V3 werkwoordspelling

vwo 3
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

vwo 3

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Kennis maken en plattegrond
Uitleg werkwijze dit jaar
Uitleg werkwijze spelling
Toetsdata tot en met de herfstvakantie: noteren!
Uitleg boektoetsen
Start werkwoordspelling

Slide 2 - Tekstslide

Even kennismaken

Slide 3 - Tekstslide

Werkwijze dit jaar
Wat doe op je laptop:
Bepaalde (grotere) opdrachten uit je boek, als ik dat aangeef
Digitale opdrachten

Wat schrijf je in je schrift:
Opdrachten uit je boek
Aantekeningen

Digitaal boek is niet toegestaan; je mag wel samendoen. Minimaal 1 boek per tweetal (samen afspreken). Allebei geen boek? Dan wordt bij allebei boek vergeten genoteerd in Magister! Geldt ook voor leesboek vergeten.

Slide 4 - Tekstslide

Toets werkwoordspelling
29 september: formatieve toets spelling (min. 80%)
4 oktober: boektoets 1

Slide 5 - Tekstslide

Boektoetsen

Dit jaar: 4 boeken lezen, 1 keer een kort verhaal (met bijbehorende opdrachten waar je een apart cijfer voor krijgt)


Welke boeken zijn toegestaan?

Niveau C/D uit de mediatheek óf lezenvoordelijst.nl vanaf niveau 3 (12-15 jaar). Dit jaar: twee keer Nederlandse schrijver, twee keer vertaald. Bij twijfel, vraag het na bij mij!

Slide 6 - Tekstslide

Maandag 19 september

  • Uitleg werkwijze
  • Filmpje uitleg werkwoordspelling (zelfstandig bekijken)
  • Test werkwoordspelling
  • Opdrachten maken (afhankelijk van uitslag test)
  • Tijd over? Pak je leesboek

                                                                                                                              

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoordspelling
werkwoordspelling
Nieuw Nederlands, hoofdstuk 1

Slide 8 - Tekstslide

werkwijze
1. Vóór elke les bekijk je thuis het instructiefilmpje. De link naar het filmpje vind je in deze LessonUp of in Magister. 
2. Aan het begin van de les controleer je of je de uitleg begrepen hebt. Je maakt daarvoor een korte test. De link naar de test krijg je  van je docent.
3. De uitslag van de tekst bepaalt in welke groep je zit. Het groepsnummer geeft aan of je nog wat extra uitleg van je docent nodig hebt of dat je zelfstandig aan de slag kunt. 
4. Als je tijd over hebt in de les, lees je in je leesboek.
                                                                     Succes! 

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordspelling

Waarom werkwoordspelling?

Dit filmpje mag je zelf bekijken tijdens de les. 

Op deze manier kun je onderdelen overslaan die jij al goed denkt te beheersen.



Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Vandaag

Slide 12 - Tekstslide

Test werkwoordspelling
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
Let op! Als je meerdere antwoorden moet geven, typ je na elk antwoord een komma: wordt, verrast 
link: socrative.com - login (rechts bovenin) - student login 
Room name: ASLHETSTREEK

Slide 13 - Tekstslide

opdrachten Talent, par. 2.9 (online)
groep 1: minder dan vijftig procent goed (extra instructie)

groep 2: vijftig tot tachtig procent goed 

groep 3: meer dan tachtig procent goed 


Kom vooraan zitten!
opdracht 1 t/m 6

opdracht 1, 4 t/m 6


opdracht 4 t/m 6

Slide 14 - Tekstslide

Dinsdag 20 september
- Vragen over de opdrachten van vandaag?
- Bekijk het filmpje over Engelse werkwoorden
- Maak de test in Socrative over Engelse werkwoorden
- Maak de opdrachten van versterk jezelf par. 2.9 (zie volgende slide)
- Klaar? Pak je leesboek

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

opdrachten Talent test jezelf, par. 2.9 (online)
groep 1: minder dan vijftig procent goed (extra instructie)

groep 2: vijftig tot tachtig procent goed 

groep 3: meer dan tachtig procent goed 


Kom vooraan zitten!
alle opdrachten van versterk jezelf (Engelse werkwoorden)
 2/3 opdrachten van versterk jezelf

