9.4

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

0

Waar herkennen de witte bloedcellen de ziekteverwekkers aan?

1. antistoffen
2. antigenen

Op de cellen zit antigeen A

Op de cellen zit antigeen A en antigeen B

Op de cellen zitten geen antigenen

Op de cellen zit antigeen B

Bloedgroep A

Bloedgroep B

Bloedgroep AB

Bloedgroep O

Anti - B

Anti - A

Anti A en Anti B

Geen antistoffen

Bloedgroep A

Bloedgroep B

Bloedgroep AB

bloedgroep O

Je kan niet van iedere donor bloed krijgen. Dit komt doordat er verschillende bloedgroepen zijn. Welke eigenschappen horen bij welke bloedgroep?

Welke van de 4 rode bloedcellen hoort bij bloedgroep O?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Het groene driehoekje stelt antigeen A voor.
Van welke bloedgroep is rode bloedcel nr. 3?

1. A
2. B
3. AB
4. O

Het paarse rondje stelt antigeen B voor. Bij welke rode bloedcel(len) kun je antistof A terugvinden?

1. 1
2. 2
3. 4
4. 1 en 4

Op de cellen zit antigeen A

Op de cellen zit antigeen A en antigeen B

Op de cellen zitten geen antigenen

Op de cellen zit antigeen B

Bloedgroep A

Bloedgroep B

Bloedgroep AB

Bloedgroep O

Anti - B

Anti - A

Anti A en Anti B

Geen antistoffen

Bloedgroep A

Bloedgroep B

Bloedgroep AB

bloedgroep O

Je kan niet van iedere donor bloed krijgen. Dit komt doordat er verschillende bloedgroepen zijn. Welke eigenschappen horen bij welke bloedgroep?

Wat maken de wittebloedcellen als iemand met bloedgroep B in aanraking komt met bloedgroep A?

1. Anti-B
2. Anti-A
3. Anit-A & Anti-B
4. Er worden geen antistoffen gemaakt.

Julia laat testen welke bloedgroep ze heeft. Ze nemen een druppel bloed en druppelen hier anti-A en anti-B in. Ze zien dat haar bloed klontert bij als er anti-A in komt, bij anti-B gebeurd er niets. Welke bloedgroep heeft ze?

1. Bloedgroep A
2. Bloedgroep B
3. Bloedgroep AB
4. Bloedgroep O