De Rooms-Katholieke kerk en de Oosters orthodoxe kerk

Het christendom
De Rooms-Katholieke Kerk en de Oosters Ortodoxe Kerk
H5 par. 2/3. en par. 4 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het christendom
De Rooms-Katholieke Kerk en de Oosters Ortodoxe Kerk
H5 par. 2/3. en par. 4 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
25. De leerling kan onder woorden brengen hoe in Europa langzaamaan de visie op de positie van vorst en paus veranderd zijn.
26. De leerling kan omschrijven wat de aanleidingen zijn geweest voor de scheiding tussen de oosterse (orthodoxe) en westerse  (Rooms-Katholieke) kerk .
27. De leerling kan aan de hand van voorbeelden verschillen noemen en herkennen tussen de huidige rooms-katholieke kerk en oosters-orthodoxe kerk.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Samenwerking tussen vorst en bisschop: geloof bepaalt alles
Lange tijd waren kerk en staat niet scheiden in Europa. De paus gehoorzaamde aan de keizer of koning (de uiteindelijke 'baas'), deze wereldlijke machthebbers hadden de uiteindelijke macht, waren vanzelfsprekend gelovig en liet zich ook leiden of adviseren door geestelijke leiders. De wereldlijke machthebbers boden de uiteindelijke bescherming aan de gelovigen: zij waren de baas. Daarbij stonden zij dus uiteindelijk aan het hoofd van de kerk. Lange tijd was het normaal dat een hele bevolking dezelfde religie had als de koning. Soms was het binnen Europa zelfs zo streng dat iedereen christelijk moest zijn (of zich moest bekeren). Iedereen die anders gelovig was werd als 'ketter' bestempeld en ondervond soms zelfs de doodstraf.

Slide 4 - Tekstslide

Scheiding van kerk en staat
 De koning of keizer bepaalde wie paus was en was de uiteindelijke baas van de kerk.  Soms was er ook sprake van vriendjespolitiek. Soms werden functies van geestelijke ambten zelfs 'gekocht'. Het was paus Leo IX  (11e eeuw) die hervormingen in de kerkstructuur wilde. De paus moest meer macht krijgen om op te treden tegenover koningen en keizers.  Binnen de kerk moest de paus en niet de koning/keizer de baas zijn.  Hervormers stelde dat de paus de kerk moest besturen en niet meer een vorst (die als leek van het geloof werd beschouwd).  Paus Gregorgius nam als paus  de absolute macht. Onder paus Urbanus II  was voor het eerst de Europese christenheid verenigde onder het geloof. Voortaan waren pausen autonome bestuudrers van de kerk. 

Slide 5 - Tekstslide

1. Wat was voor paus Leo IX (in de 11e eeuw) een belangrijk knelpunt om tot hervorming van de kerkstructuur te pleiten?

Slide 6 - Open vraag

2. De paus had voortaan autonoom bestuur. Wat hield dat in?

Slide 7 - Open vraag

Welke landen zijn oosters-orthodox christelijk?

Slide 8 - Woordweb

De scheiding tussen de oosterse en westerse kerk
Concilie van Nicea (325): God = de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Heilige Geest komt voort uit de Vader. 
Concilie van Chaldeon (451): Jezus heeft een goddelijke én menselijke natuur.
Keizer Hendrik II (972-1024): de Heilige Geest komt voort uit de Vader én de Zoon.

Binnen de kerk in het Oosten was de kerkleider (de patriarch van Constantinopel) het niet eens met deze laatste toevoeging. Hij nam hiermee afstand van de paus van Rome. 

Slide 9 - Tekstslide

Rooms-Katholiek en Oosters-Orthodox
 Het woord ‘rooms’ komt van Rome waar de leider van deze kerkelijke stroming woont: de paus. 

Het woord orthodox betekent het ‘juiste’ geloof. Het oostelijke, Grieks-sprekende deel van het Romeinse Rijk, vond dat zij het juiste geloof had en noemde zich orthodox. 
 Het woord ‘rooms’ komt van Rome waar de leider van deze kerkelijke stroming woont: de paus. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

3. Haal vijf voorbeelden uit het voorgaande filmpje: waarin zitten inhoudelijke verschillen tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de Oosters-Orthodoxe Kerken?

Slide 12 - Open vraag

4. Zijn er nog moeilijk woorden te vinden in H5, par. 3 of 4?

Slide 13 - Open vraag

Terugkoppeling leerdoelen 
25. De leerling kan onder woorden brengen hoe in Europa langzaamaan de visie op de positie van vorst en paus veranderd zijn.
26. De leerling kan omschrijven wat de aanleidingen zijn geweest voor de scheiding tussen de oosterse (orthodoxe) en westerse (Rooms-Katholieke) kerk .
27. De leerling kan aan de hand van voorbeelden verschillen noemen en herkennen tussen de huidige rooms-katholieke kerk en oosters-orthodoxe kerk.


Slide 14 - Tekstslide