Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 4 donderdag 12 september
Les 4 donderdag 12 september
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
80 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Les 4 donderdag 12 september
Slide 1 - Tekstslide
Programma
- Lezen
10 min
- Huiswerk bespreken
10 min
- Formatieve check 'Woorden en hun betekenissen'
10 min
- Trappen van vergelijking en werkwoord
15 min
-Oefenen
30 min
-Woordenschat + afsluiting
5 min
Slide 2 - Tekstslide
Lezen
Je pakt je sprookjesbundel voor je, we beginnen met klassikaal lezen!
Slide 3 - Tekstslide
Formatieve check
Klik op de onderstaande link om de check te maken:
Formatieve check over 'woorden en hun betekenissen'
Als je klaar bent kan je de check inleveren. We bespreken de check als iedereen klaar is!
Slide 4 - Tekstslide
Hoeveel punten heb je behaald bij deze check?
0
5
Slide 5 - Poll
Ik kan mijzelf verbeteren door het volgende te doen:
Ik leer/oefen nog een keer welke strategieën ik kan toepassen om de betekenis van een woord te raden.
Ik leer/oefen nog een keer hoe ik kan uitleggen wanneer je een bepaalde woordraadstrategie gebruikt.
Ik leer/oefen nog een keer hoe ik de betekenis van nieuwe woorden kan raden met behulp van woordraadstrategieën.
Slide 6 - Sleepvraag
Bespreken opdrachten paragraaf 1
Hoofdstuk 1 Paragraaf 2;
Woorden en hun betekenissen
Slide 7 - Tekstslide
Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?
Je weet op welke manieren de trappen van vergelijking worden geschreven.
Je kan de juiste vorm van een trap van vergelijking in een zin invullen.
Je kan bijzonderheden met de trappen van vergelijking uitleggen.
Je kan zelf goede zinnen maken met de trappen van vergelijking.
Je weet wat werkwoordsvormen en wijzen zijn.
Je kan werkwoordsvormen en wijzen in een zin herkennen.
Je kan uitleggen waarom een bepaald woord wel of geen werkwoord is.
Je kan zelf zinnen maken met verschillende werkwoordsvormen.
Slide 8 - Tekstslide
Wat weet je nog over de trappen van vergelijking?
Trappen van vergelijking
Slide 9 - Woordweb
Wat zijn trappen van vergelijking?
A
Een vorm van een bijvoeglijk naamwoord.
B
Een manier om een bepaalde gradatie te tonen.
C
Twee vergelijkbare woorden.
D
Trappen die even hoog zijn.
Slide 10 - Quizvraag
Wat zijn de trappen van vergelijking?
A
stellende trap overtreffende trap vergrotende trap
B
vergrotende trap stellende trap overtreffende trap
C
stellende trap vergrotende trap overtreffende trap
D
overtreffende trap stellende trap vergrotende trap
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Video
Wat is de volgorde van de trappen van vergelijking van...?
veel
A
veel, meer, meest(e)
B
meer, minder, meest(e)
C
veel. meest(e), meer
D
veel, meest(e), minst
Slide 13 - Quizvraag
13. Noteer de trappen van vergelijking van het woord
traag.
1 = stellend, 2 = vergrotend, 3 = overtreffend
1
2
3
traag
trager
traagst
Slide 14 - Sleepvraag
werkwoorden
Wat zijn
werkwoorden
?
Slide 15 - Woordweb
Werkwoordsvormen
Er zijn
drie
werkwoordsvormen:
persoonsvorm
voltooid deelwoord
infinitief (heel werkwoord)
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Dex gaat naar de stad.
Maryam ging naar de stad.
Levi is naar de stad geweest.
Jaycen was naar de stad geweest
onvoltooid tegenwoordige tijd
onvoltooid verleden tijd
voltooid tegenwoordige tijd
voltooid verleden tijd
Slide 18 - Sleepvraag
Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:
Cursus Spelling en grammatica:
Paragraaf 3
Trappen van vergelijking > bladzijde 119 - 121
Opdracht 1 t/m 5
Paragraaf 4
Werkwoordsvormen > bladzijde 122
Opdracht 1 t/m 9
Slide 19 - Tekstslide
Woordenschat oefenen
Slide 20 - Tekstslide
Wat betekent
de atleet?
A
de sporter
B
iemand die veel eet
C
niet eten
D
steeds veranderen
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de ervaring?
A
dat wat je weet en kunt doordat je iets vaak hebt gedaan
B
een grote hoeveelheid, veel
C
een twaalfde deel van een jaar
D
dat wat je zegt of doet als antwoord op iets anders
Slide 22 - Quizvraag
Flexibel is.....
A
Niet willen veranderen
B
omgaan met verandering
C
alleen je eigen werk doen
D
geen andere opdrachten accepteren
Slide 23 - Quizvraag
Wat betekent komisch ?
Iedereen moet lachen want
de clown doet heel komisch.
A
schitterend
B
spannend
C
grappig
D
boeiend
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een autocue?
A
Een apparaat dat teksten laat zien aan de presentator.
B
De radio in de auto.
Slide 25 - Quizvraag
Wat is een fraude?
A
Opzettelijk waarbij regels worden overtreden.
B
Regels uit luiheid niet nakomen.
C
Regels worden per ongeluk overtreden.
Slide 26 - Quizvraag
Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet op welke manieren de trappen van vergelijking worden geschreven.
Je weet wat werkwoordsvormen en wijzen zijn.
Je kan uitleggen waarom een bepaald woord wel of geen werkwoord is.
Je kan zelf goede zinnen maken met de trappen van vergelijking.
Slide 27 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Grammatica woordsoorten
September 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
89. KHV - Periode 4 De Brug PW
Juni 2024
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica C+D
September 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Taalverzorging B werkwoordspelling
Oktober 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Disk A1 woordenschat
September 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 3
formatief laatste toets
Mei 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
werkwoordstijden ott, ovt, vtt en vvt
Juni 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
spelling - toets 1 februari - g1
November 2022
- Les met
51 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1