HNE Duits HNE M2 Blok 2 K3 der die das wk 46

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Herzlich Willkommen im Deutschunterricht!
Donnerstag 14. November 2024
Woche 46 - Herbst 
Du brauchst: 
- Laptop
- Buch

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • wir reden
  • wir schauen
  • wir lernen Grammatik E
  • Hausaufgaben

Slide 3 - Tekstslide

Was ist dein Lieblingsfach?
und welches Fach findest du blöd?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Link

Was lerne ich heute?
*dat zelfstandig naamwoorden in het Duits een geslacht hebben;

*de belangrijkste regels om te bepalen welk geslacht een zelfstandig naamwoord waarschijnlijk heeft.

*DDR, BRD en de val van de muur.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Artikel = Lidwoord
DIE 46% 
DER 34 %
DAS 20 %

Slide 9 - Tekstslide

der :
- mannelijk personen:
der Mann, der Onkel, der Opa;
- mannelijke dieren;
- mannelijke beroepen;
(- de dagen;
- de maanden;
- de dagdelen;
- de jaargetijden.)



Woorden die eindigen op een -e
Die Suppe, die Straße
die:
- vrouwelijke personen:
die Frau, die Oma, die Schwester;
- vrouwelijke dieren;
- vrouwelijke beroepen:
die Lehrerin, eindigt op -in;
- woorden op -e 
(- woorden op -heit;
-woorden op -keit;
- woorden op - ung.)



Slide 10 - Tekstslide

das = onzijdig
'het'' kan je vervangen door das:
het meisje, het huis;
- verkleinwoorden op -chen en -lein:
das Mädchen, das Buchlein.
die = meervoud :
die Kinder, die Menschen

Slide 11 - Tekstslide

Lidwoorden
de man
de vrouw
het kind
de kinderen
der Mann
die Frau
das Kind
die Kinder (meervoud)
Je leerde dat in het Duits alle zelfstandig naamwoorden met een hoofdletter worden geschreven. (Mann, Frau, Kind)

Slide 12 - Tekstslide

Benutze jetzt Lernliste S. 96

Slide 13 - Tekstslide

stopwatch
00:00
Noem 5 woorden in het Duits met het
lidwoord 'die'? (vrouwelijk dus...)

Slide 14 - Woordweb

Maak de juiste combinaties
Wat is het geslacht van de volgende woorden? (der, die, das)

Slide 15 - Tekstslide

Hengst
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Haus
Freund
Schule
Direktorin
Test
Pause
Mädchen
Tante
Pferd

Slide 16 - Sleepvraag

Klasse
A
der
B
die
C
das

Slide 17 - Quizvraag

Jahr
A
die
B
der
C
das

Slide 18 - Quizvraag

Büchlein
A
das
B
die
C
der

Slide 19 - Quizvraag

Onkel
A
die
B
der
C
das

Slide 20 - Quizvraag

Lehrerin
A
der
B
das
C
die

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het geslacht van Opa?
Vul in: der, die of das
timer
0:10

Slide 22 - Open vraag

Wat is het geslacht van " Kind" ?
Vul in der, die of das
timer
0:10

Slide 23 - Open vraag

Wat is het geslacht van "Schule"
Vul in: der, die of das
timer
0:10

Slide 24 - Open vraag

Snap je dit?
Ik snap het
Ik snap het een beetje
Ik snap het niet

Slide 25 - Poll

Wat is het geslacht van "November"?
Vul in: der, die of das
timer
0:10

Slide 26 - Open vraag

Hausaufgaben für nächste Woche: 

Übung 18 bis 22

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide