Stunde Deutsch online 01.06.21

Was gibt es heute?
  • Rückblick ⌚ 5 Min.
  • Lernziel  ⌚ 1 Min.
  • Grammatik: Grammatik Mehrzahl der Substantive  ⌚ 5 Min.
  • Üben ⌚ 15 Min. (Hausaufgabe)
  • Informelle E-Mail Aufträge beenden ⌚25 Min.
  • Das Ende und die Vorschau ⌚ 5 Min.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Was gibt es heute?
  • Rückblick ⌚ 5 Min.
  • Lernziel  ⌚ 1 Min.
  • Grammatik: Grammatik Mehrzahl der Substantive  ⌚ 5 Min.
  • Üben ⌚ 15 Min. (Hausaufgabe)
  • Informelle E-Mail Aufträge beenden ⌚25 Min.
  • Das Ende und die Vorschau ⌚ 5 Min.

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel 1
Aan het einde van de les kun je de mannelijke zelfstandige naamwoorden in de meervoudsvorm zetten 
Minimumdoel: je kent de hoofdregel woord + e en weet wanneer de zwn onveranderd blijven.

Slide 2 - Tekstslide

Lernziel 2
Aan het einde van de les kun jij een informele e-mail schrijven volgens de regels.

Minimumdoel: je kent de structuur, gebruik van hoofd- en kleine letters, komma's 

Slide 3 - Tekstslide

Plural
de meervoudsvormen

Slide 4 - Tekstslide

2 dingen waar je op moet letten bij het maken van het meervoud van znw?

Slide 5 - Open vraag

Welk lidwoord krijgen zelfstandige naamwoorden in het meervoud?

Slide 6 - Open vraag

Die wichtigsten Plural-Regeln

Slide 7 - Tekstslide

Mannelijk 
bij de meeste der-woorden wordt een -e achter het woord gezet + Umlaut (AUtO)

Slide 8 - Tekstslide

Zum Beispiel:
der Schrank --> die Schränke
der Grund --> die Gründe
der Wolf --> die Wölfe
der Tisch --> die Tische

Slide 9 - Tekstslide

der Teil
A
die Teile
B
der Teile
C
die Teilen
D
einen Teil

Slide 10 - Quizvraag

der Kopf
meervoudsvorm
A
die Kopfe
B
die Köpfe
C
der Köpfe
D
ein Kopf

Slide 11 - Quizvraag

MANNELIJK
De meeste der- woorden (maar ook das woorden) die eindigen op -el, -er, en, blijven in het meervoud onveranderd.

Slide 12 - Tekstslide

Zum Beispiel
der Lehrer --> die Lehrer
der Körper --> die Körper 
der Schlüssel --> die Schlüßel

Slide 13 - Tekstslide

het meervoud van
der Schlüssel
A
ein Schlüssel
B
die Schlüssele
C
die Schlüssel
D
die Schlüssels

Slide 14 - Quizvraag

het meervoud van
der Bürger
A
der Bürgern
B
die Bürgere
C
ein Bürger
D
die Bürger

Slide 15 - Quizvraag

Mannelijk (maar ook vrouwelijk en onzijdig)
Achter woorden die internationaal worden gebruikt (in andere talen), wordt in het meervoud een -s gezet.

Slide 16 - Tekstslide

Zum Beispiel
der Chef --> die Chefs
die Kamera --> die Kameras
das Niveau --> die Niveaus

Slide 17 - Tekstslide

Mannelijk (maar ook vrouwelijk en onzijdig)
Bij woorden die eindigen op -tum, wordt het einde veranderd in - tümer 

Slide 18 - Tekstslide

mannelijk (maar ook vrouwelijk en onzi

Slide 19 - Tekstslide

zum Beispiel
der Reichtum --> die Reichtümer 

Slide 20 - Tekstslide

het meervoud van
der Irrtum
A
die Irrtümer
B
die Irrtüme
C
ein Irrtümer
D
die Irrtumer

Slide 21 - Quizvraag

Ausnahmen (uitzonderingen)
siehe Grammatik Reader LJ2 Seite 18

(Teams / bestanden/ Readers)

Slide 22 - Tekstslide

Gibt es Fragen? 





stell die Frage in Teams

Slide 23 - Tekstslide

Bekijk de volgende video uitleg
voordat jij begint opdrachten te maken.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Mache gleich, brauchst du zu Hausen nicht zu tun


Übung 1 (a & b) , Seite 21-22
Grammatik Reader LJ2 (in Teams of  printversie)



Slide 26 - Tekstslide

Hausaufgabe 
  1. Übung 1 (a & b) , Seite 21-22 ünbedingt machen
  2. E-Mail Aufträge (vandaag inleveren, mits nog niet gedaan!!!)
  3. GPS lesblok 3 volgens de planning

Slide 27 - Tekstslide

Gibt es Fragen??

Slide 28 - Tekstslide