Het zenuwstelsel

Het zenuwstelsel
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
de onderdelen van het centrale en perifere zenuwstelsel benoemen.
de soorten cellen van het zenuwstelsel en hun functie benoemen.
de onderdelen van een zenuwcel (neuron) benoemen.
beschrijven waar de grijze en witte stof uit bestaat.

Slide 2 - Tekstslide

Het zenuwstelsel als regelsysteem
Het zenuwstelsel werkt snel via elektrische prikkels die worden voortgeleid langs de uitlopers van zenuwcellen (neuronen). De zenuwcellen dragen de prikkels over door een boodschapperstof (neurotransmitter). 
Er zijn twee groepen cellen in het zenuwstelsel: zenuwcellen (neuronen) en steuncellen:
  • Neuronen kunnen de prikkels ontvangen en overdragen.
  • Steuncellen zorgen voor voeding en isolatie van de neuronen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Functies van het zenuwstelsel
  • Vegetatieve functies zoals ademhaling, bloeddruk en peristaltiek. Ze worden geregeld door het onwillekeurige (vegetatieve of autonome) zenuwstelsel.
  • Animale functies, zoals voelen (waarnemen, sensibiliteit), bewegen (motoriek), cognitieve functies, emoties en gedrag. Ze worden geregeld door het willekeurige (animale) zenuwstelsel.

Slide 5 - Tekstslide

Centraal en perifeer zenuwstelsel
  • Het centrale zenuwstelsel is omgeven door bot. Het bestaat uit de hersenen (omgeven door de schedel) en het ruggenmerg (omgeven door de wervelkolom).
  • Het perifere zenuwstelsel bestaat uit perifere zenuwen: bundels van lange zenuwceluitlopers buiten het centrale zenuwstelsel.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hersenen
De hersenen bestaan uit de grote hersenen (cerebrum), tussenhersenen, hersenstam en kleine hersenen (cerebellum).

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Bouw van de grote hersenen
De buitenste laag van de grote hersenen heet de hersenschors (cortex cerebri). Deze bestaat uit cellichamen van neuronen en heeft daardoor een grijze kleur (grijze stof). De binnenzijde van de grote hersenen bestaat uit uitlopers van neuronen, omgeven door myeline. Deze heeft daardoor een witte kleur (witte stof).

Slide 10 - Tekstslide

Bouw van de grote hersenen
Binnenzijde
Binnen in de witte stof van de grote hersenen liggen holtes. Dat zijn de hersenventrikels met hersenvloeistof (liquor cerebrospinalis).

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Functies hersenen
  • Grote hersenen: regiefunctie
  • Hersenstam en tussenhersenen: verbindingsfunctie
  • Kleine hersenen: Coördinatie en evenwicht

Slide 13 - Tekstslide

Ruggenmerg
Het ruggenmerg loopt vanaf de 
hersenstam tot de twaalfde 
borstwervel (thoracale wervel) of de 
eerste lendenwervel.
halsruggenmerg
borstruggenmerg
lendenruggenmerg (lumbaal ruggenmerg)
heiligbeenruggenmerg

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Grijze en Witte stof
Binnen in het ruggenmerg ligt grijze stof in een vlindervorm. De ‘vleugels’ van de vlinder zijn de voor- en achterhoorns:

  • In de voorhoorn liggen cellichamen van motorische neuronen (motorische voorhoorncellen).
  • In de achterhoorn komen sensibele prikkels binnen.
Om de grijze stof ligt witte stof met zenuwbanen van en naar de hersenen.

Slide 16 - Tekstslide

Reflexen
  • Gevoelsprikkels die via een ruggenmergzenuw of hersenzenuw het centrale zenuwstelsel binnenkomen, kunnen leiden tot een reflex: een snelle, automatische reactie.
  • Als baby heb je veel reflexen. Deze worden geremd door de hersenen door aanmaak vaan myeline. Dit zorg voor mee gecontroleerde bewegingen. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Route van gevoelsprikkels

Slide 19 - Tekstslide

Pijn regelen
  • Thalamus werkt als volumeknop
  •  Pijnpoort sluiten door tegelijk druk, warmte of koude toe te dienen of door te bewegen

Slide 20 - Tekstslide

Route van bewegingsprikkels

Slide 21 - Tekstslide

Neurotransmitters
  • Uiteinden van zenuwcellen geven via stofjes de prikkel door aan de volgende zenuwcel. Hiervoor zijn neurotransmitters nodig.
  • Neurotransmitters zijn stofjes die aangemaakt worden in de hersenen.
  • Een voorbeeld van een neurotransmitter is dopamine. 

Slide 22 - Tekstslide

Liquor
  • In de hersenen zijn holtes (hersenventrikels) die door kanaaltjes met elkaar zijn verbonden. Ze zijn gevuld met hersenvloeistof.
  • Liquor vangt schokken op en zorgt dat er genoeg vocht in de hersenen blijft. 
  • Liquor bevind zich ook in het ruggenmerg.

Slide 23 - Tekstslide

Hersenvliezen

Slide 24 - Tekstslide

Hersenvliezen
De hersenvliezen lopen door rondom het ruggenmerg. De vliezen rondom de hersenen en het ruggenmerg zijn dus dezelfde drie vliezen:
  • het harde vlies (dura) ligt tegen de binnenzijde van het wervelkanaal. Dit vlies loopt helemaal door tot aan het staartbeen.
  • het spinnenwebvlies ligt tegen de dura. Dit vlies is als een spinnenweb. Tussen de draden van het spinnenweb stroomt liquor.
  • het zachte vlies ligt direct op het ruggenmerg. Dit vlies loopt door tot het einde van het ruggenmerg ter hoogte van de eerste lendenwervel.

Slide 25 - Tekstslide

Lumbaalzak
De dura (het harde vlies) vormt onder in het 
wervelkanaal een zak (lumbaalzak). 
Daarin zit geen ruggenmerg, maar wel liquor. 
En er lopen ruggenmergzenuwen uit de onderste 
delen van het ruggenmerg. 
Wanneer liquor wordt afgenomen voor onderzoek, 
wordt gekozen voor het aanprikken van de 
lumbaalzak (lumbaalpunctie).

Slide 26 - Tekstslide

Onwillekeurig of vegetatieve zenuwstelsel
Orthosympatisch (alert)

Stelt het lichaam in staat om prestaties te leveren. Dit deel overheerst bij activiteit en stress. 
Parasympatisch (rust)

Zorgt voor herstel. Dit deel overheerst tijdens rust en na het eten.

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht
Test je kennis behorend bij Hersenen
Vraag c t/m f van Toets je kennis in de praktijk behorend bij Integratie

Slide 28 - Tekstslide