H7.2a

Wat je kun je na de les?
  • Je kunt het verschillen tussen een molecuul  en een atoom uitleggen
  • Je kunt de bouw van een atoom uitleggen.
  • Je kunt effecten van ioniserende straling benoemen.
  • Je kunt de begrippen radioactieve stoffen, instabiele kern, stabiele kern en isotoop beschrijven.

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat je kun je na de les?
  • Je kunt het verschillen tussen een molecuul  en een atoom uitleggen
  • Je kunt de bouw van een atoom uitleggen.
  • Je kunt effecten van ioniserende straling benoemen.
  • Je kunt de begrippen radioactieve stoffen, instabiele kern, stabiele kern en isotoop beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Moleculen en Atomen
Wat is het verschil tussen een atoom en een molecuul?

Kijk het filmpje en beantwoord deze vraag

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Slide 4 - Link

Ontleden van Water
  • Wat kun je ontleden in zijn elementen.
  • Een element kun je chemisch niet verder ontleden.
  • Een element kan maar uit 1 atoomsoort bestaan.

Waterstof komt dus altijd voor als H2 maar er zijn ook elementen die maar uit 1 atoom bestaan, zoals Koolstof (C).

Slide 5 - Tekstslide

  • Open de applet
  • Selecteer 'Atoom'
  • Bekijk de vragen en probeer het antwoord te ontdekken door middel van de applet

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Atoom bouwen
Bouw met protonen neutronen en elektronen een atoom.
  1. Wat verandert als je er een proton bij doet?
  2. Wat verandert als je er een neutron bij doet?
  3. Wat verandert er als je er een elektron bij doet?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Radioactiviteit
Radio = Zenden  --> dus 'Actiefzenden'
Sommige stoffen geven spontaan (zelf) ioniserende straling af.
  • De kern is dan instabiel
Wat is ioniserende straling?
  • Dit is straling die atomen kapot kan maken.
  • Stoffen die ioniserende straling uitzenden noemen we radioactief.

Slide 10 - Tekstslide

Ionen
Ion = geladen atoom (elektronen teveel of te weinig)
Straling kan atomen ioniseren

Slide 11 - Tekstslide

Hoe verder je naar rechts gaat hoe groter het Ioniserend vemogen is. Dat betekent dat UV-licht atomen kapot kan maken

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Maken van H7.2 opdracht 16, 18, 20, 26 en 27

Slide 13 - Tekstslide

De lading van een Proton is:
A
Positief
B
Negatief
C
Neutraal

Slide 14 - Quizvraag

De kern van een atoom vind je ...
A
Elektronen en Neutronen
B
Protonen en Elektronen
C
Protonen en Neutronen
D
Protonen, Elektronen en Neutronen

Slide 15 - Quizvraag

Welk deeltje heeft een neutrale lading?
A
Proton
B
Elektron
C
Neutron

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een Isotoop?

Slide 17 - Open vraag