Verhoudingen - Rekenen

Hoofdstuk 5 Verhoudingen 
les 2 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 Verhoudingen 
les 2 

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we vorige week geleerd/ gedaan?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les:
  • 1 Kun je een verhouding vereenvoudigen. (Je rekent de getallen in de verhouding om naar zo klein mogelijke getallen). 
  • 2 Kun je verhoudingen met elkaar vergelijken. 
Rekenmachine gebruiken mag!

Slide 3 - Tekstslide

1 Verhouding vereenvoudigen 
Er doen 7500 mensen mee aan een hardloopwedstrijd. Daarvan zijn er 5.000 met het ov gekomen. Wat is de verhouding? (Denk aan het vereenvoudigen van de breuken). 


Slide 4 - Tekstslide

Wat was in 2012 de verhouding tussen het aantal vakanties in eigen land en het aantal vakanties in het buitenland?

Slide 5 - Tekstslide

De fietsenmaker verkoopt 480 fietsen, waarvan 360 elektrische fietsen. Hoeveel fietsen zijn elektrisch?
... op de ...
(Gebruik een verhoudingstabel en vereenvoudig zo ver mogelijk)
A
1 op de 2
B
36 op de 45
C
120 op de 160
D
3 op de 4

Slide 6 - Quizvraag

3.400 van de 4.000 inwoners van een dorp hebben een fiets.
... op de ... inwoners hebben een fiets.
(Maak eerst een verhoudingstabel + vereenvoudig zo ver mogelijk) .
A
17 op de 20
B
1 op de 3
C
15 op de 30
D
1 op de 4

Slide 7 - Quizvraag

Instructie opdracht 19 
2 verhoudingen vergelijken
Bart en Sophie doen een wedstrijd boogschieten. 
Bart : 270 punten uit 30 schoten
Sophie : 380 punten uit 40 schoten 
Wie schiet er naar verhouding het best?



Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 19 
auto A 560 km. met een tank van 40 liter. 
auto B 625 km. met een tank van 50 liter. 

Welke auto is het zuinigst?


Slide 9 - Tekstslide

Welke bossen tulpen zijn het goedkoopst?
A
3 bossen tulpen €5,50
B
4 bossen tulpen €7
C
5 bossen tulpen €9

Slide 10 - Quizvraag

Opdracht: 
  1.  5 minuten Opdracht 16  samen--> duo's. Eerder klaar?  5.2 opdrachten t/m 23 afmaken. Dit is tevens het huiswerk. 
  2. Vragen over les 2? Na 5 minuten mag je weer terug naar de vergadering voor uitleg.
  3. Vragen over het huiswerk: na 10 minuten mag je weer terug naar de vergadering voor uitleg.


timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Uitchecken doel 1.
Ik kan een verhouding vereenvoudigen door de getallen zo groot mogelijk te maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Uitchecken doel 2.
Je kunt verhoudingen met elkaar vergelijken als 1 getal in beide verhoudingen hetzelfde is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide