6.4 Nederland werkt samen

Proefwerkweek
5.1-5.4-6.1-6.4
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Proefwerkweek
5.1-5.4-6.1-6.4

Slide 1 - Tekstslide

 §6.4 Nederland werkt samen
Nederland na 1945

Slide 2 - Tekstslide

...twee redenen noemen voor samenwerking in Europa.

...met twee voorbeelden uitleggen dat de samenwerking
in Europa zich uitbreidde.

...noemen welke vier doelen de Verenigde Naties hebben
en hoe zij deze proberen te halen.
AAN HET EINDE VAN DE LES KAN JE...

Slide 3 - Tekstslide

Terugkijken - §6.1 Wederopbouw
Opnieuw opbouwen Nederlandse economie
Door de Tweede Wereldoorlog was de Nederlandse economie tot stilstand gekomen.
Via het Marshallplan kreeg Nederland hulp van de Verenigde Staten.
Toen de economie weer op peil was, kregen de mensen weer meer salaris.
Hierdoor konden er luxeproducten gekocht worden.

Verzorgingsstaat
Nederland kon vervolgens een verzorgingsstaat worden:
  • Als mensen zelf niet (meer) konden werken
    zorgde de overheid voor een inkomen in de vorm van een uitkering
  • De overheid zorgde ervoor dat iedereen goede gezondheidszorg kreeg

Verzuiling
De Nederlandse samenleving was verdeeld in groepen, die ieder hun eigen
politieke of godsdienstige overtuigingen hadden. Dit verschijnsel heet verzuiling.

Slide 4 - Tekstslide

Nederland sinds 1900:

Slide 5 - Tekstslide

Nederland in 1940:

Slide 6 - Tekstslide

Nederland na WO2

Slide 7 - Tekstslide

Samenwerken
1951: oprichting EGKS

  • Samenwerking kolen en staal
  • Handel makkelijker maken:
  • Frankrijk, West-Duitsland, Italië, België, Nederland en Luxemburg bepalen samen hoeveel kolen en staal er geproduceerd mag worden?????????????????????
  • Belangrijk voor wederopbouw en wapens

Slide 8 - Tekstslide

Samenwerken
1951: oprichting EGKS

  • Geen conflict Frankrijk en Duitsland
  • Snellere grenscontroles, minder belasting bij export
  • Groeiende handel
  • Aansluiting: Groot-Brittannië, Ierland en Denemarken

Slide 9 - Tekstslide

Klassikaal WERKEN
OPDRACHTEN 
2-3b-3c-4a
bladzijde 155/156

Slide 10 - Tekstslide

2
a Na 1945 geloofde de Nederlandse regering niet meer in een politiek van neutraal zijn.
Waarom niet?
  • In 1940 was Nederland neutraal, maar viel Duitsland het land
toch binnen.

Slide 11 - Tekstslide

2
b Vanaf 1951 ging Nederland samenwerken met andere Europese landen. Waarom deed
Nederland dat? Maak de juiste combinaties

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

3
b Vanaf 1951 besloten zes landen samen over de productie van kolen en staal. 
Op welke manier moest dat zorgen voor vrede in Europa?
  • Kolen en staal zijn belangrijke grondstoffen voor het maken van
wapens. Frankrijk en Duitsland konden nu niet in het geheim veel
wapens maken. Dat verminderde het wantrouwen tussen die
twee landen.

Slide 14 - Tekstslide

3
c Maak de zinnen kloppend.
  • Tussen 1939 en 1945 waren Frankrijk en Duitsland bondgenoten / vijanden.
  • Vanaf 1945 / 1951 werkten Frankrijk, Duitsland en vier andere landen samen op het gebied van kolen en staal.
  • Enkele jaren later werkten de zes landen ook samen op het gebied van handel /het leger.

Slide 15 - Tekstslide

4
 Als een bedrijf producten over de grens wil verkopen, moet gecontroleerd worden wat en hoeveel het bedrijf invoert, of de producten wel van goede kwaliteit zijn en hoeveel belasting het bedrijf moet betalen om de producten in te voeren.
a Wat veranderde er door de Europese samenwerking aan deze situatie?
  • Binnen de zes landen waren minder papieren en controles nodig
om goederen te verhandelen.

Slide 16 - Tekstslide

Klassikaal lezen bladzijde 157

Slide 17 - Tekstslide

Samenwerken
1992: oprichting Europese Unie
Samenwerking op gebied van oa:
  • economie
  • politie
  • milieubescherming

  • Vrij verkeer personen, goederen, diensten, geld 
  • Betalen met de euro

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Klassikaal WERKEN
OPDRACHTEN 
5c-6b-6c
bladzijde 1158

Slide 20 - Tekstslide

5
c Waarom konden landen in Oost-Europa zich vóór 1989 niet bij de EU aansluiten?
Vóór 1989 waren die landen communistisch en hoorden ze bij
de Sovjet-Unie. Ze mochten geen lid worden. 
Of: bedrijven in
Oost-Europa mochten niet handelen en geen winst maken

Slide 21 - Tekstslide

6
b Wat is een voordeel van het afschaffen van de grenzen voor handelaren?
  • Zij kunnen hun goederen makkelijker en zonder extra kosten
naar het buitenland vervoeren.

Slide 22 - Tekstslide

6
c Wat is een nadeel van het afschaffen van de grenzen?
  • Als een crimineel eenmaal in de EU is, kan deze zich binnen de EU gemakkelijk verplaatsen.

