2tha1 Grammatica kww, zww, hww in samengs. zin, 2ha1 enn fictie 2th1

Welkom 2tha1
Spullen voor de les:
Laptop (opgeladen)
Spullen voor fictieopdracht
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2tha1
Spullen voor de les:
Laptop (opgeladen)
Spullen voor fictieopdracht

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Vlog leesboek kijken
  • Uitleg: fictieopdrachten
  • Terugblik uitleg: grammatica woordsoorten
  • Zelfstandig werken 
  • Evaluatie les

Slide 2 - Tekstslide

Schrijver:
Danielle Bakhuis
In Werkendam loopt een moordenaar van tieners rond.
Horror-titel !

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

#boekpraat

*Spreekt dit boek jou aan? Waarom wel of niet? 

*Welk genre boek spreekt jou het meeste aan?

Slide 5 - Tekstslide

Fictiedossier
Keuzeopdrachten:
*Boekposter/ folder
*Recensie schrijven
*Interview favoriete personage
(Teams/ NL 2023.2024)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Grammatica woordsoorten
zelfstandig werkwoord,  hulpwerkwoord en koppelwerkwoord
in een samengestelde zin

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoel
- Werkwoordelijk gezegde en naamwoordelijk gezegde 
-zelfstandig werkwoord
- hulpwerkwoord
- koppelwerkwoord

Slide 9 - Tekstslide

2th, huiswerk
Grammatica

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Je maakt online: De Brug/ Meestromen/ $5 grammatica persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Tekstslide

Grammatica

- zelfstandig werkwoord
- hulpwerkwoord
- koppelwerkwoord

Slide 11 - Tekstslide

werkwoordelijk gezegde <-> naamwoordelijk gezegde

In het Nederlands heb je twee soorten zinnen.

Zinnen waarin iemand iets doet = werkwoordelijk gezegde.
Zinnen waarin iemand iets is = naamwoordelijk gezegde.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Zelfstandig werkwoord (zww)
Wanneer een werkwoord de handeling / actie aangeeft, 
spreek je van een zelfstandig werkwoord. (zww)


Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin.

Slide 14 - Tekstslide

Koppelwerkwoord (kww)
- geeft geen handeling aan.
- koppelt het onderwerp aan een kenmerk of eigenschap verderop in de zin. 
- kan er maar 1 van in de zin staan.

het onderwerp doet niets, maar is iets.

Slide 15 - Tekstslide

Koppelwerkwoord

zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen (heten, dunken en voorkomen)



Slide 16 - Tekstslide

Een zww zit nooit samen (in een enkelvoudige zin) met een kww.

Slide 17 - Tekstslide

Hulpwerkwoord (hww)
Wanneer een werkwoord geen handeling aangeeft, spreek je van een hulpwerkwoord.

Je kunt de verdwijnproef toepassen en het werkwoord dat overblijft, is het zelfstandig werkwoord. De verdwenen werkwoorden zijn hulpwerkwoorden.

Slide 18 - Tekstslide

ns.vgw 
ns.vwg = nevenschikkend voegwoord
Dit voegwoord verbindt twee hoofdzinnen aan elkaar.
Er zijn vijf nevenschikkende voegwoorden: dus, en, maar, of en want.


Slide 19 - Tekstslide

os.vgw
os.vwg = onderschikkend voegwoord
Dit voegwoord verbindt meestal een hoofdzin en een bijzin.

Onderschikkende voegwoorden zijn onder meer: aangezien, als, dan, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, omdat, opdat, tenzij, terwijl, toen, voordat, zodat en zodra.

Slide 20 - Tekstslide

Even samen oefenen
2tha1:
Nog lastig? doe mee met oefenen.
anders
--> werk je aan je fictieopdracht.

Slide 21 - Tekstslide

Zelfstandig werken


2tha1: Je maakt online of in je boek
Cursus 5 Grammatica
$12 Zww, kww en hww in samengestelde zinnen, opdracht 1 / 4

timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Evaluatie

2th1: Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

2tha1: Zww, kww en hww in samengestelde zinnen

Vond je het nog lastig?
Nog extra uitleg?

Slide 23 - Tekstslide

Donderdag 20 juni a.s.
Inleverdatum PO periode 3: 

Fictieopdracht naar keuze!

Slide 24 - Tekstslide