Obligaties zijn leningen aan bedrijven of de overheid.
Over een belegging in obligaties ontvang je rente.
Slide 5 - Tekstslide
Obligaties
Uitleg
Beloning
Risico
Lening aan bedrijf of overheid (verhandelbaar schuldbewijs)
Vaste rente
Bedrijf kan zijn financiële verplichtingen niet nakomen
Slide 6 - Tekstslide
obligaties
Slide 7 - Tekstslide
Aandelen
Je bent mede-eigenaar van een bedrijf (voor dat deel)
Je betaalt een aandeel voor een bedrag
De aandelenkoers bepaalt wat de waarde is van een aandeel.
Slide 8 - Tekstslide
Geld verdienen aan aandelen
door koersstijgingen van je aandelen
door dividend dat wordt uitgekeerd
Wat is het risico?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Aandelen
Beleggen in aandelen.
Aandelen: je koopt en wordt mede-eigenaar van een bedrijf (aandeelhouder)
Je krijgt een deel v.d. winst uitgekeerd (dividend)
hoger risico dan obligaties
Obligaties
Beleggen in obligaties
Obligaties: je leent jouw geld voor een bepaalde tijd aan de overheid of een bedrijf
Je ontvangt rentevergoeding
Slide 11 - Tekstslide
Anna heeft € 15.000 op een spaarrekening staan. Haar vriendin vindt zo’n spaarrekening ouderwets. Beleggen geeft een hoger rendement, zegt ze.
Anna besluit haar spaargeld te beleggen. Is de kans groot dat Anna over een paar jaar al haar geld kwijt is? Leg je antwoord uit.
Slide 12 - Open vraag
Haar vriendin zegt dat beleggen meer oplevert dan een spaarrekening. Is dat altijd zo? Leg je antwoord uit.
Slide 13 - Open vraag
Zou jij al je spaargeld willen beleggen? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Open vraag
Opdracht 6
6A. Stel, Anna had 100 aandelen Unilever gekocht op het dieptepunt in jaar 4, en ze had deze op het hoogtepunt in jaar 5 weer verkocht. Hoeveel koerswinst zou ze dan gemaakt hebben?
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht 6
* antwoord A = (€ 24 – € 14) × 100 = € 1.000
6B. Hoeveel procent winst zou Anna dan gehaald hebben? Rond af op hele procenten.