Slide 23 - Tekstslide

De wereldvrede in gevaar
In Jalta 1945 werd de VN opgericht
Een samenwerking tussen bijna elk land om oorlog te voorkomen

Slide 24 - Tekstslide

Verenigde Naties
1945: Oprichting Verenigde Naties (VN).

Vier doelen Verenigde Naties:
  • Zorgen voor vrede in de wereld
    - Veiligheidsraad 
    - Internationaal gerechtshof 
  • Monumenten uit het verleden beschermen 
  • Mensenrechten beschermen
    - recht op eerlijke rechtspraak
    - recht op bescherming voor vluchtelingen
  • Het leven van armen verbeteren

Slide 25 - Tekstslide

VN - Veiligheidsraad
  • Als ergens op de wereld een conflict dreigt, moet de veiligheidsraad binnen 24 uur samen komen
  •  15 leden, waarvan 5 vaste leden

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Klassikaal WERKEN
OPDRACHTEN 
9-12
bladzijde 161-163

Slide 30 - Tekstslide

9
a Wie werken samen in de Verenigde Naties?
  • Bijna alle landen ter wereld.
b Welke vier doelen hebben de VN?
  • 1 Oorlog in de wereld voorkomen.
  • 2 Het leven van armen verbeteren.
  • 3 De mensenrechten beschermen.
  • 4 Monumenten uit het verleden beschermen.

Slide 31 - Tekstslide

9
c De VN werden opgericht in 1945. Leg uit dat dit geen toeval is.
In 1945 was de Tweede Wereldoorlog voorbij. Veel landen wilden
voorkomen dat er ooit weer zo’n grote oorlog zou uitbreken en
sloten zich aan bij de VN.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

10
a Welke twee vormen van meningsuiting zie je op deze poster?
  • Iemand doet zijn mond open en op de achtergrond is een krant
te zien. / Mensen geven mondeling en schriftelijk hun mening.
b De VN willen zorgen voor vrede en veiligheid voor alle wereldburgers. 
Hoe helpt hetverdedigen van vrijheid van meningsuiting daarbij?
Zonder vrijheid van meningsuiting …
  • ◯ C ontstaan dictaturen.

Slide 34 - Tekstslide

10
c Maak de zinnen kloppend.
  • In 1945 werd ook de Sovjet-Unie lid van de VN. In dat land was wel / geen vrijheid van meningsuiting. Alle / Niet alle leden van de VN hielden zich dus aan de afspraken van de VN over mensenrechten.

Slide 35 - Tekstslide

11
a Welk recht heeft de Veiligheidsraad?
  • Het recht om soldaten / een VN-vredesmacht te sturen om
een conflict te stoppen.
b Bedenk twee redenen waarom de VN niet snel zullen besluiten om geweld tegen een land te gebruiken.
  • 1 Het doel van de VN is om de vrede te bewaren, ze zullen eerst
met het land gaan praten.
  • 2 De landen in de Veiligheidsraad moeten het eerst met elkaar
eens zijn.

Slide 36 - Tekstslide

11
c In de jaren 90 was er een oorlog in het voormalige Joegoslavië. Na de oorlog werd een aantal militairen bestraft door rechters van het Internationaal Gerechtshof. Zij hadden oorlogsmisdaden gepleegd, zoals het aanvallen van ongewapende burgers. 
Leg uit waarom deze militairen voor de rechtbank van de VN moesten komen.
  • De VN beschermen de rechten van mensen overal ter wereld.
Als iemand die rechten schaadt, kan die persoon naar de
rechtbank geroepen worden om zich te verantwoorden.

Slide 37 - Tekstslide

11
d Een uitspraak: ‘Het veiliger maken van de wereld door de Verenigde Naties is zinloos.’
Ben je het eens of oneens met die uitspraak? Geef een argument.
  • Je eigen antwoord, bijvoorbeeld: eens, want het lukt de VN
nauwelijks om oorlogen te voorkomen, zoals in Syrië. Of: oneens,
want zonder de VN proberen landen helemaal niet meer om de
vrede te bewaren. Of: oneens, want oorlogsmisdadigers kunnen
door de VN niet wegkomen met hun daden.

Slide 38 - Tekstslide

12
 Je maakt een samenvatting van de drie leerteksten met behulp van de drie leerdoelen.
a Wat zijn twee redenen voor samenwerking in Europa?
  • Landen wilden een nieuwe oorlog in Europa voorkomen.
  • Landen wilden de Europese economie weer snel opbouwen.

Slide 39 - Tekstslide

12
b Leg met twee voorbeelden uit dat de samenwerking in Europa zich uitbreidde. Maak de zinnen kloppend.
  • Na de Tweede Wereldoorlog gingen Nederland en vijf / zes andere Europese landen samenwerken op het gebied van handel. Al snel sloten ook andere Oost-Europese / West-Europese landen zich aan. Na 1989 sloten ook landen uit Oost-Europa /West-Europa zich aan.
Langzamerhand gingen de Europese landen ook op andere gebieden samenwerken, zoals milieu / onderwijs. Sommige landen kregen zelfs samen één leger / munt.

Slide 40 - Tekstslide

12
c Bij welke doelen van de Verenigde Naties horen deze voorbeelden? 
Maak de juiste
combinaties

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide