9.4 les 2

Schooljaar 2022 -2023
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schooljaar 2022 -2023

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Planning tweede periode

Slide 3 - Tekstslide

Deze les:
- Terugblik vorige les 9.4
- Uitleg overige leerdoelen 9.4
- Zelfstandig werken en oefenen 9.4
Huiswerk vrijdag 11 november:
Maken + nakijken:  9.4 1 t/m 22
Leren: bron 2, 4 en 6 + begrippen

Slide 4 - Tekstslide

boek: blz 184 - 194 + aantekeningen vorige les
vorige les
deze les

Slide 5 - Tekstslide

Wat is antigen?
Is het eiwit op de buitenkant van de bloedcel. Dit is het antigen A, B, of geen. Dit leid tot bloedgroep
A     = antigen A
B     = antigen B
AB  = antigenen  A en B
O     = geen antigenen
Wat is antistof?
Je wittebloedcellen maken antistoffen tegen lichaamsvreemde antigenen.
Bloedgroep A maakt tegen B antistoffen (anti B)
Bloedgroep B maakt tegen A antistoffen (anti A)
Bloedgroep AB maakt geen antistoffen
Bloedgroep O maakt tegen A en B antistoffen (anti A en anti B)

Slide 6 - Tekstslide

Bloedgroep
Antigen
Antistof
A
B
AB
O
Sleep de bloedgroep, antigenen en antistoffen naar de juiste plek.
A
B
A & B
Geen anitgenen
Anti A
Anti B
Anti A & B
Geen antistoffen

Slide 7 - Sleepvraag


Welke van de 4 rode bloedcellen hoort bij bloedgroep O?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag


Het paarse rondje en groene pijltje stellen antigenen voor.
Groene pijltje = antigeen A
Paarse rondje = antigeen B
 Bij welke rode bloedcel(len) kun je antistof A terugvinden?
A
1
B
2
C
4
D
1 en 4

Slide 9 - Quizvraag


Wat maken de wittebloedcellen als iemand met bloedgroep A in aanraking komt met bloedgroep AB?
A
Anti-B
B
Anti-A
C
Anit-A & Anti-B
D
Er worden geen antistoffen gemaakt.

Slide 10 - Quizvraag

Je kunt mogelijke bloedtransfusies weergeven in dit pijl-schema. Vul deze in.
pijl = kan doneren aan

Slide 11 - Sleepvraag

blz 187

Slide 12 - Tekstslide


Julia laat testen welke bloedgroep ze heeft. 
Ze nemen een druppel bloed en druppelen hier anti-A en anti-B in. Ze zien dat haar bloed klontert bij als er anti-B in komt, bij anti-A gebeurd er niets.
Welke bloedgroep heeft ze?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 13 - Quizvraag


Max laat zich ook testen.
Ze nemen een druppel bloed en druppelen hier anti-A en anti-B in. Ze zien dat haar bloed niet gaat klonteren (zie afbeelding) Welke bloedgroep heeft Max?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 14 - Quizvraag

blz 190 - 191

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide


Welke antigenen vind je op de bloedcellen van iemand die AB+ is.
A
A
B
B
C
Resus
D
Zowel A, B als C

Slide 18 - Quizvraag


Welke antistoffen zou je kunnen aantreffen bij iemand die O- is.
A
Anti A
B
Anti B
C
Anti resus
D
Zowel A, B als C

Slide 19 - Quizvraag


Tim heeft A-, tijdens een bloedtransfusie krijgt hij per ongeluk A+. Is dit schadelijk voor Tim?
Leg je antwoord uit.

Slide 20 - Open vraag

Blz 193 boek

Slide 21 - Tekstslide


Mensen met suikerziekte kunnen worden geholpen door een alvleeskliertransplantatie. Na een transplantatie bestaat echter het risico dat het donororgaan afgestoten wordt. Bij zo’n afstotingsreactie zijn antigenen en antistoffen betrokken. Geef aan van wie de antigenen en de antistoffen zijn.
A
Antigenen = donor Antistoffen = donor
B
Antigenen = ontvanger Antistoffen = ontvanger
C
Antigenen = donor Antistoffen = ontvanger
D
Antigenen = ontvanger Antistoffen = donor

Slide 22 - Quizvraag

Doelen eigen maken:
HUISWERK:
- §9.4 Maken + nakijken:  9.4 1 t/m 22
Leren: bron 2, 4 en 6 + begrippen

extra oefenen:
- Examensite.nl onderwerp antigenen en antistoffen
- https://www.bioplek.org/animaties/bloedgrbepalingx/index.html

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link