Sociale Zekerheid (5. 4 Economisch Bekeken)

Sociale Zekerheid
  1. Bespreken opdrachten 5.2 en 5.3
  2. Instructie
  3. Opdrachten
  4. Evaluatie 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Sociale Zekerheid
  1. Bespreken opdrachten 5.2 en 5.3
  2. Instructie
  3. Opdrachten
  4. Evaluatie 

Slide 1 - Tekstslide

Sociale zaken gaat over welzijn en werk wat hebben deze zaken met sociale zekerheid te maken

Slide 2 - Open vraag

Om welke drie zekerheden gaat het bij sociale zekerheid

Slide 3 - Open vraag

Wat wordt bedoeld met bestaanszekereheid

Slide 4 - Open vraag

Noem enkele wetten die de sociale zekerheid regelen

Slide 5 - Open vraag

Welke taken voert de gemeente uit bij uitvoering van de sociale zekerheid

Slide 6 - Open vraag

Geef voorbeelden van taken bij de gemeente in de sociale zekerheid

Slide 7 - Open vraag

De zorgfunctie op zich bestaat uit weer een aantal taken maatschappelijk en crisisopvang en sociale werkvoorziening. wat houden deze taken in per onderdeel?

Slide 8 - Open vraag

In welke wet kan je de kosten en beloningen terugzien van curatoren en bewindvoerders
A
Wet kosten bewindvoerders
B
Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren
C
De wet natuurlijke bewindvoerders en mentorn
D
Wet beloningen hulpverleners in de schuldhulpverlening

Slide 9 - Quizvraag

Onder welk btw tarief vallen de kosten van bewindvoerders en curatoren?
A
19
B
10
C
21
D
8

Slide 10 - Quizvraag

kunnen consumenten kosten van een curator of bewindvoerder laten vergoeden?
A
Dit kan nooit
B
Dit kan door aanvraag van bijzondere bijstand
C
Dit kan door een toeslag aan te vragen
D
Dit kan door belastingaangifte

Slide 11 - Quizvraag

Wat bedraagt momenteel de jaarvergoeding voor een bewindvoerder
A
400
B
950 inclusief onkostenvergoeding
C
100
D
675 incl onkostenvergoeding

Slide 12 - Quizvraag

Standaard beloning voor een professioneel curator per maand voor een alleenstaande met schulden
A
122,01
B
144,02
C
150
D
500

Slide 13 - Quizvraag

Akte van cessie
A
Een deel van het recht van het salaris wordt overgedragen aan een schuldeiser
B
Een akte die wordt opgesteld als je gaat trouwen
C
Een akte die wordt gemaakt als je geboren wordt
D
Je draagt hiermee je schuld over aan een bedrijf

Slide 14 - Quizvraag

Budget
A
Een nieuwe drank
B
Het bedrag dat iemand kan besteden
C
Een vrij te laten bedrag door een deurwaarder
D
iets met schulden

Slide 15 - Quizvraag

Debiteur
A
Een schuldeiseer
B
Een schuldenaar
C
De deurwaarder
D
Een bewindvoerder

Slide 16 - Quizvraag

Kwijtschelding
A
Het failliet verklaren van een natuurlijke persoon
B
Ontslag op staande voet
C
Een schuld hoeft niet meer betaald te worden door de debiteur
D
Een tijd van opschorting van betaling

Slide 17 - Quizvraag

Moratorium
A
Een vastgesteld dwangakkoord
B
Vrijwillige afstand van een schuld door een schuldeiser
C
Een tijdelijke opschorting van betaling van schulden
D
Een uitspraak van de kantonrechter

Slide 18 - Quizvraag

Saneringskrediet
A
Een nieuwe lening bij de kredietbank om de schulden af te lossen
B
Een afterpay schuld
C
Een hypotheek krediet
D
een krediet om je huis te verbouwen

