7.1, 7.4, 7.5 - Herhaling werkwoord en coniunctivus praesens in de bijzin

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Herhaling Werkwoord en Coniunctivus Praesens in de Bijzin

Herhaling persoonsvormen

Hak de volgende persoonsvorm (zet streepjes tussen de verschillende onderdelen):
monebamur
Voorbeeld: didic-era-m

Vertaal de persoonsvorm van de vorige vraag:
monebamur

Hak de volgende persoonsvorm (zet streepjes tussen de verschillende onderdelen):
laesisti
Voorbeeld: didic-era-m

Vertaal de persoonsvorm van de vorige vraag:
laesisti

Hak de volgende persoonsvorm (zet streepjes tussen de verschillende onderdelen):
cogor
Voorbeeld: didic-era-m

Vertaal de persoonsvorm van de vorige vraag:
cogor

Hak de volgende persoonsvorm (zet streepjes tussen de verschillende onderdelen):
claudetis
Voorbeeld: didic-era-m

Vertaal de persoonsvorm van de vorige vraag:
claudetis

Hak de volgende persoonsvorm (zet streepjes tussen de verschillende onderdelen):
iecerant
Voorbeeld: didic-era-m

Vertaal de persoonsvorm van de vorige vraag:
iecerant

Hak de volgende persoonsvorm (zet streepjes tussen de verschillende onderdelen):
collecti eramus
Voorbeeld: didic-era-m

Vertaal de persoonsvorm van de vorige vraag:
collecti eramus

De modus van een werkwoord

Indicativus, imperativus, coniunctivus

Indicativus of coniunctivus?
veniamus
(venire)

1. indicativus
2. coniunctivus

Indicativus of coniunctivus?
videant
(vidēre)

1. indicativus
2. coniunctivus

Indicativus of coniunctivus?
rogas
(rogare)

1. indicativus
2. coniunctivus

Indicativus of coniunctivus?
mittes
(mittere)

1. indicativus
2. coniunctivus

Indicativus of coniunctivus?
salutetis
(salutare)

1. indicativus
2. coniunctivus

Vertaal de zin:
Pater servos mittit, ut filios quaerant.

Vertaal de zin:
Tam vehemens est tempestas, ut in silva multae arbores deleantur.
(tempestas = storm)

Vertaal de zin:
Cum auxilio egebis, te semper iuvabo.

Vertaal de zin:
Puer gaudet, cum a patre laudetur

Vertaal de zin:
Magno clamore liberi ludunt, ut mater verba patris vix audire possit.

Vertaal de zin:
Cives pauperes timent, ne postea pecunia eis deficiant.

Indirecte vragen

Een indirecte vraag is een vraag waar geen vraagteken achter staat. Er is in een indirecte vraag wel altijd een vraagwoord.

Vergelijk: 

Wat ben je aan het doen? (= gewone (directe) vraag)

Ik vraag wat je aan het doen bent. (= indirecte vraag).

Maak van de twee zinnen een hoofdzin met een indirecte vraag:
Ubi pater est? Nescitis.

Vertaal de zin die je bij de vorige vraag gemaakt hebt:
Nescitis ubi pater sit.

Maak van de twee zinnen een hoofdzin met een indirecte vraag:
Quantum pondus frumenti a senatu plebe datur? Haud constat.

Vertaal de zin die je bij de vorige vraag gemaakt hebt:
Haud constat quantum pondus frumenti a senatu plebi detur.