Klas 3 - §2.4 - Atoombouw - LHE

Hoofdstuk 3: Bouwstenen van stoffen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Bouwstenen van stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Atoommodel van Bohr

Slide 3 - Tekstslide

Atoommodel van Bohr
atoommodel van Bohr: 
atoom heeft een kern met protonen en neutronen, daar omheen elektronen in 'schillen'. Van binnen naar buiten bevatten de 'schillen' steeds meer elektronen.
                                                                 
                                                
                                                                   
                                                 

Slide 4 - Tekstslide

Deeltjes in een atoom
deeltje
locatie
lading
symbool
massa
protonen
in de kern
neutronen
in de kern
elektronen
buiten de kern

Slide 5 - Tekstslide

Deeltjes in een atoom
deeltje
locatie
lading
symbool
massa
protonen
in de kern
+ 1
neutronen
in de kern
0
elektronen
buiten de kern
- 1
p+
e
n

Slide 6 - Tekstslide

Deeltjes in een atoom
Protonen en neutronen wegen 1u.  De elektronen bijna niets!
deeltje
locatie
lading
symbool
massa
protonen
in de kern
+ 1
1 u
neutronen
in de kern
0
1 u
elektronen
buiten de kern
- 1
~ 0 u
p+
e
n

Slide 7 - Tekstslide

Deeltjes in een atoom
proton: 
zit in de kern, positief geladen, heeft massa
neutron:
zit in de kern, geen lading, heeft massa
elektron:
zit buiten de kern, negatief geladen, geen massa
p+
e
n

Slide 8 - Tekstslide

Atoomnummer

atoomnummer: het atoomnummer van een atoomsoort geeft aan hoeveel protonen er in die atoomsoort zitten. Je vindt atoomnummers in het Periodiek Systeem.


Het aantal protonen en elektronen in een atoom is gelijk aan elkaar (doordat de lading van een atoom neutraal is)








atoomnummer = protonen = elektronen

Slide 9 - Tekstslide

Sleep de atomen naar de juiste uitspraak die erbij hoort
Dit atoom bevat vier elektronen
Dit atoom bevat zes protonen
Het atoomnummer van dit atoom is 17
Dit atoom heeft tien elektronen en tien protonen

Slide 10 - Sleepvraag

Isotopen
Het aantal protonen en elektronen is gelijk aan elkaar.
De protonen en de neutronen hoeven niet gelijk te zijn aan elkaar.

Voor veel atoomsoorten zijn er meerdere mogelijkheden voor het aantal neutronen in de kern. Zoals bij waterstof:

Slide 11 - Tekstslide

Isotopen
Zoals je ziet kunnen waterstof atomen wel 0, 1 of 2 neutronen in de kern hebben!


Dit noem je dan isotopen. 
Ze hebben hetzelfde symbool (H), want het aantal protonen is hetzelfde.
isotopen: atomen van dezelfde atoomsoort met een verschillend aantal neutronen 

Slide 12 - Tekstslide

Isotopen - notatie
Hoe kun je die isotopen dan uit elkaar halen? Daarvoor gebruik je het massagetal.
                                                                                                               
massagetal: massagetal is de som van het aantal protonen en neutronen in de kern. 
Het massagetal is dus altijd een geheel getal.











                                   
                                                                                   
massagetal = protonen + neutronen

Slide 13 - Tekstslide

Isotopen - notatie
Je moet deze twee notaties kennen 







Waarom wordt het getal '11' weggelaten in de tweede notatie?
Oefening: bereken het aantal neutronen in dit atoom.
Wat is het aantal protonen en elektronen?

Slide 14 - Tekstslide

Oefening isotopen: vul de ontbrekende gegevens in
isotoop
C-12
...
...
Ni-58
massagetal
12
...
35
...
atoomnummer
6
1
...
...
aantal protonen
...
...
...
...
aantal neutronen
...
2
18
aantal elektronen
...
...
...
...

Slide 15 - Tekstslide

Oefening isotopen: vul de ontbrekende gegevens in
isotoop
C-12
H-3
Cl-35
Ni-58
massagetal
12
3
35
58
atoomnummer
6
1
17
28
aantal protonen
6
1
17
28
aantal neutronen
6
2
18
30
aantal elektronen
6
1
17
28

Slide 16 - Tekstslide

Aanbevolen oefenopgaven voor 2.4          
3H:    57, 58,  61 t/m 65
3V:    59, 60, 62 t/m 68, 69b en 70

Oefen met de vaardighedentrainers (online)
- Rekenen met atoomnummers en massagetallen
- isotopen notatie, atoomnummers en massagetallen






timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Herhaling vorige les
- Systematische naamgeving
- Molecuulmassa 


Hiermee gaan we oefenen met een opgave op toetsniveau

[3p] Bereken de molecuulmassa van difosforpentaoxide
        (hint: stel eerst de formule op volgens de naamgeving regels)
       Maak gebruik van je Periodiek Systeem


timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Uitwerking (1/2)
De formule is 



P2O5

Slide 19 - Tekstslide

Uitwerking (2/2)
De formule is 

De molecuulmassa uitrekenen:     





          
                                                                                                                        


P2O5
230,97u
516,00u
141,94u
+

Slide 20 - Tekstslide

Massapercentage
Je moet het massapercentage uit kunnen rekenen van een bepaalde atoomsoort in een molecuul


Voor het berekenen van een massapercentage gebruik je deze formule:




[1p] Bereken nu nog het massapercentage van fosfor in difosforpentaoxide.
       Rond af op hele procenten. 


Slide 21 - Tekstslide

Uitwerking
De totale massa van de fosfor atomen in           is  2 x 30,97 u

De molecuulmassa is 141,94 u


De formule voor massapercentage:                                          Invullen:
          
                                                                                                                          


P2O5

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen 2.4      
  • Je kunt uitleggen uit welke deeltjes een atoom bestaat

  • Je kan de betekenis opnoemen en de formules gebruiken voor atoomnummer en massagetal

  • Je kunt uitleggen wat isotopen zijn. En je kunt de twee notaties voor isotopen hanteren.

Slide 23 - Tekstslide