Opdracht 2 | Het oude Egypte

M&M M1
Tijdvak 1 Jagers en boeren  - Opdracht 2 | Het oude Egypte
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

M&M M1
Tijdvak 1 Jagers en boeren  - Opdracht 2 | Het oude Egypte

Slide 1 - Tekstslide

De leerdoelen van deze les zijn:
1. het verschil uitleggen tussen veeteelt en akkerbouw.

2. uitleggen waarom de Nijl zo'n belangrijke rivier was voor de Egyptenaren.

3. uitleggen wat irrigatie is.

4. uitleggen waarvoor een piramide gebouwd werden.

Slide 2 - Tekstslide

De landbouw in het Oude Egypte rond 2000 v.Chr. was ingewikkelder dan bij de boeren in Nederland, omdat het land voor een groot deel uit woestijn bestond. Landbouw was alleen mogelijk langs de rivier de Nijl, die ieder jaar overstroomde. Als het water zakte, bleef er een laag slib uit de rivier achter. Dit was vruchtbare grond, waar boeren gewassen op konden verbouwen.

De boeren waren nog steeds afhankelijk van vlees van de jacht, maar ze leerden als snel hoe ze wilde schapen en geiten tam moesten maken. Het houden en fokken van dieren wordt veeteelt genoemd. Akkerbouw en veeteelt samen heten landbouw.

Ook leverde de Nijl drinkwater, vissen en vogels om te eten en was het de belangrijkste verkeersader. Zonder de Nijl was het voor de Egyptenaren bijna onmogelijk om te overleven. Het was dan ook noodzakelijk om de natuur zo veel mogelijk te beheersen door het aanleggen van dammen, dijken en sloten. De sloten werden gebruikt om water naar de akkers te voeren. Dat wordt irrigatie genoemd. De boeren legen de irrigatiewerken aan onder leiding van de farao.

Slide 3 - Tekstslide

1. In welke werelddeel ligt Egypte?

Slide 4 - Open vraag

2. In welk land ontspringt de Nijl?

Slide 5 - Open vraag

3. Hoe lang is de Nijl?

Slide 6 - Open vraag

4. Welk klimaat heeft Egypte?

Slide 7 - Open vraag

5. Leg uit waarom de Oude Egyptenaren niet zonder de Nijl konden.

Slide 8 - Open vraag

6. Op welke drie manieren gebruikte de Oude Egyptenaren de Nijl?

Slide 9 - Open vraag

Het Oude Egypte is een van de oudste samenlevingen ter wereld. Aan het hoofd van de bevolking stond de farao. De farao werd als god op aarde gezien. De Egyptenaren geloofden dan ook in meerdere goden, ofwel zij hadden een polytheïstische godsdienst. Hij stuurde zijn ambtenaren aan. De ambtenaren hielden bij hoeveel graan er binnenkwam en hoe het ging met het bouwen van de piramide. Het grootste deel van de bevolking bestond uit boeren. Daarom noemen wij het Oude Egypte een agrarische samenleving. Wanneer de Nijl overstroomt was, konden de boeren niet werken op het land. De boeren werkten dan aan de bouw van de piramide. De belangrijkste bouwwerken van de Egyptenaren waren piramides, waarin de farao's begraven werden. De Egyptenaren dachten dat de farao na zijn dood opsteeg naar de sterren, van waaruit hij over zijn volk kon waken. De piramide diende als een trap naar de hemel. Het lichaam van de farao werd gemummificeerd, zodat het niet kon vergaan.

Het bouwen van een piramide was een kostbaar karwei, omdat er heel veel mensen voor nodig waren. Het kon wel dertig jaar duren voordat de piramide voltooid was.

Slide 10 - Tekstslide

7. Leg uit waarom de farao's zich in piramides lieten begraven.

Slide 11 - Open vraag

8. Leg uit dat voor het bouwen van piramides een agrarische samenleving nodig was.

Slide 12 - Open vraag

9. Zet de volgende gebeurtenissen uit de afbeelding op de juiste volgorde. Noteer alleen de letter.

Slide 13 - Open vraag

10. Welke god besloot of de zon op of onderging?

Slide 14 - Open vraag

11. Welke god besloot of een dode naar de onderwereld mocht gaan?

Slide 15 - Open vraag

12. Wat deden de Egyptenaren om de goden tevreden te houden?

Slide 16 - Open vraag

Leerdoelen check.
Leerdoel 1: wat is het verschil tussen veeteelt en akkerbouw?

Slide 17 - Open vraag

Leerdoelen check.
Leerdoel 2: noem drie reden waarom de Nijl zo belangrijk was voor de Egyptenaren.

Slide 18 - Open vraag

Leerdoelen check.
Leerdoel 3: wat is irrigatie? En waarom zo belangrijk voor de akkerbouw?

Slide 19 - Open vraag

Leerdoelen check.
Leerdoel 4:

Slide 20 - Open vraag

Leerdoelen check ingevuld?
Ga samen met je talking partner elkaars antwoorden controleren en verbeter elkaar.

Slide 21 - Tekstslide