Kerntaak 1 I08A/B (28-06)

Kerntaak 1
Joost van der Hagen – j.vanderhagen@rocmn.nl

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Marketing & CommunicatieBeroepsprojectMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Kerntaak 1
Joost van der Hagen – j.vanderhagen@rocmn.nl

Slide 1 - Tekstslide

Doel vandaag
*  Proefexamen
*  Herhaling




Slide 2 - Tekstslide

LessonUp.app

Voer code in

Slide 3 - Tekstslide

Notitie

Slide 4 - Woordweb

Notitie
Een notitie is een zakelijk communicatiemiddel. 

Het taalgebruik is zakelijk. 

Zender en ontvanger
kennen elkaar

Slide 5 - Tekstslide

Notitie
Aanhef
inleiding
Kern
Conclusie
Afsluiting
Datum:


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Waarom doe je geen nieuwe informatie in een notitie?

Slide 8 - Open vraag

Notitie

Slide 9 - Tekstslide

Verkoopkans

Slide 10 - Tekstslide

Verkoopkans

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de marktomvang?
A
Grootte van de vraag in geld
B
Grootte van de vraag in volume
C
Grootte van de vraag in volume of geld
D
Grootte van het aanbod in volume of geld

Slide 14 - Quizvraag

Bij deskresearch vind je:
A
Bestaande informatie
B
Nieuwe informatie
C
Bureau's
D
Zowel nieuwe als bestaande informatie

Slide 15 - Quizvraag

Trends en ontwikkelingen in de markt zijn:
A
Ontwikkelingen die alleen voor jou bedrijf spelen
B
Ontwikkelingen die voor jou en al jou concurrenten spelen
C
Ontwikkelingen die voor jou, je concurrenten en je klanten speelt
D
Ontwikkelingen voor iedereen in het land wat je onderzoekt.

Slide 16 - Quizvraag

Voorbeeld:
"Door Covid zijn er 40% minder horecazaken in het centrum van Utrecht"
A
Marktomvang
B
Marktgroei
C
Segmentatie doelgroep
D
Trend/Ontwikkeling

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een doelgroep?
A
De keeper en verdedigers samen
B
Jou klanten
C
Een groep mensen met dezelfde voorkeuren
D
De respondenten uit je onderzoek

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn de O en T in een SWOT analyse?
A
Dingen waar jou bedrijf goed en slecht in is
B
"binnen" of terwijl binnen het bedrijf.
C
"buiten" of terwijl: ontwikkelingen in de markt
D
Out of Time

Slide 19 - Quizvraag

Kwalitatieve vragen zijn:
A
Vragen met een vast antwoord
B
Vragen zoals: geboortestad en leeftijd
C
Vragen naar gevoel, voorkeur en behoefte
D
Gesloten vragen

Slide 20 - Quizvraag

Wat zet je in een verkoopkans?
A
Hoe je een kans gaat scoren
B
Hoeveel dat kost
C
Wie het gaat uitvoeren?
D
Alle drie (A, B en C)

Slide 21 - Quizvraag

Je verkoopkans moet:
A
SMART doelstellingen hebben
B
Bijdrage aan de winst van de onderneming
C
Activiteiten/kosten en taken bezitten
D
trendgevoelig zijn

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Bedankt!!

Slide 26 - Tekstslide