Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Paragraaf 3.3 Hoe werkt de markt?
Pincode Hoofdstuk 3. Hoe werken markten?
Wat is de vraag?
Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?
Hoe werkt de markt?
Wat speelt er op de arbeidsmarkt?
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Pincode Hoofdstuk 3. Hoe werken markten?
Wat is de vraag?
Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?
Hoe werkt de markt?
Wat speelt er op de arbeidsmarkt?
Slide 1 - Tekstslide
Opgave 31 (marktevenwicht)
Bereken de evenwichtsprijs en -hoeveelheid van de vraaglijn q
v
= –1p + 10 en de aanbodlijn q
a
= 4p – 20.
bij marktevenwicht geldt: q
v
= q
a
dus -1p + 10 = 4p -20 => -
5p = -30 => p = 6 => evenwichtsprijs = € 6
p = 6 invullen in q
v
= -1p + 10 => q
v
= -1 x 6 + 10 => q
v
= 4 => evenwichtshoeveelheid = 4 stuks
opdracht: teken de vraag- en aanbodlijn en wijs het marktevenwicht aan
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
H3. Hoe werken markten?
Kleuren:
rood
ik weet nog weinig tot niets van dit leerdoel
oranje
ik beheers dit leerdoel nog onvoldoende, maar weet er al wel iets van
groen
ik beheers dit leerdoel voldoende
blauw
ik beheers dit leerdoel goed zodat ik het een ander kan uitleggen
Slide 3 - Tekstslide
Als je kijkt naar de markt voor mobiele telefoons.
Hoeveel aanbieders en hoeveel vragers denk je dat er zijn?
weinig aanbieders en weinig vragers
weinig aanbieders en veel vragers
veel aanbieders en weinig vragers
veel aanbieders en veel vragers
Slide 4 - Poll
Marktvormen
Om te bepalen van wat voor
marktvorm
er sprake is kijk je naar:
het type product:
homogeen
(gelijksoortige producten) of
heterogeen
(van elkaar verschillende producten)
het aantal aanbieders op de markt
Slide 5 - Tekstslide
Marktvormen (globaal)
Slide 6 - Tekstslide
Volkomen concurrentie
Bij
volkomen concurrentie
horen de volgende eigenschappen:
exact dezelfde producten (homogene producten)
veel vragers en veel aanbieders
de markt is transparant
aanbieders kunnen toetreden en vertrekken wanneer ze willen
Eén aanbieder kan de marktprijs
niet
veranderen:
de aanbieder is een
hoeveelheidsaanpasser
.
Voorbeeld
: graan/aandelenmarkt
Slide 7 - Tekstslide
Monopolitsche concurrentie
Bij
monopolistische concurrentie
horen de volgende eigenschappen:
niet exact dezelfde producten (heterogene producten)
veel vragers en veel aanbieders
de markt is niet transparant
aanbieders kunnen toetreden en vertrekken wanneer ze willen
Bij monopolistische concurrentie kunnen aanbieders
hun eigen prijs bepalen rekening houdend met de
concurrentie.
Voorbeeld
: auto's, kledingswinkel, restaurants
Slide 8 - Tekstslide
Oligopolie
Bij een
oligopolie
zijn er maar weinig aanbieders en daardoor kun je moeilijk toetreden. Je kun een onderscheid maken in 2 soorten oligopolie:
met homogene producten,
voorbeeld
: ruwe olie
met heterogene producten,
voorbeeld
: benzinestation
Om deze concurrentie te verminderen kunnen oligopolisten:
verboden
kartelafspraken
, over prijs, productieomvang en verdeling van de markt
prijsverlagingen doorvoeren, dit kan leiden tot een
prijzenoorlog
Slide 9 - Tekstslide
Monopolie
Bij een
monopolie
is er maar één aanbieder. Zij kan daarom zelf de prijs bepalen: de aanbieder is een
prijsaanpasser
.
Voorbeeld
: trein op het landelijke net (NS) Aqualectra
maar concurrentie op het regionale net
Slide 10 - Tekstslide
Marktvormen (detail)
Slide 11 - Tekstslide
Marktvormen (perfect)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Welke marktvorm heeft weinig aanbieders
(en veel vragers)?
A
monopolie
B
oligopolie
C
monopolistische concurrentie
D
volkomen concurrentie
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een eigenschap van de marktvorm volkomen concurrentie?
A
één aanbieder
B
homogeen product
C
moeilijke toetreding
D
heterogeen product
Slide 15 - Quizvraag
In welke marktvorm bevindt it Dreamlân (www.itdreamlan.nl) zich?
A
monopolie
B
oligopolie
C
monopolistische concurrentie
D
volkomen concurrentie
Slide 16 - Quizvraag
Welk product (markt) is een vorm van een oligopolie?
A
melk (rauw)
B
stoelen
C
supermarkt
D
bloemen
Slide 17 - Quizvraag
Leerdoelen
H3. Hoe werken markten?
Kleuren:
rood
ik weet nog weinig tot niets van dit leerdoel
oranje
ik beheers dit leerdoel nog onvoldoende, maar weet er al wel iets van
groen
ik beheers dit leerdoel voldoende
blauw
ik beheers dit leerdoel goed zodat ik het een ander kan uitleggen
Slide 18 - Tekstslide
Maakwerk voor de volgende keer
Paragraaf 3.3 Hoe werkt de markt?
Opgaven 37, 39, 40, 41, 42, 44, 45 en 46
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Paragraaf 3.3 Hoe werkt de markt?
Oktober 2023
- Les met
19 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Paragraaf 3.3 Hoe werkt de markt?
Oktober 2023
- Les met
18 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Marktvormen
Oktober 2018
- Les met
26 slides
door
economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
3.4 Macht op de markt
Augustus 2018
- Les met
50 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Herhalingsles hfst 3
Juni 2023
- Les met
27 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3.3 Hoe werkt de markt?
Maart 2023
- Les met
27 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Concurrentie
Januari 2019
- Les met
26 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Les 7: Paragraaf 1.7: Marktvormen en Test Jezelf
September 2024
- Les met
26 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4