Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Thema 6 - Beeldtaal
Beeldtaal
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 4
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
10 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Beeldtaal
Slide 1 - Tekstslide
Thema 6 taal
Slide 2 - Tekstslide
Dit is de bovenste rij van het toetsenbord. Welk cijfer staat op de toets met het apenstaartje?
A
3
B
7
C
2
D
4
Slide 3 - Quizvraag
Dit is de bovenste rij van het toetsenbord. Welke twee cijfers staan op de toetsen met de haakjes? (meer antwoorden)
A
9
B
8
C
6
D
0
Slide 4 - Quizvraag
Ik had gisteren een nachtmerrie in bed. Wat is een nachtmerrie?
A
Een enge droom
B
Een erge pijn
C
Een fijne gedachten
D
Een mooie wens
Slide 5 - Quizvraag
Wat voor soort schilderij
is dit? Klik aan.
A
Een portret
B
Een stilleven
C
Landschap
D
Groepsfoto
Slide 6 - Quizvraag
Wat staat er op een portret?
A
Iemand van dichtbij
B
Iemand van veraf
C
Iets van dichtbij
D
Iets van veraf
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer ga je klappertanden?
A
Als je een beugel krijgt.
B
Als je een foto maakt.
C
Als je het koud hebt.
D
Als je op een schuimpje kauwt.
Slide 8 - Quizvraag
Wanneer is iets logisch?
A
Als iets klopt.
B
Als je iets niet duidelijk kunt zien.
C
Als je niet weet waarover iets gaat.
D
Als je vrolijk bent.
Slide 9 - Quizvraag
Hans neemt door middel van een
e-mail afscheid. Wat is een ander woord voor door middel van?
A
achter
B
bij
C
met
D
zonder
Slide 10 - Quizvraag
Kijk naar het plaatje.
Waar zie je de
schuilhut?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 11 - Quizvraag
De man zegt: 'Ik zie een schitterende vogel'. Wat betekent schitterend?
A
heel groot
B
heel klein
C
heel lelijk
D
heel mooi
Slide 12 - Quizvraag
Waarin staat
de vogel?
A
De mast
B
De plas
C
De pluim
D
De put
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het wanneer-deel in de
volgende zin?
Hugo loopt na schooltijd naar huis.
A
Hugo
B
loopt
C
na schooltijd
D
naar huis
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het wanneer-deel in de
volgende zin?
Na een tijdje gaat hij rennen.
A
hij
B
Na een tijdje
C
gaat
D
rennen
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het wanneer-deel in de
volgende zin?
Op dat moment verliest hij zijn sleutels.
A
Op dat moment
B
verliest
C
hij
D
zijn sleutel
Slide 16 - Quizvraag
Het wie-deel hoort bij een ander woord. Welk woord is dat?
A
Het lidwoord
B
Het werkwoord
C
Het bijvoeglijk naamwoord
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het wie-deel in de zin?
Achter het muurtje hurkt Olaf.
A
Achter
B
Olaf
C
het muurtje
D
hurkt
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het wie-deel in de zin?
De jongen speelt lang op zolder.
A
De jongen
B
lang
C
speelt
D
op zolder.
Slide 19 - Quizvraag
Welke twee zelfstandige naamwoorden zijn meervoud?
Er zijn veel mensen op het schip dat langs de havens vaart.
A
veel
B
mensen
C
langs
D
havens
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het meervoud van lamp?
A
lampjes
B
lampen
C
lamps
Slide 21 - Quizvraag
moeder
vrouw
Hoe maak je van de volgende zelfstandig naamwoorden meervoud? Sleep naar het juiste vakje.
dochter
dame
-en
-s
Slide 22 - Sleepvraag
Wat is het tegengestelde? Schrijf het woord op. De deur is niet open, maar.......
Slide 23 - Open vraag
Wat is het tegengestelde? Schrijf het woord op. De banaan is niet recht, maar........
Slide 24 - Open vraag
Wat is het tegengestelde? Schrijf het woord op. De hond is niet slim, maar.........
Slide 25 - Open vraag
Dit is de bovenste rij van het toetsenbord. Welk cijfer staat op de toets met het hekje?
A
3
B
1
C
7
D
6
Slide 26 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Digi-doener! | Verkenning van het toetsenbord
April 2019
- Les met
16 slides
door
Stichting FutureNL
ICT-basisvaardigheden
Taal
+1
Basisschool
Groep 1-3
Stichting FutureNL
Apostrof DEEL 2
Februari 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling: thema 3
November 2024
- Les met
27 slides
Spelling
Lager onderwijs
Taal - VAARDIGHEDEN (luisteren)
Juli 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Taal thema 4
November 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Tabellen, 1F
April 2018
- Les met
12 slides
door
SCORE Rekenen vo/mbo
Rekenen
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1,2
SCORE Rekenen vo/mbo
Taal thema 4
12 dagen geleden
- Les met
26 slides
Nederlands
Lager onderwijs
oefenen 1gt blok 2 spgrot (rvl)
November 2022
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1