H8: 8.4 / Eenheden van snelheid - 3M

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
●  Lesdoel bespreken
●  Terugblik: H2, H7, vk8 t/m 8.3
●  Uitleg: 8.4
●  Zelfstandig werken
bij
We gaan zo starten.
Pak je wiskundespullen.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
●  Lesdoel bespreken
●  Terugblik: H2, H7, vk8 t/m 8.3
●  Uitleg: 8.4
●  Zelfstandig werken
bij
We gaan zo starten.
Pak je wiskundespullen.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Je kunt de (gemiddelde) snelheid uitrekenen
wanneer je een afstand en een tijd gegeven krijgt.

Je kent het schema om de snelheid om te rekenen
 van km/uur naar m/s, en andersom.
 En je kunt dit toepassen.
H7: Oppervlakte en inhoud
VK 2D en 3D
1. Eenheden omrekenen
2. Oppervlakte en omtrek
3. Oppervlakte ruimtefiguren
4. Inhoud
5. Oppervlakte en vergroten
6. Inhoud en vergroten

H8: Getallen
VK Machten
1. Grote getallen
2. Wetenschappelijke notatie
3. Eenheden van tijd
4. Eenheden van snelheid
5. Verhoudingen
H2: Meetkunde
VK Rekenen en Pythagoras
4. Aanzichten

Slide 2 - Tekstslide

Hoe noemen we de 375?
98375

Slide 3 - Open vraag

Wat zijn de eenheden van informatie op volgorde van groot naar klein?

Slide 4 - Open vraag

Zeg 987.654.321 met het woord miljoen en rond af op 1 decimaal.

Slide 5 - Open vraag

Schrijf 987.654.321 in wetenschappelijke notatie.
Rond af op 1 decimaal.

Slide 6 - Open vraag

Hoeveel dagen heeft een schrikkeljaar?
A
356
B
365
C
366
D
355

Slide 7 - Quizvraag

Terugblik
  • Hoeveel uur zit er in een dag?
  • 24 uur
  • Hoeveel uur zit er in 5 dagen?
  • 5 x 24 = 120 uur
  • Hoeveel minuten is 3,5 uur?
  • 3,5 x 60 = 210 minuten
  • Hoeveel uur en minuten is 3,15 uur?
  • 3 uur en (0,15 x 60 =) 9 minuten
  • Hoeveel dagen, uren en minuten is 62,45 uur?
  • Hoeveel uur is 6 uur en 15 minuten? Antwoord is decimaal getal.
  • Hoeveel jaar is 3 jaar en 45 dagen? Antwoord is decimaal getal.

Slide 8 - Tekstslide

Terugblik
  • Hoeveel dagen, uren en minuten is 62,45 uur?
  • 62,45 : 24 = 2,602... Dus 2 hele dagen (48 uur).
    Dan hou je 62,45 - 48 =14, 45 uur over.
    62, 45 uur = 2 dagen, 14 uur en (0,45 x 60=) 27 minuten
  • Hoeveel jaar is 3 jaar en 45 dagen? Rond af op 2 decimalen.
  • 45 dagen = 45 : 365 = 0,123... jaar
    3 + 0,123... = 3,123... jaar in totaal
    Dus 3 jaar en 45 dagen = 3, 12 jaar.

Slide 9 - Tekstslide

8.5: Eenheden van snelheid
Leontien fietst 5 meter per seconde.
Als je wilt uitrekenen hoeveel km/uur dat is, dan maak je onderstaande tabel.






Snelheid Leontien
300  m        
18 000 m
18 000 m = 18 km
Dus 5 m/s = 18 km/uur

Slide 10 - Tekstslide

8.5: Eenheden van snelheid
Dit kan sneller. 
Je deed een getal x60, x60 en daarna :1000. 
Als je dit in 1 stap doet, dan doe je x3,6.
Hieruit volgt dit omrekenschema.

Dus van m/s naar km/uur doe je x 3, 6.
Van km/uur naar m/s doe je : 3,6.





Voorbeelden, rond af op 1 decimaal:
  • 33 m/s = ...... km/uur
  • 50 km/uur = ...... m/s
1x60 = 60
60 x 60 = 3 600
3 600 : 1 000 = 3,6
Dus je hebt uiteindelijk 
1 x 3,6 gedaan

Slide 11 - Tekstslide

8.5: Eenheden van snelheid
Voorbeelden, rond af op 1 decimaal:
  • 35 m/s = ...... km/uur
  • 35 x 3,6 = 126 
    Dus 35 m/s = 126 km/uur
  • 50 km/uur = ...... m/s
  • 50 : 3,6 = 13,888...
    Dus 50 km/uur        13,9 m/s

Slide 12 - Tekstslide

Wat was zijn snelheid in km/uur? En in m/s?

Slide 13 - Tekstslide

Snelste marathon
De tijd die hij over 42,195 km deed was 1 uur, 59 minuten en 40 seconden.
Op de stopwatch stond dus 1:59:40. 
1 uur, 59 minuten en 40 seconden = 119,6... min



afstand
42,295 km
0,353... km
21,206...km
tijd
119,6... min
1 min
1 uur
:119,6...
:119,6...

Dus hij liep ongeveer 21,2 km/uur
21,2 km/uur = 21,2 : 3,6 = 5,890... m/s
Dus ongeveer 5,9 m/s
x60...
x60...

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk week 11

Maken van H8:

Paragraaf 8.3 theorie E volgens van jouw leerroute
Paragraaf 8.4 theorie F volgens van jouw leerroute

Paragraaf 8.5 theorie G volgens van jouw leerroute


Nakijken en verbeteren:

Huiswerk van H2,  H7 en H8 tot nu toe.



Zf
Zf
Testopgaven: 
E -> blz. 126
F -> blz. 130
G -> blz. 136
Extra uitleg
FT H2, H7, H8
Ma 22-3

Slide 15 - Tekstslide

Welk leerpunt neem jij mee uit deze les?

Slide 16 - Woordweb

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

1

Slide 21 - Video

00:01-00:04
Deze uitleg is wel heel anders dan in het boek

Slide 22 - Tekstslide