Slide 19 - Quizvraag

schone lei
A
Iemand is schuldenvrij. rest schuld is niet meer opeisbaar
B
De persoon die schulden maakt
C
Een nieuw soort stoeptegel
D
Een onderdeel van een dagvaarding

Slide 20 - Quizvraag

WSNP
A
Wet sanering natuurlijke personen
B
Wet schuldsanering natuurlijke personen
C
Wet speedboten natuur parkeren
D
Wet school netwerk personen

Slide 21 - Quizvraag

Vtlb
A
Vrijdagmiddag borrel
B
Vrij te laten schuld voor de boedelbeschrijving
C
Een berekening van een bedrag dat iemand nodig heeft om van te leven
D
Een failissementsvergoeding voor de curator

Slide 22 - Quizvraag

Bewind
A
Een minderjarige wordt handelingbekwaam
B
Iemand die voor kortere of langere tijd niet volledig in staat is zijn fin belangen te behartigen
C
Iemand die in staat van faillissement wordt gesteld
D
Een deel van een erfenis na aanvaarding door de langstlevende echtgenoot van de nalater

Slide 23 - Quizvraag

Waar staan de letters BKR voor?
A
Bureau keuze registratie
B
Bureau krediet regels
C
Bureau krediet registratie
D
Bureau kredieten regelingen

Slide 24 - Quizvraag

Welke soort schuld staat NIET geregistreerd bij het BKR
A
achterstand bij telefoonkrediet
B
Roodstand op je lopende rekening
C
persoonlijk krediet
D
Studieschuld

Slide 25 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met een toeslagen partner?
A
Diegene de bel plichte een relatie heeft of huishouden deelt
B
iemand waarmee je een bedrijf begint
C
Als je samen btw betaald
D
Je eerste liefde

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een beslag vrije voet?
A
Een deel waarop beslag mag worden gelegd
B
Een belastingvrij vermogen
C
Een minimumbedrag waarop iemand recht heeft om van te leven
D
Een invorderingsprocedure

Slide 27 - Quizvraag

curatele
A
Een persoon mag dan trouwen
B
Iemand met schulden mag dan geen boodschappen doen
C
Je bent dan meerderjarig verklaard
D
Deze persoon wordt handelingsonbekwaam vanwege schulden

Slide 28 - Quizvraag

Opdrachten 5.2 + 5.3

Slide 29 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik kan uitleggen wat sociale zekerheid is.
  2. Ik kan uitleggen hoe de sociale zekerheid is geregeld bij ziekte.
  3. Ik kan uitleggen hoe de sociale zekerheid is geregeld bij werkloosheid.

Slide 30 - Tekstslide

Sociale Zekerheid? Wat weet jij?

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Video

Wie voert de WW uit?
A
UWV
B
SVB
C
De Gemeente
D
Een bedrijf

Slide 33 - Quizvraag

Wie voert de AOW uit
A
UWV
B
SVB
C
De Gemeente
D
Een bedrijf

Slide 34 - Quizvraag

Wie voert de Bijstand uit?
A
UWV
B
SVB
C
De Gemeente
D
Een bedrijf

Slide 35 - Quizvraag

Wie voert de Zorgverzekeringswet uit?
A
UWV
B
SVB
C
De gemeente
D
Een bedrijf

Slide 36 - Quizvraag

Nederland is een verzorgingsstaat. Wat betekent dat eigenlijk?

Slide 37 - Open vraag

Sociale zekerheid
Sociale verzekeringen
Sociale voorzieningen
werknemers-verzekeringen
volks-verzekeringen
WW 
WIA 
AOW
ANW
kinderbijslag
bijstand

Slide 38 - Sleepvraag

Leerdoelen
  1. Ik kan uitleggen wat sociale zekerheid is.
  2. Ik kan uitleggen hoe de sociale zekerheid is geregeld bij ziekte.
  3. Ik kan uitleggen hoe de sociale zekerheid is geregeld bij werkloosheid.

Slide 39 - Tekstslide

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll