HNE Duits HNE V2 Blok 2, Lektion 4 der die das

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Herzlich willkommen im Deutschunterricht!
Montag 4. Dezember 2023
Woche 49, Herbst 

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Was für Socken trägst du?
  • Modale Verben wiederholen
  • Grammatik Lektion 4 
  • einen Spiel

Slide 3 - Tekstslide

De titel van het volgende liedje is "dürfen darf man alles". Vertaal deze zin

Slide 4 - Open vraag

Hoe vaak hoor je de tekst "darf man das" in dit liedje?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

Hoe vaak hoor je de tekst "darf man das" in dit liedje?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Noch einmal der Refrain

Slide 9 - Tekstslide

müssen
dürfen
können
wollen
muss
müss
darf
dürf
kann
könn
will
woll

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Video

der :
- mannelijk personen:
der Mann, der Onkel, der Opa;
- mannelijke dieren;
- mannelijke beroepen;
- de dagen;
- de maanden;
- de dagdelen;
- de jaargetijden.



Woorden die eindigen op een -e
Die Suppe, die Straße
die:
- vrouwelijke personen:
die Frau, die Oma, die Schwester;
- vrouwelijke dieren;
- vrouwelijke beroepen:
die Lehrerin, eindigt op -in;
- woorden op -heit;
-woorden op -keit;
- woorden op - ung;
- woorden op -e .



Slide 12 - Tekstslide

das = onzijdig
'het'' kan je vervangen door das:
het meisje, het huis;
- verkleinwoorden op -chen en -lein:
das Mädchen, das Buchlein.
die = meervoud :
die Kinder, die Menschen

Slide 13 - Tekstslide

Lidwoorden
de man
de vrouw
het kind
de kinderen
der Mann
die Frau
das Kind
die Kinder (meervoud)
Je leerde dat in het Duits alle zelfstandig naamwoorden met een hoofdletter worden geschreven. (Mann, Frau, Kind)

Slide 14 - Tekstslide

Für den nächsten Auftrag brauchst du S. 78 und die Lernliste Kap. 2 !

Slide 15 - Tekstslide

stopwatch
00:00
Noem 5 woorden in het Duits met het
lidwoord 'die'? (vrouwelijk dus...)

Slide 16 - Woordweb

Maak de juiste combinaties
Wat is het geslacht van de volgende woorden? (der, die, das)

Slide 17 - Tekstslide

Hengst
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Haus
Freund
Schule
Möglichkeit
Abend
Zeitung
Mädchen
Tante
Pferd

Slide 18 - Sleepvraag

Klasse
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quizvraag

Jahr
A
die
B
der
C
das

Slide 20 - Quizvraag

Büchlein
A
das
B
die
C
der

Slide 21 - Quizvraag

Cousin
A
die
B
der
C
das

Slide 22 - Quizvraag

Lehrerin
A
der
B
das
C
die

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het geslacht van Opa?
Vul in: der, die of das
timer
0:10

Slide 24 - Open vraag

Wat is het geslacht van "Mädchen" ?
Vul in der, die of das
timer
0:10

Slide 25 - Open vraag

Wat is het geslacht van "Freiheit"
Vul in: der, die of das
timer
0:10

Slide 26 - Open vraag

Wat is het geslacht van "Oktober"?
Vul in: der, die of das
timer
0:10

Slide 27 - Open vraag

Grammatik E
der Mann = er
die Frau = sie
das Kind = es
Dus die Hose ist toll => Sie ist toll
Das Kleid ist grün => Es ist grün

Slide 28 - Tekstslide

T-Shirts sind aus Baumwolle. .... sind aus Baumwolle.
A
er
B
sie
C
es

Slide 29 - Quizvraag

Mein Freund lacht. ... lacht.
A
er
B
sie
C
es

Slide 30 - Quizvraag

Meine Tochter ist zwölf. Ich finde .... schon ganz groß.

Slide 31 - Open vraag

Snap je dit?
Ik snap het
Ik snap het een beetje
Ik snap het niet

Slide 32 - Poll

Hausaufgaben für nächste Woche
Machen
Lektion 4 Übung 12 und 13  (S. 80)
Lektion 5: Übung 1 (S. 81)

Slide 33 - Tekstslide

Hausaufgaben überprüfen L3
Übung 2: 2) rot + weiß = rosa / pink 
3) weiß + schwarz = grau
4) gelb + blau = grün
5) rot + blau = lila / violett
Übung 3: 
2) Er ist orange. 
3) Sie ist dunkelgrün 
4) Sie ist hellblau
5) Sie sind weiß
6) Er ist braun.
Übung 4: 
2) die Bluse / 3) das Kleid 
4) die Jacke / 5) der Rock
6) der Schuh /  7) der Stiefel
8) die Hose / 9) der Schal
10) das T-shirt
Übung 5:
2) Ihr T-shirt ist rot. / 3) Seine Schuhe sind schwarz
4) Unsere Kleider sind violett.  
5) Mein Pullover ist grau mit blau. 
6) Eure Socken sind braun.
7) Ihr Rock ist blau / 8) Ihr Gürtel ist schwarz mit gelb.

Slide 34 - Tekstslide

Jetzt: ein Spiel
- du bekommst einen Notizzettel
- beschreibe dein(e) Nachbar*in (Farbe und Kleidung)

Merke dich die Nummer auf deinem eigenen Blatt, damit wir später überprüfen können, ob es richtig ist.

also schreibe keinen Namen auf

Slide 35 - Tekstslide

Blond / kurz mit Locken
Frau
blaue Jeans / bunte Socken
farbiger Pullover

rote adidas Turnschuhe
eine rote Brille

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide