Hoofdstuk 8 Paragraaf 1 Atomen als stralingsbron

Hoofdstuk 8 Paragraaf 1 Atomen als stralingsbron
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8 Paragraaf 1 Atomen als stralingsbron

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Leerdoelen
Paragraaf 1: Atomen als stralingsbron.

8.1.1 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met ‘natuurlijk radioactief’ en ‘kunstmatig radioactief’.
8.1.2 Je kunt het verschil toelichten tussen de moleculen van een verbinding en de moleculen van een element.
8.1.3 Je kunt beschrijven hoe atomen zijn opgebouwd uit drie verschillende kleinere deeltjes.
8.1.4 Je kunt de overeenkomsten en de verschillen noemen tussen de isotopen van één element.


Slide 3 - Tekstslide

ioniserende straling

Sommige stoffen stralen ioniserende straling uit.

Deze straling zorgt ervoor dat de bouwstenen van de moleculen veranderen : de atomen veranderen.

Slide 4 - Tekstslide

Radioactieve stoffen

Henri Becquerel ontdekt dat sommige stoffen ioniserende straling hebben in 1896.

Hij noemt dit Radioactief.



Slide 5 - Tekstslide

Natuurlijk radioactief

Overal om je heen vindt je kleine hoeveelheden radioactieve stoffen dit noem je natuurlijk radioactief.

Slide 6 - Tekstslide

Kunstmatig radioactief
We kunnen sinds de ontdekking ook zelf stoffen radioactief maken we noemen dat kunstmatig radioactief.

Dit wordt veel gebruikt in ziekenhuizen. 

Slide 7 - Tekstslide

Kan je straling zien?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Is er altijd en overal straling?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Is straling altijd gevaarlijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

moleculen en atomen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

ingezoomde atoom
Als we inzoomen op een atoom zien we dat om de atoomkern elektronen zweven. 

Deze zijn negatief elektrisch geladen.

Slide 14 - Tekstslide

atoomkern
De kern is opgebouwd uit 2 onderdelen namelijk neutronen en protonen

De protonen zijn negatief geladen (tegenovergestelde van elektronen)

Neutronen zijn neutraal geladen (dus niet positief maar ook niet negatief)


Slide 15 - Tekstslide

atoom

elektronen: negatief geladen

Protonen : positief geladen

Neutronen: neutraal geladen

Slide 16 - Tekstslide

Bouw van een atoom

Slide 17 - Tekstslide

bepaling onderdelen atomen (som)

In het periodiek systeem kan je vinden van Oxygen (oxide) atoom nummer 8 heeft. 

Dit betekend dat hij 8 protonen heeft. 

Het aantal protonen is gelijk aan elektronen. 
Dus hij heeft ook 8 elektronen.


Slide 18 - Tekstslide

Binas tabel 34
Koolstof heeft atoom nummer 6 
Dus 6 protonen en 6 elektronen.

Slide 19 - Tekstslide

Koolstof
Je kan nu dus bepalen hoeveel deeltjes protonen en elektronen er in een atoom zitten maar je kan ook bepalen hoeveel deeltjes er totaal in zitten. 

Het atoommassa geeft ongeveer aan hoeveel protonen en neutronen het atoom heeft

Koolstof heeft 6 protonen en atoommassa 12.
12-6 = 6 --> dit betekend dat hij 6 neutronen heeft. 

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de massa van
één atoom Koolstof?
A
6
B
12
C
26
D
54

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel neutronen heeft
een atoom fosfor?
A
9
B
15
C
16
D
31

Slide 22 - Quizvraag

isotopen


Soms komen in de natuur verschillende samenstellingen van atomen voor. De atoommassa verschilt dan, je noemt dit isotopen.

Koolstof heeft verschillende isotopen. Om het atoommassa duidelijk aan te geven schrijf je achter het atoom dit.




C-12
C-13
C-14

C-14 heeft ioniserende straling de andere 2 niet. 

Slide 23 - Tekstslide

Isotopen

Slide 24 - Tekstslide

Isotopen

Slide 25 - Tekstslide

Hoeveel elektronen heeft He-4?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de atoommassa van He-4?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 27 - Quizvraag

Wanneer een stof radioactief is gemaakt door de mens
A
Natuurlijk radioactief
B
kunstmatig radioactief

Slide 28 - Quizvraag

Een stof die uit meerdere soorten atomen bestaat
A
Verbinding
B
Element
C
Voorwerp

Slide 29 - Quizvraag

De blauwe bolletjes in de tekening hiernaast geven
A
protonen weer
B
neutronen weer
C
elektronen weer

Slide 30 - Quizvraag

De rode bolletjes geven
A
protonen weer
B
neutronen weer
C
elektronen weer

Slide 31 - Quizvraag

Het atoomnummer van dit atoom is
A
3
B
6
C
7
D
10

Slide 32 - Quizvraag

Dit Isotoop is
A
36lithium
B
37lithium

Slide 33 - Quizvraag

Het massagetal van dit isotoop is
A
3
B
6
C
7
D
10

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Huiswerk

Maken Hoofdstuk 8 paragraaf 1 Atomen als stralingsbron.


Slide 37 - Tekstslide