het ruggenmerg

Herhaling vorige lessen...
Het zenuwstelsel:
  • gevoelszenuwcellen
  • bewegingszenuwcellen
  • schakelcellen
  • gevoels- bewegings- en gemengde zenuwen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Herhaling vorige lessen...
Het zenuwstelsel:
  • gevoelszenuwcellen
  • bewegingszenuwcellen
  • schakelcellen
  • gevoels- bewegings- en gemengde zenuwen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Vragen bij deze plaat:
1. wat voor type zenuwcel is dit?
2. Hoe heet deel 1?
3. In welke richting gaan de impulsen?

Slide 3 - Tekstslide

Vragen bij deze plaat:
1. wat voor type zenuwcel is dit?
2. In welke richting gaan de impulsen?

Bij de pijl is de zenuwceluitloper onderbroken.
3. Wat is het gevolg?
     A Je voelt niets meer.
     B Je kunt je niet meer bewegen.
     C Je voelt niets meer en je kunt je niet meer bewegen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Welk van de volgende delen hoort NIET bij het centrale zenuwstelsel?
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
ruggenmerg
D
zenuwen

Slide 7 - Quizvraag

Je ruikt dat je moeder koekjes bakt. Wat is de geur van de koekjes?
A
een impuls
B
een prikkel
C
een zintuig
D
een zenuw

Slide 8 - Quizvraag

Je pakt een koekje.
De spieren in je arm komen in beweging, doordat zij ... ontvangen.
A
impulsen
B
prikkels
C
zintuigen
D
zenuwen

Slide 9 - Quizvraag

De grote hersenen verwerken impulsen via ... en ... , waardoor verwerking plaatsvindt en jij de geur van koekjes herkent.
A
bewegingszenuwcellen en ruggenmerg
B
gevoelszenuwcellen en ruggenmerg
C
bewegingszenuwcellen en hersenstam
D
gevoelszenuwcellen en hersenstam

Slide 10 - Quizvraag

De spieren in je arm ontvangen impulsen via ...
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
schakelcellen
D
bloedcellen

Slide 11 - Quizvraag

Om de spieren in je arm te kunnen bewegen, gaan impulsen via ...
A
grote hersenen en ruggenmerg
B
grote hersenen en kleine hersenen
C
grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
D
grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg

Slide 12 - Quizvraag

Welke zenuwcellen hebben lange uitlopers?
A
alleen bewegingszenuwcellen
B
alleen gevoelszenuwcellen
C
zowel bewegings- als gevoelszenuwcellen
D
bewegings-, gevoelszenuwcellen en schakelcellen

Slide 13 - Quizvraag

Waar liggen de cellichamen van de bewegingszenuwcellen?
A
in de grote hersenen
B
in de kleine hersenen
C
in het ruggenmerg
D
net buiten het ruggenmerg

Slide 14 - Quizvraag

Wat vinden we in een gemengde zenuw?
A
lange uitlopers van bewegingszenuwcellen
B
lange uitlopers van gevoelszenuwcellen
C
lange uitlopers van zowel bewegings- als gevoelszenuwcellen

Slide 15 - Quizvraag

Het ruggenmerg

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Het wervelkanaal ligt aan de rugzijde
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Zenuwen die aan de rechterzijde van het wervelkanaal uittreden, zijn alleen verbonden met organen aan de rechter zijde.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wat vond je van de uitleg in deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Aan de slag....
Lezen bas 3 Het Ruggenmerg vanaf blz 121
Maken opdr 1,5 en 6

Slide 25 - Tekstslide