bs 8+9

Vandaag
DNA
Eiwitten
Mutaties
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
DNA
Eiwitten
Mutaties

Slide 1 - Tekstslide

Dierlijke cel
In de kern bevinden zich de chromosomen (46 in totaal, 23 paar)

Kern bevat poriën (kleine gaatjes).

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

DNA
Desoxyribonucleïnezuur
DNA bestaat uit nucleotiden, dit bestaat uit een fosfaatgroep, desoxyribose en een stikstofbase.

Slide 5 - Tekstslide

DNA
Hierin staat de code voor bijvoorbeeld oogkleur.
Maar het pigment van je oogkleur wordt door eiwitten gemaakt. 
Hoe worden deze eiwitten dan gemaakt?

DNA wordt gekopieerd, de kopie heet RNA (ribonucleïnezuur)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Dierlijke cel
Kern bevat poriën (kleine gaatjes).

Via deze poriën gaat RNA de celkern uit. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Er bestaan 20 verschillende aminozuren.

Slide 11 - Tekstslide

eiwitten
De aminozuren vouwen zich in een bepaalde vorm, dan noem je het een eiwit.

De vorm van het eiwit hangt af van de volgorde van de aminozuren. Zie blz 214.

Slide 12 - Tekstslide

De aminozuren waar wij         ons voedsel. Door vertering 
eiwitten uit maken komen uit ''knippen'' we de eiwitten stuk in losse aminozuren.

Slide 13 - Tekstslide

Maak
41 en 43

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Mutaties

Slide 16 - Tekstslide

Mutatie
Een mutatie in het DNA zorgt ervoor dat het RNA ook veranderd.

Slide 17 - Tekstslide

Mutatie
Als het RNA is veranderd, kan hierdoor ook de aminozuur volgorde veranderen.

Slide 18 - Tekstslide

Mutatie
Een verandering in aminozuren kan voor een andere vorm eiwit zorgen.

Een andere vorm eiwit kan de functie van dit eiwit beïnvloeden.

Slide 19 - Tekstslide

mutaties

Als een mutatie voorkomt in 1 lichaamscel heeft dat weinig invloed.


komt een mutatie voor in een geslachtscel kan dit veel invloed hebben op het kind.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

mutaties

Veel mutaties zijn onschadelijk, sommige zijn schadelijk en sommige geven juist een voordeel.


Slide 22 - Tekstslide

mutagene invloeden

Sommige stralingen of stoffen zorgen ervoor dat er meer mutaties in het lichaam ontstaan.


Bijvoorbeeld: UV straling/röntgenstraling of sigarettenrook/asbest

Slide 23 - Tekstslide

kanker

Soms vinden mutaties plaats in genen die de celdeling regelen.

Hierdoor kunnen cellen zich heel snel gaan delen, dit zorgt voor een gezwel(tumor).

Als de tumor snel groeit spreek je van kanker.

mutagene stoffen kunnen kankerverwekkend zijn. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

maken
41 en 43
45
Eerder klaar? Dan diagnostische toets maken.

Slide 26 - Tekstslide