C2 voegwoorden, reclame apparaat (wk 4, les 2)

Welkom groep C2!
NT2
23-09-2021
Mevrouw Hilde


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom groep C2!
NT2
23-09-2021
Mevrouw Hilde


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
2e uur:
  • grammatica: voegwoorden

3e uur:
  • DISK taak

Slide 2 - Tekstslide

Voegwoorden

Slide 3 - Tekstslide

voegwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Welke voegwoorden ken je?

Slide 5 - Woordweb

Ik doe mijn jas aan …………………. ik heb het koud
A
omdat
B
dus
C
want
D
maar

Slide 6 - Quizvraag

De schapen eten gras ........................... ook hooi.
A
dus
B
en
C
omdat
D
want

Slide 7 - Quizvraag

De kleren van Maarten zijn vies ........................ hij in de sloot viel.
A
want
B
dus
C
en
D
omdat

Slide 8 - Quizvraag

De kinderen hadden hun zwemkleding bij zich .................. er was helemaal geen zwembad
A
maar
B
dus
C
omdat
D
of

Slide 9 - Quizvraag

Veel mensen krijgen hooikoorts ....................... het lente is.
A
maar
B
want
C
of
D
als

Slide 10 - Quizvraag

Met de voegwoorden "en maar, dus, of, want", maak je een .........................
A
hoofdzin + inversie
B
een bijzin en een hoofdzin
C
inversie + een bijzin
D
een hoofdzin en een hoofdzin

Slide 11 - Quizvraag

Met de voegwoorden "omdat en als", maak je ..........
A
een hoofdzin + een bijzin
B
Een hoofdzin + een hoofdzin
C
Een hoofdzin + inversie
D
Een bijzin en een bijzin

Slide 12 - Quizvraag

Als een samengestelde zin begint met een bijzin, dan krijg je in de hoofdzin .............
A
geen voegwoord
B
het werkwoord op het einde
C
inversie
D
een voegwoord

Slide 13 - Quizvraag

toen = when
nadat = after
voordat = before
zodat = so that
doordat = because of
sinds = since
als = if
terwijl = while
zodra = as soon as
hoewel = altough

Slide 14 - Tekstslide

Daniel wil op voetbal, …………………. de voetbalclub ver weg is.
A
nadat
B
sinds
C
hoewel
D
zodra

Slide 15 - Quizvraag

Ik mag tv kijken ... ik mijn huiswerk heb gemaakt.
A
want
B
nadat
C
dus
D
hoewel

Slide 16 - Quizvraag

... het regent, ga ik op de fiets naar school.
A
omdat
B
want
C
hoewel
D
als

Slide 17 - Quizvraag

Ze trok haar rok over haar knie, ........................ niemand haar kapotte panty kon zien
A
toen
B
zodat
C
wanneer
D
terwijl

Slide 18 - Quizvraag

Dit gebouw staat al in deze straat ………………… de vijftiger jaren.
A
zodat
B
waardoor
C
terwijl
D
sinds

Slide 19 - Quizvraag

Vul het juiste voegwoord in
Mijn vriendin gaat trouwen ………………… de coronacrisis voorbij is

Slide 20 - Open vraag

Maak een zin met het voegwoord 'voordat.'

Slide 21 - Open vraag

Maak een zin met het voegwoord 'terwijl.'

Slide 22 - Open vraag

We gaan vaak naar het strand …………………… we in Haarlem wonen.

Slide 23 - Open vraag

Aan de slag!
De Taalschool 3.1 opdracht 2 (blz. 40 t/m 41)

Daarna bespreken.

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag!
De Taalschool 3.1 opdracht 3 (blz. 41)

Daarna bespreken.

Slide 25 - Tekstslide

Welke apparaten ken jij
allemaal?

Slide 26 - Woordweb

de stofzuiger
de staafmixer
de batterij
de föhn

Slide 27 - Sleepvraag

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Je gaat een reclame maken voor een apparaat. Denk na over deze vragen:

1. Voor welk apparaat ga je reclame maken? Je smartphone, een app, een digitale camera of ander apparaat?
2. Waarom is het apparaat zo goed? Wat vind je er leuk aan?
 Wat kun je ermee doen? Waarom moet iemand anders het ook gaan gebruiken?

  • Maak in groepjes een poster van jouw apparaat.
  • Schrijf de eigenschappen van het apparaat op.


Slide 30 - Tekstslide

Welk woord ben ik?
  • Bestudeer 3 minuten de woordenlijst.
  •  Kies een woord en plak het op je klasgenoot.
  • Raad het woord op je rug met behulp van je klasgenoten.
  • Loop door de klas en zoek een partner.
  • Je partner geeft een definitie/omschrijving                           van het woord.
timer
3:00

Slide 31 - Tekstslide

Schoolwerk

  • DISK thema 9: technologie
  • DISK grammatica
  • De Taalschool: 3.1 hoofdzinnen en                         bijzinnen (blz 40 t/m 44)
  • Klare Taal: les 47 en 48 (blz 126 t/m 129)
                                 
TOT VOLGENDE WEEK!

Slide 32 - Tekstslide