woorden 1.3 les 1 samenstellingen

Wat gaan we doen?
Herhalen woorden paragraaf 1.3
Samenstellingen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
Herhalen woorden paragraaf 1.3
Samenstellingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitief Verslag lockdown
Feedback zit in It's Learning (druk op de drie balletjes en dan op downloaden)
Deze week verbeteren.
Inleveren in It's Learning (Alleen dan krijg je een cijfer! Telt 2x)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling
Bestudeer  theorie blz. 24 uit het boek.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soms gaat het fout
Er volgt nu een paar voorbeelden waarbij er een foutje is gemaakt bij het (niet) samenstellen van woorden. Kan je de fout ontdekken?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Hier zijn er twee!

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de samenstelling op:

+

Slide 18 - Open vraag

Handtas klinkt soms als */hantas/: de d van hand valt weg in de uitspraak. Toch schrijf je handtas omdat het woord een samenstelling is van hand en tas
Schrijf de samenstelling op:

+

Slide 19 - Open vraag

In kerkklok hoor je de laatste k van kerk of de eerste k van klok niet. Toch schrijf je kerkklok omdat het woord een samenstelling is van kerk en klok.
Schrijf de samenstelling op:


Slide 20 - Open vraag

Tandpasta klinkt soms als */tampasta/: hierbij mist niet alleen een letter in de uitspraak, maar veranderen ze zelfs naar een andere letter. Toch schrijf je tandpasta, omdat het woord een samenstelling is van tand en pasta
Hoe schrijf je de samenstelling: leraar + kamer
A
leraarskamer
B
lerarekamer
C
leraarkamer
D
lerarenkamer

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je de samenstelling: zon + stelsel?
A
zonnenstelsel
B
zonstelsel
C
zonnestelsel

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je de samenstelling: stage plaats?
A
stageplaats
B
stagesplaats
C
stagenplaats

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je de samenstelling: karn + melk?
A
karnmelk
B
karnemelk
C
karnenmelk

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je de samenstelling: beer + gezellig?
A
berengezellig
B
beregezellig

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

woorden 1.3
Zie boek blz 23 & blz 24

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent ‘uiterst’?
A
Iets bereiken
B
Aantonen
C
Bezitten
D
Heel erg

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent ‘erop nahouden’?
A
Iets bereiken
B
Aantonen
C
Bezitten
D
Heel erg

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent ‘de focus’?
A
Iets bereiken
B
Overal
C
De concentratie
D
Nadoen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent ‘roemen’?
A
Heel erg
B
Rekening houden met
C
Prijzen, goede kwaliteiten noemen
D
Bezitten

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies