Communicatie & Feedback Borsele
1 / 37
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
de communicatie met je cliënten:
de kracht van aandacht
vertrouwensband versterken (voelt zich serieus genomen) dit leid tot
passende zorg leveren
op tijd symptomen te herkennen
en toename van zelfredzaamheid
Wat is communicatie?
Slide 4 - Open vraag
bedoeld of onbedoeld (bewust of onbewust) een bepaalde boodschap overbrengen op iemand anders. Deze boodschap bevat informatie, die bestaat uit gedachten, gevoelens en/of gedrag. Dus eigenlijk communiceer je altijd, ook als je niets zegt.
Slide 5 - Tekstslide
Om professioneel te kunnen communiceren is het belangrijk dat je je realiseert wat er tijdens de reis door je hoofd gebeurd tijdens communicatie en wat je laat zien aan de ander tijdens de communicatie.
wat kunnen we zien:
Non-Verbaal (houding & uitstraling) 60%
Paraverbaal (intonatie, pauzes, spreektempo, emotie in de stem) 30%
Verbaal (woorden en geluiden) 10%
Slide 6 - Tekstslide
Wat zich tussen mensen afspeelt kun je zien en horen: het externe communicatieproces. Je hoort iemand spreken en je ziet de lichaamstaal die hij gebruikt.
Wat zich binnenin mensen afspeelt, het interne communicatieproces, is niet zichtbaar. Het speelt zich in jezelf af. Het zijn de gedachten, gevoelens en emoties die jij – en de ander - hebt als je communiceert.
Dus als je van een collega of cliënt een reactie krijgt waar je niet op had gerekend of het loopt uit de hand ga dan eerst na hoe heb ik mijn informatie verzonden en kijk daarna over hoe je in gesprek kunt over hoe het is ontvangen en waarom het die reactie op roept.
Collega's
Slide 7 - Woordweb
wat is het effect van goede communicatie met collega's?
Betere samenwerking.
Elkaar beter kennen/ begrijpen
uiteindelijk voor betere zorg leveren samen
Minder fouten
Fijnere werksfeer
Minder frustraties
minder stress
minder uitval door ziekte
Cliënt
Slide 8 - Woordweb
wat is het effect van goede communicatie met de cliënt/ naasten?
De kracht van aandacht
Vertrouwensband versterken (voelt zich serieus genomen)
passende zorg kunnen leveren
op tijd symptomen te herkennen
toename van zelfredzaamheid
Betere kwaliteit van leven
het naleven van de regels van SVRZ ( je bent te gast in het huis van de cliënt)
Gelijkwaardigheid
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
De tijd neemt.
Contact maakt en actief luistert.
Je kunt verplaatsen in het standpunt van de ander.
Uitgaat van gelijkwaardigheid, zorgt voor ‘tweerichtingsverkeer’.
Kunt zeggen wat je op je hart hebt.
Niet denkt tegen anderen (geen 'ja, maar…') maar samen denkt (‘ja, en…').
Niet zoekt naar een beslissing of oplossing.
Bewust bent van je lichaamshouding, je lichaamstaal.
Je bewust bent van je positie, je rol.
Rekening houdt met de privacy van de ander.
Emoties: houd ze in de hand uiten mag maar blijf de regie houden.
te veel emotie bij de ander?
blijf rustig stop met praten
bied eventueel wat te drinken aan
haal zo nodig hulp
ga niet meteen troosten maar geef de ander de tijd.
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Oefening 1 : zie observatielijst
www.waardigheidentrots.nl
kijk naar het filmpje studenten vullen observatielijst in.
kort nabespreken van observaties
Slide 19 - Tekstslide
Oefening 2: bewust worden van je Non- verbale communicatie.
in 2 tallen
A: verteld over zijn week tot nu toe
B: luistert en kijkt toe en observeert non-verbale communicatie
B: schrijft kort op wat hij/zij heeft opgemerkt en bespreekt dit met A
Wissel van Rol
Hierna bespreken opdracht herkende je wat B zij over hoe jij jezelf presenteert.
zo houd je elkaar dus een spiegel voor
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is allemaal feedback?
Slide 22 - Woordweb
wat zijn volgens jullie dingen die belangrijk zijn voor het geven van goede feedback.
Slide 23 - Tekstslide
wat niet te doen tijdens het geven van feedback?
Slide 24 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Afkorting voor jezelf
3G- methode
Begin met Ik
Gedrag: ik zie dat jij
Gevolg: ik denk dat dat voor de cliënt, of voor mij is dat
Gewenst: zou het ook zo kunnen?
Slide 26 - Tekstslide
Als er een miscommunicatie is of als je het moeilijk vind om met iemand samen te werken kan het helpen om met de roos van leary te werken. om uiteindelijk toch het gewenste effect te bereiken in je communicatie.
je analyseert de ander en geeft een reactie op het gedrag vanuit de roos van leary.
actie en reactie!
Slide 27 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
‘Echt luisteren’ is het allerbelangrijkste in de zorg. Er is echter niets moeilijker dan dat. Er is altijd ruis. De meeste ruis zit in jezelf. Daarom zeggen we: ‘Laat OMA thuis’ en ‘Smeer Nivea’. Oma staat voor ‘Oordelen, Meningen en Aannames. Waar staat NIVEA voor?
A
Niet invoelen van een ander
B
Niet invullen voor een ander
C
Niet interesseren voor een ander
Slide 28 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Echt luisteren is wat anders dan ‘aanhoren’. Echt . Echt luisteren doe je met je oren maar ook met al je andere zintuigen. Ook hier is een ‘ezelsbruggetje’ voor: Geef LSD, of gebruik LSD. Wat bedoelen we daarmee?
A
Geestverruimend pilletje of drankje nemen, dan praat je makkelijker
B
Lekker Samen met Dierbaren
C
Luisteren, Samenvatten, Doorvragen
D
Listen, See en Do
Slide 29 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
LSD helpt je in een doelgericht gesprek bij nog meer zaken. Welke is hierbij het belangrijkste?
A
Het helpt je om verslag te doen van een gesprek
B
Het helpt je regie te houden over het gesprek
C
Het helpt je de ander te beseffen met wie hij of zij spreekt
Slide 30 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In je werk in de zorg zal je altijd momenten hebben dat je ‘weerstand’ tegen komt. Wat kun je het beste doen als je bij iemand weerstand voelt?
A
Overtuigen en veel goede argumenten geven
B
Afdwingen
C
Aangeven wat de consequenties zijn als de ander iets niet doet
D
Informeren en ondersteunen
Slide 31 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe lok je volgens De Roos van Leary wij gedrag uit?
A
door in de rechterkant van de roos te blijven
B
door hoog op de relatielijn te blijven
C
door in de linkerkant van de roos te blijven
D
door laag op de dominatielijn te blijven
Slide 32 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je ziet hoe een collega zich niet houdt aan de afspraken die jullie hebben gemaakt. Dan spreek je elkaar natuurlijk aan, oftewel dan geef je feedback. Wat moet je in dit geval doen bij het geven van goede feedback?
A
In je feedback alle keren van de afgelopen maanden benoemen.
B
Feedback erbij halen die je van anderen hebt gehoord en bij hen hebt verzameld
C
Feedback uitstellen, en in het teamoverleg inbrengen
D
Zodra je alleen bent met de ander de feedback geven: over de gemaakte afspraken
Slide 33 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is stap 1 in het recept voor goede feedback?
A
uitleggen wat je hebt geconstateerd
B
in de ik-vorm praten
C
controleer of iemand open staat voor feedback
D
uitleggen hoe je je voelt
Slide 34 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
hoe kun je het beste feedback ontvangen?
A
geef meteen een tegen reactie op de feedback
B
in een zittende houding
C
laat de ander goed merken dat je ze niet mag
D
aangeven wat je ermee denkt te gaan doen
Slide 35 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 36 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 37 - Tekstslide
rollen spel zie formulieren situaties
1: lees het stukje voor
2 geef feedback op de situatie
3 observeert hoe de feedback wordt ontvangen
nabespreken
hoe voelde het om feedback te ontvangen
hoe voelde het om het te geven
hoe vond 3 dat het aangepakt werdt.
