3 Kader Economie, week 11 les 1

Terugblik paragraaf 6.4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Terugblik paragraaf 6.4

Slide 1 - Tekstslide

Productiekosten kan je in 2 soorten verdelen. Vaste en variabele kosten. Wat is het verschil tussen deze 2 kosten?

Slide 2 - Open vraag

Wat is de juiste betekenis van arbeidsproductiviteit?
A
Arbeidsproductie is de maximale hoeveelheid die een bedrijf kan produceren.
B
Arbeidsproductie is rekening bij de productie van producten met de gevolgen voor mens en milieu.
C
Arbeidsproductiviteit is de productie per persoon in een bepaalde tijd.

Slide 3 - Quizvraag

Een bedrijf kan de arbeidsproductiviteit laten toenemen door nieuwe, betere machines te gebruiken of door andere technologische verbeteringen toe te passen.
Noteer twee andere mogelijkheden om de arbeidsproductiviteit te verbeteren.

Slide 4 - Open vraag

Herhaling berekeningen H6

Slide 5 - Tekstslide

Afschrijvingskosten ?

Slide 6 - Tekstslide

De aanschaf van een machine kost € 170.000. De machine gaat naar verwachting twaalf jaar mee. Daarna is de geschatte restwaarde nog € 14.000.
 Bereken de afschrijvingskosten per jaar.

Slide 7 - Tekstslide

  (€ 170.000 – € 14.000) ÷ 12 = € 13.000


Slide 8 - Tekstslide

Opbouw Consumentenprijs?

Slide 9 - Tekstslide

De verkoopprijs van een vaas is € 25. Daar komt nog 21% btw bij.
 Bereken de consumentenprijs van een vaas.

Slide 10 - Tekstslide


 Btw: 21% van € 25 = 0,21 × € 25 = € 5,25
  Consumentenprijs: € 25 + € 5,25 = € 30,25

Slide 11 - Tekstslide

BTW uit de consumentenprijs halen?

Slide 12 - Tekstslide

Hafsa heeft voor haar winkel reclamefolders laten drukken. Ze krijgt hiervoor een rekening van € 120 (inclusief 21% btw).
 Bereken het bedrag aan btw dat hierin verwerkt zit.

Slide 13 - Tekstslide

€ 120 ÷ 121 × 21 = € 20,83

Slide 14 - Tekstslide

Nettoresultaat berekenen?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit berekenen?

Slide 19 - Tekstslide

Een pakketbezorger werkt in een jaar 48 weken. Per week werkt hij 40 uur. In een jaar bezorgt hij 33.600 pakketjes.
 Bereken zijn arbeidsproductiviteit per uur.

Slide 20 - Tekstslide



33.600 ÷ 48 = 700 pakketjes per week
700 ÷ 40 = 17,5 pakketjes per uur

Slide 21 - Tekstslide