In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Wat weten we nog?
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een relatief marktaandeel?
A
een makelaar verkoopt een kwart van alle huizen die in een jaar verkocht zijn
B
een makelaar verkoopt de helft meer huizen dan zijn grootste concurrent
C
een makelaar verkoopt een vijfde meer huizen door de economische groei
D
een makelaar verkoopt net zoveel huizen als vorig jaar
Slide 2 - Quizvraag
Bij welke marktvorm heeft de aanbieder een aantal concurrenten, bijvoorbeeld de Albert Heijn
A
monopolie
B
oligopolie
C
monopolistische concurrentie
D
volledige mededinging
Slide 3 - Quizvraag
Thuisbezorgd brengt eten bij mensen thuis. Van welke marketingvorm is dit een voorbeeld?
A
business-to-businessmarketing
B
consumentenmarketing
C
dienstenmarketing
D
handelsmarketing
Slide 4 - Quizvraag
Eén van de fases in het marktonderzoekproces is het opstellen van een onderzoeksplan.
Wat is de volgende fase in het marktonderzoeksproces?
A
Analyse en interpretatie
van gegevens
B
Probleemanalyse
C
Rapportage
D
Verzamelen van gegevens
Slide 5 - Quizvraag
Wat is primaire data?
A
data die je uit deskresearch haalt
B
data die al bestaat
C
data die snel te vinden is
D
data die je zelf hebt verkregen
Slide 6 - Quizvraag
Primaire data
Secundaire data
Fieldresearch
Deskresearch
Interview
Artikel uit de krant
relatief goedkoop
kost relatief veel tijd
Slide 7 - Sleepvraag
Bij welke methode van onderzoek is beïnvloeding van de uitkomsten door de onderzoeker niet mogelijk?
A
Experiment
B
Panel
C
Observatie
Slide 8 - Quizvraag
'Een groep personen waarvan de leden een oordeel uit mogen spreken over een product, dienst of idee.' Wat is hier beschreven?
A
Groepsdiscussie
B
Panel
C
Observatie
D
Experiment
Slide 9 - Quizvraag
Bij dit onderzoek wordt gekeken naar het effect op de omzet van 2 verschillende lay-out van een app
A
Groepsdiscussie
B
Panel
C
Experiment
D
Observatie
Slide 10 - Quizvraag
'Hoeveel % van de studenten haalt in 3 jaar hun diploma?' Wat voor soort onderzoek is dit?
A
Verkennend onderzoek
B
Beschrijvend onderzoek
C
Verklarend onderzoek
Slide 11 - Quizvraag
Een installatiebedrijf heeft de volgende onderzoeksvraag. ‘Welke factoren hebben invloed op de tevredenheid van onze klanten?’ Welk soort onderzoek past bij deze vraag?
A
Beschrijvend onderzoek
B
Verkennend onderzoek
C
Verklarend onderzoek
Slide 12 - Quizvraag
Hoe herken je een verklarend onderzoek in een onderzoeksvraag?
A
'waarom'
B
'wat'
C
'wie'
D
'welke'
Slide 13 - Quizvraag
Gedifferentieerd
Ongedifferentieerd
Geconcentreerd
Slide 14 - Sleepvraag
Wat zijn kenmerken van een dienst?
A
gelijktijdige productie en afname, onvergankelijk
B
tastbaar en onvergankelijk
C
vergankelijk en gelijktijdige productie en afname
D
nadruk op maatwerk en tastbaar
Slide 15 - Quizvraag
Welke fase van het onderzoeksproces komt na de probleemanalyse?
A
Analyseren en interpreteren van de gegevens
B
Verzamelen van de gegevens
C
Opstellen onderzoeksplan
D
Rapportage
Slide 16 - Quizvraag
Welk kenmerk hoort bij een gestructureerd interview?
A
Biedt veel ruimte om door te vragen.
B
De volgorde van de vragen kan worden aangepast.
C
De vragen liggen van te voren vast.
D
Heeft een vrije opzet
Slide 17 - Quizvraag
Veldonderzoek
Bureauonderzoek
primaire gegevens
secundaire gegevens
interview
literatuur
Slide 18 - Sleepvraag
Een schaatsenfabrikant voert onderzoek uit. De centrale vraag luidt: ‘Waarom is de afzet van schaatsen in het noorden hoger dan in het zuiden?’. Welk soort onderzoek past bij deze vraag?
A
Beschrijvend
B
Verkennend
C
Verklarend
Slide 19 - Quizvraag
Bij welk soort onderzoek wil je erachter komen welke prijs de klant bereid is te betalen?
A
Benchmarking
B
Prijsanalyse
C
Afnemersanalyse
D
Concurrentieanalyse
Slide 20 - Quizvraag
Een manager van een restaurant krijgt regelmatig klachten over de onvriendelijkheid van de bediening. Met wat voor soort marktonderzoek kan de manager inzicht in de klachten krijgen?
A
Afnemersanalyse
B
Koopgedraganalyse
C
Productevaluatie
D
Klanttevredenheidsonderzoek
Slide 21 - Quizvraag
Welk begrip gebruik je om aan te geven of een vraag meet wat je wilt meten?
A
Betrouwbaarheid
B
Nauwkeurigheid
C
Representativiteit
D
Validiteit
Slide 22 - Quizvraag
Een installatiebedrijf heeft de volgende onderzoeksvraag. ‘Welke factoren hebben invloed op de tevredenheid van onze klanten?’ Welk soort onderzoek past bij deze vraag?
A
Beschrijvend onderzoek
B
Verkennend onderzoek
C
Verklarend onderzoek
Slide 23 - Quizvraag
Een fabrikant van koffiemachines wil graag weten hoe het bedrijf ervoor staat ten opzichte van andere organisaties in dezelfde branche. Welke vorm van onderzoek moet het bedrijf hiervoor uitvoeren?
A
Afnemersanalyse
B
Benchmarking
C
Leveranciersonderzoek
D
Prijsonderzoek
Slide 24 - Quizvraag
Een onderzoek is betrouwbaar als ..
A
het dezelfde uitkomst heeft bij eenzelfde onderzoek
B
de steekproefpopulatie groot genoeg is
C
er een enquête op basis van literatuur is opgesteld
D
de resultaten maximaal 5% afwijken
Slide 25 - Quizvraag
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Probleemanalyse
SWOT-analyse
Strategische opties
Strategische keuzes
implementatie
Evaluatie
Slide 26 - Sleepvraag
Ansoff heeft 4 groei strategieën bedacht. Als je je bestaande klanten door middel van marketing stimuleert om meer sportvoeding te kopen is er sprake van
A
Diversificatie
B
Marktontwikkeling
C
Marktpenetratie
D
Productontwikkeling
Slide 27 - Quizvraag
Welke verkoopstrategie kost het minste?
A
Marktpenetratie
B
Marktontwikkeling
C
Productontwikkeling
D
Diversificatie
Slide 28 - Quizvraag
Wat betekent kannibalisatie binnen de marketing?
A
De verkoop van het nieuwe product gaat ten koste van soortgelijke producten in het assortiment.
B
Als het nieuwe product op de markt komt, worden soortgelijke producten in het assortiment uit de markt gehaald.
C
De verkoop van het nieuwe product versterkt de verkoop van soortgelijke producten in het assortiment.