Samenwerking tussen vorst en bisschop: geloof bepaalt alles
Lange tijd waren kerk en staat niet scheiden in Europa. De paus gehoorzaamde aan de keizer of koning (de uiteindelijke 'baas'), deze wereldlijke machthebbers hadden de uiteindelijke macht, waren vanzelfsprekend gelovig en liet zich ook leiden of adviseren door geestelijke leiders. De wereldlijke machthebbers boden de uiteindelijke bescherming aan de gelovigen: zij waren de baas. Daarbij stonden zij dus uiteindelijk aan het hoofd van de kerk. Lange tijd was het normaal dat een hele bevolking dezelfde religie had als de koning. Soms was het binnen Europa zelfs zo streng dat iedereen christelijk moest zijn (of zich moest bekeren). Iedereen die anders gelovig was werd als 'ketter' bestempeld en ondervond soms zelfs de doodstraf.