1/3 opdrachten van versterk jezelf

Slide 17 - Tekstslide

Donderdag 22 september


Bekijk zelfstandig het filmpje 'Pittige brief van je baas' en schrijf mee! (slide 16)
Zorg voor witregels tussen je zinnen/regels.
Brief geschreven? Wissel uit met je buurman/buurvrouw.
Markeer/onderstreep de fouten en zet de verbetering eronder.
Waar komen jullie niet uit? Markeer ze rood of zet er een uitroepteken achter. Deze bespreken we klassikaal.
Ben je eerder klaar? Pak je leesboek

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Maandag 26 september

Lezen ('5)


Klassikaal bespreken van de brief


Maak hiervan nog minimaal twee opdrachten online: https://www.cambiumned.nl/oefenen/spelling/werkwoordspelling/ 
Maak een screenshot van de opdracht als je hem af hebt en lever in op de volgende slides.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Lever hier screenshot van de eerste opdracht van Cambiumned in.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Link

Lever hier screenshot van de tweede opdracht van Cambiumned in.

Slide 24 - Open vraag

Welk onderdeel van werkwoordspelling wil je nog herhalen?

Slide 25 - Open vraag

Dinsdag 27 september
Lezen ('5)
Simulise aanmaken
Herhalen Engelse werkwoorden en voltooid deelwoorden
Extra oefenen: versterk jezelf online methode

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Engelse werkwoorden
Bij de meeste werkwoorden  werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 28 - Tekstslide

maar..... let op de uitspraak           -n

Slide 29 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: timen
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede

Slide 30 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette

Slide 31 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: lunchen
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde

Slide 32 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, tt: deleten
A
deletet
B
delet

Slide 33 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: racen
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete

Slide 34 - Quizvraag

Engelse ww
-Hetzelfde als Nederlandse werkwoorden
-Bij werkwoorden die eindigen op -e de 'e' laten staan 
faken --> stam: fake --> hij fake+t (tt)
                                           --> hij fake+te

Slide 35 - Tekstslide

Mijn vader (downloaden, tt) elke dag een paar nieuwe liedjes
A
download
B
downloat
C
downloadt
D
downloadde

Slide 36 - Quizvraag

De journalist (interviewen, tt) mij voor de derde keer.
A
interviewt
B
intervieuwt
C
interviewd
D
interviewdde

Slide 37 - Quizvraag

Jason (barbecueën, tt) het liefst in de achtertuin van zijn huis.
A
barbecued
B
barbecuedt
C
barbecuet
D
barbecuette

Slide 38 - Quizvraag

Op die gladde weg (skate, tt) mijn vriendje het liefst.
A
skatet
B
skate
C
skated

Slide 39 - Quizvraag

Romy en Marie (racen, vt) op hun fiets door de straat
A
raceten
B
racetten
C
raceden

Slide 40 - Quizvraag

Tijdens de marathon (finishen, vt) Anniek en Irma tegelijk.
A
finishden
B
finishten
C
finishtten

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Link

Let op: voltooid deelwoord
Soms begint een werkwoord al met be-, ver-, ont-, of her-. Deze krijgt dan géén ge- aan het begin van het voltooid deelwoord.

Voorbeelden: betaald, verteld, ontvoerd, hersteld.

Slide 43 - Tekstslide

Zij herhaald die werkwoordspelling voortdurend.
A
goed
B
fout

Slide 44 - Quizvraag


Aan het begin van het jaar (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 45 - Quizvraag

werkwoordspelling
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

Slide 46 - Quizvraag

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 47 - Quizvraag

(worden) jij ook zo moe van werkwoordspelling?
A
word
B
wordt
C
wert

Slide 48 - Quizvraag

Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente

Slide 49 - Quizvraag

werkwoordspelling
De jongens (begeleiden) gisteren de vrouw naar huis.
A
begeleiden
B
begeleidden
C
begeleidde
D
begeleden

Slide 50 - Quizvraag