Pedagogiek periode 3.2 - les 5

Emotionele stoornissen
Stoornissen die worden gekenmerkt door psychische en lichamelijke uitingen van angsten

Bijvoorbeeld: angststoornissen, verlatingsangst, fobieën, sociale angst, herhalingsgedrag (steeds dingen tellen) en depressieve gevoelens
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Emotionele stoornissen
Stoornissen die worden gekenmerkt door psychische en lichamelijke uitingen van angsten

Bijvoorbeeld: angststoornissen, verlatingsangst, fobieën, sociale angst, herhalingsgedrag (steeds dingen tellen) en depressieve gevoelens

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Emotionele problemen en stoornissen

Boek GPM H 8.5

Slide 2 - Tekstslide

Probleem of stoornis?
Emotionele problemen en gedragsproblemen kunnen voorkomen in verschillende vormen en intensiteit. Als de problemen langere tijd aanhouden en zich herhalen, spreek je van een stoornis.

Slide 3 - Tekstslide

Eetstoornissen
Anorexia: verstoord lichaamsbeeld, het kind heeft negatieve gevoelens over het eigen lichaam. Het wil graag dunner worden en eet te weinig of spuugt het later weer uit.

Boulimia: het kind heeft eetbuien en spuugt het vaak later weer uit. Ook hier heeft het kind een verstoord lichaamsbeeld.

Slide 4 - Tekstslide

Genderidentiteitsstoornis
Een kind heeft het sterke gevoel dat het in een verkeerd lichaam is geboren

Soms heeft het kind de wens het geslacht te veranderen
Het kind heeft vaak voorkeur voor dingen die eigenlijk bij het andere geslacht horen

Slide 5 - Tekstslide

Symptomen eetprobleem
Bij jonge kinderen merken ouders en verzorgers dit al snel.
Oudere kinderen of tieners proberen het te verbergen.

Symptomen:
  • het vaak en/of snel koud hebben
  • snel moe zijn
  • mager worden
  • niet meer ongesteld worden



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Psychotische stoornis
Kinderen verliezen het contact met de werkelijkheid. Ze zien de wereld anders dan die daadwerkelijk is.

Hallucinaties: ze zien, horen of ruiken dingen die er niet zijn.
Waanideeën: ze denken dat iets in hun fantasie werkelijkheid is.

Slide 8 - Tekstslide

Dwangstoornis
Steeds terugkerende gedachten of handelingen

Dwanggedachten: ongewilde en ongewenste gedachten, bv. dat je een ongeluk zult krijgen.

Dwanghandelingen: handelingen om de angst van dwanggedachten weg te nemen, bv. niet op de rand van tegels stappen omdat je anders een ongeluk krijgt.

Slide 9 - Tekstslide

Dwangstoornis bij kinderen
Kan al aanwezig zijn, maar wordt niet altijd herkend
 Bv: vragen om geruststelling, spullen steeds wassen
 Meestal dwangstoornis rond 20-25 jaar

Slide 10 - Tekstslide

Dwangstoornis | Behandeling
Gericht op:
  •  Ontspanningsoefeningen
  • Aanpakken rampgedachten (andere bril opzetten)
  • Stapsgewijze leren niet toe te geven aan dwanggedrag
  • Medicatie alleen is niet voldoende


Slide 11 - Tekstslide

Slaapstoornis
Verstoringen in het slaappatroon van een kind.
Door gedrag voor het inslapen (bv. niet in slaap kunnen vallen).
Door abnormaal gedrag tijdens het slapen, bv. angstaanvallen, nachtmerries, slaapwandelen.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Lees het artikel op de website in de volgende slide
Herken je slaapproblemen vanuit jouw ervaring in de kinderopvang?
Wat doe je in de kinderopvang als een kind slaapproblemen heeft?
Wanneer is een slaapprobleem zorgelijk?

Slide 13 - Tekstslide

Kwetsbare kinderen
Kwetsbare kinderen zijn kinderen die als kwetsbaar worden beschouwd vanwege de situatie of omgeving waarin ze opgroeien

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Persoonlijkheidsstoornis
  • Een kind heeft een persoonlijkheidsstoornis als het extreme variaties laat zien van gewone karaktertrekken en zich daardoor niet goed kan aanpassen aan de omgeving, bv. extreem verlegen.
  • Kind krijgt niet snel de diagnose persoonlijkheidsstoornis, omdat het nog volop in ontwikkeling is.
  • Daarom wordt bij een kind vaak gesproken van 'persoonlijkheidsproblematiek'.

Slide 16 - Tekstslide

Automutilatie
Het aanbrengen van verwondingen aan het eigen lichaam. Meestal door zichzelf te snijden of te krassen.
Uiting geven aan emoties en spanningen waarmee het kind niet kan omgaan.

Slide 17 - Tekstslide