid
  • checken lesdoelen
Wat gaan we doen?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les weet je wat een verhaal realistisch of
     juist minder realistisch maakt.
  • Aan het einde van deze les weet je wat beoordelingswoorden zijn en
     hoe je deze gebruikt om je leeservaring te kunnen beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

H1.1 Start

Slide 4 - Tekstslide

1.2 De geur van groen
Blz. 12

Slide 5 - Tekstslide

H1.2 De realismelijn
Realistisch
Minder realistisch
Mensen: denken, doen, zeggen
Mensen: wat ze denken, doen, zeggen lijkt onecht 
Omgeving
Verzonnen wereld
Gebeurtenissen
Toevallige gebeurtenissen
Mensen + plaatsen (hebben) bestaan
Verzonnen wezens en fantasiefiguren
Problemen en oplossingen
Onvoorstelbare problemen en oplossingen
Afloop
Te mooie afloop

Slide 6 - Tekstslide

H1.2 Leeservaring beschrijven
Leeservaring beschrijven:
- het lezen doet iets met je;
- je hebt een oordeel over het werk.

Beoordelingswoord = een woord waar een mening in zit. Een beoordelingswoord onderbouw je met een argument en kan twee dingen zeggen:
1. wat het verhaal met je doet.
2. hoe realistisch je het verhaal vindt.






Slide 7 - Tekstslide

Toets Leesvaardigheid
A1/B13 A het onderwerp wordt genoemd
A2/B14 C er wordt een advies gegeven
A3/B10 A informeren
A4/B11 Maar wanneer het socialemediagebruik problematisch was – denk aan ruzie thuis door
   gebruik van sociale media, liegen tegen ouders over de tijd die ze aan sociale medi     
   besteden, verlies van interesse in hobby’s of andere vormen van verslaafd gedrag –, dan
   was er wel een verband met ADHD-symptomen (regel 15-19).
A5/B12 - Het aantal uren dat 13-14-jarigen aan sociale media besteedden (1 punt) en;
   - ADHD-symptomen: concentratieproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit (1 punt).
A6/B18 Veel ouders zijn bang dat hun kinderen misschien wel verslaafd zijn of verslaafd zullen
   raken aan sociale media.
A7/B19a Meisjes
  b Objectief (1 punt), want je kijkt naar onderzoeksresultaten. (1 punt)

Slide 8 - Tekstslide

Toets Leesvaardigheid
A7/B19c Nee, want de tekst gaat over het verband tussen verslaafd gedrag in het gebruik van
   sociale media en ADHD-symptomen, maar in de afbeelding wordt niets gezegd over ADHD
   symptomen. (1 punt) 
A8/B15 zoals/bijvoorbeeld, etc.
A9/B16a door middel van (r. 41)/om (r. 39) 
  b Middel: de test op de website van het Digital Youth-project. 
     Doel: reflecteren op je gebruik van sociale media
A10/B17 Het is dus belangrijk dat ouders, maar ook andere professionals, zoals docenten, alert
     zijn op dalende cijfers (regel 31-32).
A11/B20 Bijv: Eens, want ouders kunnen beter inschatten dan tieners wat wel en niet veilig is. 
A12/B1 B (reacties op) regels tegen ‘te blote’ kleding op school in Heerlen
A13/B2 Alinea 3
A14/B3 Dit verwijst naar ‘Volgens de ... ongepast is’ (regel 7-8). (Brief, nieuwe regels,
      kledingvoorschriften, etc.)

Slide 9 - Tekstslide

Toets Leesvaardigheid
A15/B5a Verder (1 punt)
    b Een opsomming (1 punt)
A16/B7a Nee, dit is een objectieve tekst (1 punt). De schrijver beschrijft de meningen van
       anderen, maar geeft zelf geen mening (1 punt).
    b Ja (1 punt). De school heeft kennelijk een vooroordeel over ‘blote’ kleding: dat die te ‘sexy’
       is en dus afleidt (1 punt).
A17/B4 B N.a.l.v. het invoeren van kledingvoorschriften op...ouders, leerlingen en de school.
A18/B6 Marina van der Wal, want dat is een expert (een opvoeddeskundige).
A19/B8 A - bijzaak (1 punt)                  C - bijzaak (1 punt)
             B - hoofdzaak (1 punt)             D - hoofdzaak (1 punt)
A20/B9 Voorbeeld bij stelling 1: Ik vind kledingvoorschriften een goede oplossing, want dan is
      het voor alle leerlingen duidelijk wat ze wel en niet mogen dragen.

Normering: 35 pt / 3,5 fout is een punt eraf            Stofverkorting: 29 pt / 2,9 fout is een punt eraf

Slide 10 - Tekstslide

Terugblikken lesdoelen
Noem twee elementen die een verhaal minder realistisch maken.

Slide 11 - Tekstslide