In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
DNA replicatie
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen vandaag
Je kunt beschrijven hoe DNA replicatie plaatsvindt
Je kunt DNA isoleren (practicum)
Slide 2 - Tekstslide
Op internet staan veel plaatjes van DNA. Heeft de tekenaar van dit plaatje de basen goed getekend?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
DNA-replicatie
Slide 4 - Tekstslide
DNA- replicatie (=verdubbeling)
Een replica maken, een exacte kopie.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Tekstslide
Bouwstenen van replicatie
dGTP
dTTP
dCTP
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Hoe heet het enzym dat nodig is om nieuwe nucleotiden in te bouwen in een DNA molecuul?
A
DNA-synthase
B
DNA-polymerase
C
DNA-helicase
D
DNA-fantastase
Slide 11 - Quizvraag
DNA helicase is het enzym dat...
A
zal zorgen voor de ontwinding van DNA
B
H-bruggen verbreekt
C
houdt de DNA keten open
D
het DNA verdubbelt
Slide 12 - Quizvraag
Zie plaatje: Hoe noemen we de met 'b' aangegeven lijn van het DNA?
A
Okazaki fragment
B
Volgende streng
C
DNA polymerase III
D
Leidende streng
Slide 13 - Quizvraag
Welke streng wordt langzamer gesynthetiseerd?
A
leidende streng
B
volgende streng
Slide 14 - Quizvraag
-Bep zegt dat DNA-replicatie plaatsvindt tijdens de interfase. -Pieter zegt dat na DNA-replicatie een chromosoom uit twee chromatiden bestaat. Wie heeft (hebben) gelijk?
A
Geen van beiden
B
Alleen Bep
C
Alleen Pieter
D
Beiden
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Telomeren
Korter na elke celdeling,
Niet-coderend repetitief DNA (TTAGGG) --> dus er worden geen genen beschadigd
Te kort -> cel kan niet meer delen en ondergaat apoptose (celdood)
Waarom worden ze korter?
RNA primer verwijderd, geen 3' uiteinde, DNA-polymerase kan uiteinde volgende streng niet repliceren
Slide 18 - Tekstslide
0
Slide 19 - Video
Prokaryoten hebben geen telomeren. Leg uit waarom dat zo is.
Slide 20 - Open vraag
vraag 8
Slide 21 - Tekstslide
De replicatie start bij een replicatie startpunt
Helicase verbreekt de waterstofbruggen --> DNA strengen uit elkaar. Er ontstaat een replicatiebel.
single strand binding proteins (SSBP's) voorkomen dat het DNA weer dubbelstrengs wordt.
Primase maakt korte RNA primers die functioneren als startpunt van DNA polymerase
DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde. Langs de leidende streng kan de replicatie onafgebroken doorgaan. Langs de volgende streng worden telkens korte stukken DNA gemaakt, de Okazaki-fragmenten.
RNA primers worden vervangen door DNA nucleotiden
Ligase verbindt alle Okazaki-fragmenten aan elkaar.
DNA replicatie
Slide 22 - Tekstslide
Huiswerk
- lees 4.2 DNA replicatie
- bekijk binas 71M
Slide 23 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt beschrijven hoe DNA replicatie plaatsvindt
Je weet wat de functie van telomeren is.
Je kunt uitleggen op welke manieren de basenvolgorde kan worden bepaald.
Je kunt uitleggen hoe met een bekende basenvolgorde DNA-analyse uit te voeren en verwantschap aan te tonen.
Slide 24 - Tekstslide
DNA-technieken
PCR - DNA vermeerderen
gelelektroferese - bepalen nucleotidevolgorde
Slide 25 - Tekstslide
PCR (polymerase chain reaction) = kunstmatige DNA replicatie
doel: DNA
vermeerderen
Slide 26 - Tekstslide
PCR (kunstmatige DNA replicatie)
DNA verhit, DNA strengen gaan uit elkaar (denaturatie)
Primers hechten zich aan DNA strengen
DNA-polymerase gaat vanaf primer op 3'-uiteinde keten verlengen
Twee dubbele strengen ontstaan
Slide 27 - Tekstslide
PCR: welke twee primers kunnen gebruikt worden voor replicatie van dit gen?
A
5' ATA 3'
5' GCC 3'
B
3' ATA 5'
3'GCC 5'
C
3' TAT 5'
3' GGG 5'
D
5' TAT 3'
5' GGG 3'
Slide 28 - Quizvraag
Hoeveel PCR-cycli zijn weergegeven in tabel 71M?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 29 - Quizvraag
Wat is niet waar over het telomeer?
A
Celdeling is beperkt door de lengte van telomeren
B
De telomeerlengte kan verlengen tijdens het leven.
C
Een telomeer bevat geen coderend DNA
D
Een telomeer is een deel waarin repetitief DNA ligt.
Slide 30 - Quizvraag
doel: bepalen nucleotide-
volgorde
Slide 31 - Tekstslide
Aan de slag!
Lees de tekst bij 79 t/m 82
Maak de opdrachten 12, 13 en 14
Slide 32 - Tekstslide
DNA fingerprinting
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Video
Welk kenmerk van ons erfelijk materiaal is niet universeel bij levende organismen?
A
De aaneenschakeling van desoxyribose en fosfaat
B
De aanwezigheid van 4 basen: A, C, T en G
C
De aanwezigheid van twee complementaire strengen
D
De sequentie van de nucleotiden
Slide 36 - Quizvraag
In welk deel van de celcyclus vind DNA replicatie plaats?