Examentraining: examentermen 5 en 6

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je benoemt het verschil tussen consumentenmarketing en B2B-marketing.
  • Je legt het verschil uit tussen de retailmix en de marketingmix. 
  • Je beschrijft het begrip winkelformule/winkelconcept. 
  • Je benoemt de verschillende commerciële samenwerkingsvormen.  

Slide 2 - Tekstslide

Consumentenmarketing vs B2B marketing
  • De doelgroep is verschillend.
  • Consumenten vaak te bereiken via social media, televisie, internet. Bedrijven te bereiken via vakbladen, beurs, persoonlijke verkoop. 
  • Complexere producten en diensten B2B. 
  • Lange verkooptrajecten B2B. 

Slide 3 - Tekstslide

Uit hoeveel P's bestaat de Retailmix?
A
5
B
6
C
4
D
8

Slide 4 - Quizvraag

Assortiment ( Product)

Slide 5 - Tekstslide

Presentatie
Beleving van de klant!

  • Binnen en buiten!
  • Winkelsfeer ↔ winkelfunctie
  • Alle zintuigen

Winkelindeling, etalageplan, interne promotie, etc.

Slide 6 - Tekstslide

Winkelformule (winkelconcept)
Identiteit van het bedrijf:

  • Doelgroep
  • Marktpositie
  • Retailmix (Product, Prijs, Plaats, Promotie, Presentatie, Personeel)

Slide 7 - Tekstslide

Retailmix
Wat ga je aanbieden? Nadruk op Product:
Assortiment van goederen en/of diensten.

Andere onderdelen zoals Plaats, Personeel, etc., afhankelijk van Marktpositie en Doelgroep(en).




Slide 8 - Tekstslide

Marktpositie
Welke concurrentiepositie? Prijs/service-verhouding.

Slide 9 - Tekstslide

Doelgroep
Aan wie gaan we verkopen?
Doelgroep: Groep mensen met specifieke kenmerken

Slide 10 - Tekstslide

Uit welke 3 onderdelen bestaat de winkelformule
A
prijs, plaats en marktpositie
B
marktpositie, retailmix en doelgroep
C
doelgroep, plaats en retailmix
D
retailmix, product en doelgroep

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de retailmix?
A
Dit zijn alle bedrijven die producten verkopen aan particulieren
B
Door de 6 P's geef je vorm aan de winkelformule
C
Een mix tussen verschillende retailers

Slide 12 - Quizvraag

Waarom samenwerken?
  • Kennis delen ↓
  • Kostenvoordelen
  • Omzet verhogen
  • Macht vergroten

Slide 13 - Tekstslide

Hoe samenwerken?

Slide 14 - Woordweb

Commerciële samenwerking

  • Inkoopcombinatie
  • Vrijwillig filiaalbedrijf (VFB)
  • Franchising
  • In- en verkoopvereniging
  • Shop-in-shop
  • Coöperatie
  • Dealer
  • Licentie

Slide 15 - Tekstslide

Inkoopcombinatie
Vereniging die namens winkels orders plaatst en goederen bestelt rechtstreeks bij de fabrikant. Voorbeeld: PLUS groep. 


Slide 16 - Tekstslide

Franchising
Samenwerkingsvorm op gebied in- en verkoop waarbij bedrijfsvoering centraal kan worden geregeld, maar ook in beperkte mate zelfstandig mogelijk is (bij soft franchising).

Slide 17 - Tekstslide

Vrijwillig filiaalbedrijf (VFB)
Winkeliers en groothandel werken vrijwillig samen. Gebruiken dezelfde formule, presentatie en huismerk, maar filiaal is geen centraal eigendom. Voorbeeld: SPAR

Slide 18 - Tekstslide

Shop-in-shop
Winkel in een winkel.

Voorbeeld:
Vroeger Aktiesport in Scapino
Afdelingen Bijenkorf/Hudson Bay

Slide 19 - Tekstslide

Coöperatie
Een samenwerking waarbij een onderneming wordt gedreven. Bestaat uit een bestuur en leden.  Er zijn coöperaties op het gebied van duurzame energie, zorg, supermarkten enz. 

Slide 20 - Tekstslide

In- en verkoopverenging
De fabrikant biedt binnen een inkoopcombinatie verkoopondersteunende diensten aan de samenwerkende afnemers. Hoe meer diensten er worden aangeboden, hoe meer full service de organisatie is. Voorbeeld STER in- en verkoopvereniging. 

Slide 21 - Tekstslide

Dealer
Selectieve of exclusieve distributie vanuit leverancier. Beperkt aantal verkooppunten.

Slide 22 - Tekstslide

Wat is GEEN voordeel voor de franchisegever
(bij franchise)
A
Winkelformule snel uitbreiden
B
Franchisefee.
C
Geen bemoeienis met dagelijkse zaken
D
Franchisenemer is bekend met lokale markt.

Slide 23 - Quizvraag

B2C-marketing is hetzelfde als consumentenmarketing
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Bij welke vorm van distributie kom je het dealerschap tegen?
A
intensieve distributie
B
exclusieve distributie
C
prijsdistributie
D
selectieve distributie

Slide 25 - Quizvraag

Voordelen samenwerken
Nadelen samenwerken
Inkopen
Personeel
Promotie
Zelfstandigheid
Flexibiliteit
Investering

Slide 26 - Sleepvraag

Wat zijn de voordelen van een franchise onderneming
A
Gebruik maken van de bekendheid en het imago
B
Gebruik maken van een bewezen succesvolle bedrijfsformule
C
Minder aanloopverliezen
D
Ondersteuning en begeleiding

Slide 27 - Quizvraag