Woordenschat H1

WELKOM 

bij Nederlands 



1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM 

bij Nederlands 



Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
  • planning periode 
  •  intro woordenschat
  • opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Periode A
Woordenschat H1 t/m 6
Toetsmoment: maandag 11 november 

Slide 3 - Tekstslide

Opdrachtje
Schrijf in twee minuten zo veel mogelijk woorden op die (ongeveer) dezelfde betekenis hebben als vriend(in)

timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

H1: Woordenschat 
In teksten zie je vaak onbekende woorden
De betekenis van zulke woorden vind je in het woordenboek
Je kunt de betekenis van een woord soms ook vaststellen door een woordraadstrategie te gebruiken. 
Daarbij kijk je naar de context: dat is het tekstdeel rond het onbekende woord.


Slide 5 - Tekstslide

H1 Woordenschat: zoek een synoniem
  • Een van de woordraadstrategieën is: zoeken naar een synoniem. 
  • Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis. 

  • Bijvoorbeeld:
  • In het dierenpark van Wynnewood (Oklahoma) is sprake van een unieke relatie tussen twee dieren: een teckel van vijf kilo en een leeuw van ruim tweehonderd kilo hebben een uitzonderlijke band.

  • Andere voorbeelden:
  • lawaai en herrie
  • rennen en hollen

Slide 6 - Tekstslide

Kruiswoordpuzzel
Opdracht:
  • Maak met de woorden van H1 een kruiswoordpuzzel

  • Gebruik minstens tien woorden 

  • Schrijf bijvoorbeeld op:
1. aanvoerder (=leider)

  • Schrijf in een vakje nummer 1 en reserveer voor dat woord het aantal letters

  • Klaar? Laat de kruiswoordpuzzel maken door degene naast je. 



Slide 7 - Tekstslide

Vandaag
Leren: zoeken naar synoniemen
Maken: opdracht 1 en 2 



Opdrachten niet af? Zet ze in je daltonplanagenda bij de volgende les NE.


timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Een synoniem is...?
A
Een omschrijving van een woord
B
De precieze betekenis van een woord
C
Een ander woord met dezelfde betekenis
D
Afleiding van een ander woord

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een synoniem van amicaal?
A
Vriendschappelijk
B
Aardig
C
Gezellig
D
Voordelig

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor 'quote'?
A
uitspraak
B
lijst
C
gesprek
D
vertelling

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor nors?
A
Gezellig
B
Chagrijnig
C
Kwaad
D
Vriendelijk

Slide 12 - Quizvraag

Synoniem voor:
meteen
A
later
B
morgen
C
direct
D
volgend jaar

Slide 13 - Quizvraag

Synoniem voor:
detail
A
groot onderdeel
B
gedeelte
C
klein onderdeel
D
precies werk

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een synoniem van vrezen?
A
stelen
B
bang zijn voor
C
huilen
D
ontdekken

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een synoniem van berouw?
A
durf
B
beraad
C
spijt
D
brouwen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een synoniem van uniek?
A
attent
B
aardig
C
uitzonderlijk
D
werkelijk

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een synoniem van lokaal?
A
plaatselijk
B
regionaal
C
landelijk
D
provinciaal

Slide 18 - Quizvraag