3.3 massabehoud

Nask-2 ( Chemie)
H3.3 :  Productievoorbereiden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nask-2 ( Chemie)
H3.3 :  Productievoorbereiden

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel
  • weten wat  nodig is voor een productieproces
  • weten wat de 'wet behoud van massa' betekent
  • het belang van massaverhoudingen bij reacties weten

Slide 2 - Tekstslide

Productie proces
Verwerken van grondstof tot eindproduct gebeurt in aantal stappen. Deze stappen noemen we het productieproces.
Stappen moeten heel precies en op juiste volgorde worden uitgevoerd
Bijv. bakken van brood:
meel/water/zout/gist/olie,  mengen,  rijzen, kneden, in broodvorm, bakken, 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Link

Hoe kun je te weten komen welke grondstoffen je nodig hebt?

Slide 6 - Tekstslide

lesdoel
  • weten wat  nodig is voor een productieproces
  • weten wat de 'wet behoud van massa' betekent
  • het belang van massaverhoudingen bij reacties weten

Slide 7 - Tekstslide

Hieronder staan vier gebeurtenissen met een voedingsmiddel.
Welke gebeurtenis is een chemische reactie?

A
Een brood beschimmelt.
B
Je doet zout in de soep.
C
Een klontje boter smelt.
D
Je maakt een kopje thee

Slide 8 - Quizvraag

Chemische reactie
Bij een chemische reactie verdwijnen de beginstoffen en worden de reactieproducten gevormd. 

Slide 9 - Tekstslide

wet van behoud massa
reactieschema 
beginstoffen--> eindproducten


wet van massabehoud (Lavoisior)
massa alle beginstoffen = massa alle eindproducten

Slide 10 - Tekstslide

Massaverhouding
Stoffen reageren altijd in een vaste massaverhouding.

             ammoniak : waterstofchloride
7       :      15
7 gram ammoniak reageert met 15 gram waterstofchloride

Slide 11 - Tekstslide

Massaverhouding

Slide 12 - Tekstslide

rekenen met massaverhoudingen

ammoniak en waterstofchloride reageren met een verhouding van 7:15. Er ontstaat dan salmiak
je hebt 30 gram waterstofchloride
bereken hoeveel gram ammoniak reageert met 30 gram waterstofchloride





waterstofchloride
15
1
30
ammoniak
7

Slide 13 - Tekstslide

rekenen met massaverhoudingen

ammoniak en waterstofchloride reageren met een verhouding van 7:15
je hebt 30 gram waterstofchloride
bereken hoeveel gram ammoniak reageert met 30 gram waterstofchloride




hoeveel gram salmiak ontstaat er? 30+14 = 44 gram salmiak

waterstofchloride
15
1
30
ammoniak
7
0,47
14

Slide 14 - Tekstslide

rekenen met massaverhoudingen

magnesium en zuurstof reageren met elkaar in de massaverhouding magnesium: zuurstof = 3:2. 
Bereken hoeveel zuurstof nodig is om 100 kg magnesium volledig om te zetten tot magnesiumoxide.
Gevraagd: hoeveel g zuurstof
Gegeven: 100 kg magnesium.
Reactie: magnesium + zuurstof → magnesiumoxide (poeder)
Massaverhouding: 3 : 2 
Verhoudingstabel

Slide 15 - Tekstslide

opdracht
wat: maak opdracht 15, blz 96
hoe: maak de opdracht in je werkboek
hulp: gebruik bron 5 van je boek en maak de stappen plan
tijd: 12minuten
uitkomst: gaan we samen bespreken
klaar? begin met je weektaak (opdr 1 maken en verder)

Slide 16 - Tekstslide

Stikstof en waterstof reageren in de massaverhouding 28:6. Welke van de volgende massaverhouding is onjuist?
A
28 gram stikstof : 6 gram waterstof
B
28 moleculen stikstof : 6 moleculen waterstof
C
28 kilogram stikstof : 6 kilogram waterstof
D
112 gram stikstof : 24 gram waterstof

Slide 17 - Quizvraag

Samengevat
  • Volgens de wet van massabehoud is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten  
  • De wet van massabehoud geldt bij alle chemische reacties
  • Bij een chemische reactie reageren de stoffen in een vaste massaverhouding 

Slide 18 - Tekstslide

Productieprocessen
Bij scheikunde worden er regelmatig nieuwe producten gemaakt.  Het maken van een nieuwe stof noemen we een productieproces. Voordat je een product maakt moet je weten hoe je dat doet. Je hebt een voorschrift nodig.

Slide 19 - Tekstslide