Prijselasticiteit
1 / 40
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Starbucks of Coffee Company
Starbucks
CC
ik lust geen koffie
Slide 2 - Poll
Wat zal er gebeuren met het aantal klanten voor de CC, wanneer de Starbucks de prijzen verhoogt?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Elasticiteit: ik weet wat het idee is achter dit onderwerp...
Ja!
nou misschien
nee geen idee!
Slide 5 - Poll
Slide 6 - Video
Ik kies voor een scooter met..
met geel plaatje
met blauw plaatje
Kies ik voor iets anders
ik ga lekker lopen
Slide 7 - Poll
Slide 8 - Video
Als ik boodschappen haal, kijk ik naar de prijs van de producten die ik koop...
JA
SOMS
NOOIT(GELD ZAT!)
Slide 9 - Poll
Deze producten koop ik minder als de prijs hoger wordt......
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Video
Na het uitbrengen van deze documentaire zal de vraag naar Fast Food.......
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de berekening van de vorige sheet?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
5. Substitutie goederen zijn goederen die elkaar kunnen vervangen.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Complementaire goederen:
Dit zijn goederen die ....
Dit zijn goederen die ....
A
elkaar aanvullen
B
elkaar vervangen
Slide 19 - Quizvraag
Voorbeelden van complementaire goederen zijn ...
A
een bromfiets en de brandstof voor die bromfiets
B
vakantiereis naar Bonaire en een vakantiereis naar Torremolinos
C
een koophuis en een hypotheek
D
een pakje kauwgom en een zakje drop
Slide 20 - Quizvraag
zijn koffie en thee complementaire goederen?
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
De vraag naar Luxe goederen is
A
Prijs elastisch
B
Prijs inelastisch
Slide 22 - Quizvraag
Voorbeelden van inferieure goederen zijn
A
Coca- Cola
B
Huismerk Cola AH
C
Lays Naturel Chips
D
Huismerk AH naturel Chips
Slide 23 - Quizvraag
Welke goederen nemen af wanneer je inkomen stijgt?
A
primair
B
luxe
C
inferieur
Slide 24 - Quizvraag
Welke aanschaf van goederen neemt toe wanneer je inkomen stijgt?
A
Primair
B
Luxe
C
Inferieur
Slide 25 - Quizvraag
De waarde van een prijselasticiteit (Ev) is -0,2. Deze elasticiteit is
A
inelastisch
B
elastisch
Slide 26 - Quizvraag
De formule van de vraag elasticiteit is
A
Ev = % verandering van de prijs/
% verandering van de hoeveelheid
B
Ev = % verandering van de hoeveelheid/
% verandering van de prijs
C
Ev = % verandering van de hoeveelheid van goed B/
% verandering van de prijs van goed A
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Prijselasticiteit is:
A
Hoe de gevraagde aanbod van een product reageert op een aanpassing van een ander product
B
Hoe de gevraagde hoeveelheid van een product reageert op een verandering in de prijs van hetzelfde product
Slide 35 - Quizvraag
Formule voor berekening van de prijselasticiteit is:
A
% verandering van de prijs/ % verandering van de hoeveelheid
B
% verandering van de hoeveelheid/ % verandering van de prijs
Slide 36 - Quizvraag
Prijsinelastisch is:
A
Wanneer er sprake is van een waarde tussen -1 en 0
B
Wanneer er sprake is van een waarde een getal kleiner dan -1
Slide 37 - Quizvraag
Welk(e) product(en) zijn inelastisch...
A
auto's
B
brood
C
sigaretten
D
vakanties
Slide 38 - Quizvraag
Deze berekening is juist:
A
Nieuw- oud/ nieuw x 100
B
Nieuw- oud/ oud x 100
