In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Verhoudingstabellen
Slide 1 - Tekstslide
Wat je over een verhoudingstabel?
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van deze les:
Kan je rekenen met verhoudingstabellen
Kan je prijzen of hoeveelheden vergelijken met behulp van een verhoudingstabel.
Rekenmachine gebruiken mag!
Slide 3 - Tekstslide
De fietsenmaker verkoopt 480 fietsen, waarvan 360 elektrische fietsen. Hoeveel fietsen zijn elektrisch? ... op de ... (Gebruik een verhoudingstabel en vereenvoudig zo ver mogelijk)
A
1 op de 2
B
36 op de 45
C
120 op de 160
D
3 op de 4
Slide 4 - Quizvraag
3.400 van de 4.000 inwoners van een dorp hebben een fiets. ... op de ... inwoners hebben een fiets. (Maak eerst een verhoudingstabel + vereenvoudig zo ver mogelijk) .
A
17 op de 20
B
1 op de 3
C
15 op de 30
D
1 op de 4
Slide 5 - Quizvraag
Welke bossen tulpen zijn het goedkoopst?
A
3 bossen tulpen €5,50
B
4 bossen tulpen €7
C
5 bossen tulpen €9
Slide 6 - Quizvraag
Instructie opdracht 19
Verhoudingen vergelijken
Wortelen op de markt kosten 45 cent per halve kilo. Drie kilo wortelen in de supermarkt zijn 2,49 euro.
Maak een tabel en laat zien waar de wortelen het goedkoopst zijn.
Slide 7 - Tekstslide
werken in je boek
- 10 minuutjes: maken opdrachten 4, 9 en 13 van hoofdstuk 3.2
- Daarna Klassikaal bespreken
- Maken in duo's: alle opdrachten hoofdstuk 3.3.
Huiswerk 3.3.
timer
10:00
Slide 8 - Tekstslide
Uitchecken doel 1. Ik kan een verhouding vereenvoudigen door de getallen zo groot mogelijk te maken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Uitchecken doel 2. Je kunt verhoudingen met elkaar vergelijken als 1 getal in beide verhoudingen hetzelfde is.