Grammatica herhaling zinsontleding

GRAMMATICA
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

GRAMMATICA

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
Aan het einde van deze les weet je (weer) hoe je een bijzin moet ontleden.

Slide 2 - Tekstslide

7

Slide 3 - Video

00:14
Welke soorten bijzinnen ken je?

Slide 4 - Woordweb

00:50
Wat is de hoofdzin?
A
dat zij verliefd is
B
is heel begrijpelijk

Slide 5 - Quizvraag

01:26
Wat voor soort bijzin heeft deze zin?
A
onderwerpszin
B
lijdendvoorwerpszin
C
meewerkendvoorwerps-zin
D
naamwoordelijkdeelzin

Slide 6 - Quizvraag

01:56
Wat is de hoofdzin?
"Hij zegt dat hij heel blij is met haar"
A
Hij zegt
B
dat hij heel blij is met haar

Slide 7 - Quizvraag

02:12
Wat voor soort bijzin heeft deze zin?
A
onderwerpszin
B
lijdendvoorwerpszin
C
meewerkendvoorwerps-zin
D
naamwoordelijkdeelzin

Slide 8 - Quizvraag

02:23
Wat is de hoofdzin?
"Wie hij goed vindt meedoen, geeft de docent een bonuspunt"
A
wie hij goed vindt meedoen
B
geeft de docent een bonuspunt

Slide 9 - Quizvraag

02:36
Wat voor soort bijzin heeft deze zin?
"Aan hem geeft de docent een bonuspunt"
A
onderwerpszin
B
lijdendvoorwerpszin
C
meewerkendvoorwerps-zin
D
naamwoordelijkdeelzin

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het stappenplan bij het ontleden van een bijzin? (3 stappen!)

Slide 11 - Open vraag

Hoofdzin of bijzin?
In een hoofdzin staan het ow en de pv altijd naast elkaar.
In een bijzin kunnen er woorden tussen het ow en de pv staan.

Ik ben blij dat het bijna vakantie is.
ow1=ik, pv1=ben --> naast elkaar, dus hoofdzin
ow2=het, pv2=is --> niet naast elkaar, dus bijzin

Slide 12 - Tekstslide

Bijzin ontleden
6 soorten bijzinnen:
  • onderwerpszin (ow-zin)
  • lijdendvoorwerpszin (lv-zin)
  • meewerkendvoorwerpszin (mv-zin)
  • naamwoordelijkdeelzin (nw.deel-zin)
  • bijwoordelijke bijzin (bw-zin)
  • voorzetselvoorwerpszin (vv-zin)

Slide 13 - Tekstslide

Stappenplan bijzin ontleden
  1. Vind de hoofdzin en de bijzin
  2. Vervang de bijzin door een woord
  3. Ontleed de hoofdzin zoals je gewend bent

De bijzin heeft hetzelfde zindeel als het door jou ingevulde woord.

Slide 14 - Tekstslide

Samen ontleden
Dat hij daar heel goed in is, weten we al een tijdje.

  1. Bepaal de hoofdzin en de bijzin
  2. Vervang de bijzin door een woord
  3. Ontleed de hoofdzin zoals je gewend bent

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn de pv's?

Dat hij daar heel goed in is, weten we al een tijdje.

Slide 16 - Open vraag

Wat zijn de ow's?

Dat hij daar heel goed in is, weten we al een tijdje.

Slide 17 - Open vraag

Wat is de bijzin?

Dat hij daar heel goed in is, weten we al een tijdje.
A
Dat hij daar heel goed in is
B
weten we al een tijdje

Slide 18 - Quizvraag

Vervang de bijzin door een woord. Noteer de hele zin.
Dat hij daar heel goed in is, weten we al een tijdje.

Slide 19 - Open vraag

Dat weten we al een tijdje
pv =
ow = 
gez (wg of ng?) = 
lv =
mv = 
vv =
bwb =

Slide 20 - Tekstslide

Dat weten we al een tijdje
pv = weten
ow = 
gez (wg of ng?) = 
lv =
mv = 
vv =
bwb =

Slide 21 - Tekstslide

Dat weten we al een tijdje
pv = weten
ow = we
wg = weten
lv =
mv = 
vv =
bwb =

Slide 22 - Tekstslide

Dat weten we al een tijdje
pv = weten
ow = we
gez (wg of ng?) = 
lv =
mv = 
vv =
bwb =

Slide 23 - Tekstslide

Dat weten we al een tijdje
pv = weten
ow = we
wg = weten
lv = dat
mv = 
vv =
bwb =

Slide 24 - Tekstslide

Dat weten we al een tijdje
pv = weten
ow = we
wg = weten
lv = dat
mv = -
vv =
bwb =

Slide 25 - Tekstslide

Dat weten we al een tijdje
pv = weten
ow = we
wg = weten
lv = dat
mv = -
vv = 
bwb =

Slide 26 - Tekstslide

Dat weten we al een tijdje
pv = weten
ow = we
wg = weten
lv = dat
mv = -
vv = -
bwb =

Slide 27 - Tekstslide

Dat weten we al een tijdje
pv = weten
ow = we
wg = weten
lv = dat
mv = -
vv = -
bwb = al een tijdje

Slide 28 - Tekstslide

Wat voor soort bijzin heeft deze zin?

Dat hij daar heel goed in is, weten we al een tijdje.
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
vv-zin

Slide 29 - Quizvraag

Ontleed de volgende zinnen helemaal en in je schrift
  1. Helaas hebben ze geen rekening gehouden met wat Piet Paulusma voorspeld heeft.
  2. Wie niet op komt dagen, moet ik helaas een onvoldoende geven.
  3. Ik kan niet geloven dat Edwin en Jolien uit elkaar zijn.
  4. Toen er nog geen computers en tablets waren, leerde iedereen uit boeken.
  5. Eindelijk is hij geworden, wie hij altijd al wilde zijn.
  6. Wie zich opgegeven heeft, wordt zaterdag ook verwacht.

Slide 30 - Tekstslide

Wat voor bijzin heeft zin 1?

Helaas hebben ze geen rekening gehouden met wat Piet Paulusma voorspeld heeft.
A
ow-zin
B
mv-zin
C
vv-zin
D
nw.deel-zin

Slide 31 - Quizvraag

Wat voor bijzin heeft zin 2?

Wie niet op komt dagen, moet ik helaas een onvoldoende geven.
A
lv-zin
B
mv-zin
C
vv-zin
D
bwb-zin

Slide 32 - Quizvraag

Wat voor bijzin heeft zin 3?

Ik kan niet geloven dat Edwin en Jolien uit elkaar zijn.
A
lv-zin
B
ow-zin
C
vv-zin
D
nw.deel-zin

Slide 33 - Quizvraag

Wat voor bijzin heeft zin 4?

Toen er nog geen computers en tablets waren, leerde iedereen uit boeken.
A
bwb-zin
B
ow-zin
C
lv-zin
D
nw.deel-zin

Slide 34 - Quizvraag

Wat voor bijzin heeft zin 5?

Eindelijk is hij geworden, wie hij altijd al wilde zijn.
A
bwb-zin
B
ow-zin
C
lv-zin
D
nw.deel-zin

Slide 35 - Quizvraag

Wat voor bijzin heeft zin 6?

Wie zich opgegeven heeft, wordt zaterdag ook verwacht.
A
bwb-zin
B
ow-zin
C
lv-zin
D
nw.deel-zin

Slide 36 - Quizvraag

Wat moet ik de volgende les nog eens uitleggen?

Slide 37 - Open vraag