4.4 De verspreiding van het christendom over Europa.

De Middeleeuwen
4.4 De verspreiding van het christendom over Europa
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen
4.4 De verspreiding van het christendom over Europa

Slide 1 - Tekstslide

Hoe lang geleden ontstond het christendom? (ongeveer)
A
1000 jaar geleden
B
2000 jaar geleden
C
3000 geleden
D
1500 jaar geleden

Slide 2 - Quizvraag

noem zoveel mogelijk christelijke
gebruiken vandaag de dag.

Slide 3 - Woordweb

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe het christendom zich verspreidde in Europa.

Slide 5 - Tekstslide

Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden het land als er oorlog was. 
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).

Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.
Klik op de afbeelding

!

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 7 - Quizvraag

De kerkvaders
  • In de 4e en 5e eeuw na Chr. was het christendom door het Romeinse Rijk verspreid. 
  • De kerkleer (belangrijkste ideeën en regels) werd langzaam door de kerkvaders vastgelegd in hun boeken. Augustinus is de belangrijkste kerkvader. 
  • 410 na Chr. plundering Rome door Visigoten=> Romeinen gaven christenen de schuld, waren slap. 

Slide 8 - Tekstslide

  • Augustinus schreef in zijn boek De stad van God, dat de plundering als zonde niet zo erg was. Het echte leven begon namelijk pas na de dood. Alleen als je goed geleefd had en in Christus geloofde zou je volgens hem door God worden uitgekozen om naar de hemel te mogen. 

Slide 9 - Tekstslide

samen maken
53-54-55

Slide 10 - Tekstslide


Paleizen...

Tussen 1309 en 1377 woonden de pausen niet in Rome, maar in de Franse stad Avignon. Dit was in die tijd hun paleis, het Palais des Papes.


  • De Paus, de leider van de kerk, had in de Middeleeuwen enorm veel macht, soms zelfs meer dan een koning of keizer.

  • De Paus en andere hoge geestelijken, zoals bisschoppen, hadden veel grond en woonden in enorme paleizen, vol luxe.

Slide 11 - Tekstslide


...en kloosters



  • Lage geestelijken, zoals priesters, monniken, pastoors en nonnen,, woonden en leefden vaak veel eenvoudiger.

Slide 12 - Tekstslide


...en kloosters

hoge geestelijken waren rijk. Zij leefden als edelen. 
bisschoppen en abten waren hoge geestelijken

Slide 13 - Tekstslide

Monniken (man in een klooster) en nonnen (vrouw in een klooster)
  • Monniken en nonnen leefden vrijwillig in kloosters. Ze legden een gelofte af van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid aan de abt/abdis. 
  • Ze bidden en werken daar de hele dag. Ze gaven onderdak aan reizigers, hielpen zieken, overschrijven van boeken, onderwijs geven. 
  • Het maken van boeken was duur: kostte veel tijd om te schrijven en versieren, perkament was duur=> zo weten we wel van de cultuur uit de Middeleeuwen.

Slide 14 - Tekstslide




  • In de kloosters werden soms ook oude boeken overgeschreven. bijv. van christelijke schrijver Augustinus of werken uit de oudheid.
  • Dit duurde heel lang: het was dus echt 'monnikenwerk'.

Slide 15 - Tekstslide

  • Van de mooie idealen van in armoede leven kwam vaak niets terecht, want de kloosters werden steeds rijker omdat edelen en koningen grond schonken. 
  • Een abt kon veel macht hebben: had eigen leenmannen, die hij bij oorlog aanvoerde. 
  • Geestelijken: paus-bisschoppen-abt-priesters. Ze leefden vaak net zoals de leken (gewone gelovigen). Hoge geestelijken, leefden als de edelen; lage geestelijken, waren boer met een gezin.

Slide 16 - Tekstslide

1. Monniken en nonnen leefden in kloosters.
2. de bisschop was het hoofd van het klooster.
3. De abt zorgde voor een strakke dagindeling van afwisselen bidden en werken.
A
alle antwoorden zijn juist
B
1 is juist, 2 en 3 onjuist
C
alle antwoorden zijn onjuist
D
alleen 2 is onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Samen maken
57-58-59-60

Slide 19 - Tekstslide


Clovis


  • Clovis was de stichter van het Frankische Rijk

  • Hij werd de eerste koning van het rijk, Clovis I

  • Zijn Rijk omvatte bijna heel Gallië

Slide 20 - Tekstslide

Onder Clovis worden de Franken gekerstend

Slide 21 - Tekstslide

Kerstening van de Germanen
  • De monniken als missionarissen zorgden voor de kerstening door:
  1. Dwang door de Germaanse koningen die christelijk werden. Koningen kregen steun kerk om heidens vorsten te bestrijden.
  2.  Heidense feestdagen zoals midwinter en het lentefeest te veranderen in christelijke=> kerst, pasen.
  3. Kerken te bouwen op heidense heilige plaatsen.

Slide 22 - Tekstslide

Kerstening van de Germanen
  • De monniken als missionarissen zorgden voor de kerstening door:
  1. Dwang door de Germaanse koningen die christelijk werden. Koningen kregen steun kerk om heidens vorsten te bestrijden.
  2.  Heidense feestdagen zoals midwinter en het lentefeest te veranderen in christelijke=> kerst, pasen.
  3. Kerken te bouwen op heidense heilige plaatsen.

Slide 23 - Tekstslide

Wat was het voordeel voor Clovis om zich te bekeren tot het christendom
A
Hij kreeg meer gebied hierdoor
B
Hij kreeg steun van de christenen in het gebied
C
hij kon daardoor makkelijk wetten doorvoeren
D
hij voerde op deze manier sneller oorlog

Slide 24 - Quizvraag

wat bedoelen we met het woord kerstenen?

Slide 25 - Open vraag

Bekering van de Friezen en Saksen.
  • De kerstening van de Franken ging gemakkelijk omdat de edelen en koning christelijk werden en volk dus ook. 
  • De Friezen en Saksen boden verzet tegen verovering door Franken. 
  • De missionaris Willibrord probeerde de Friezen te bekeren in 690 na Chr., die accepteerden dat niet omdat ze Franken niet wilden. In 716 probeerde Bonifatius het nog eens, werd door de Friezen in 754 vermoord. Pas onder Karel Martel werden de Friezen christelijk. 

Slide 26 - Tekstslide

Willibrord was een Engelse missionaris die probeerden de Friezen tot het Christendom te bekeren. De Friezen zaten daar niet op te wachten.
Bonifatius was ook een Engelse missionaris die probeerde de Friezen te bekeren. Dit lukte niet: in 754 werd hij door Friezen in Dokkum vermoord.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

  • Karel de Grote versloeg de laatste nog niet bekeerde Saksische hertog Widukind, en dwong daarna de Saksen met geweld christenen te worden. Karel de Grote heeft zelfs 3.000 Saksen vermoord omdat ze niet snel genoeg christelijk wilden worden en christenen aanvielen. 
  • Rond 1000 na chr. was West- Europa gekerstend. Heidense gebruikenbleven bestaan, werd 'bijgeloof' genoemd. 

Slide 29 - Tekstslide

Wie werd in 754 vermoord bij Dokkum?
A
Willibrord
B
Liudger
C
Bonifatius
D
Karel de Grote

Slide 30 - Quizvraag

Begrippen uit deze les

  • abt
  • katholiek
  • bisschoppen
  • monniken
  • kerkvaders
  • geestelijken
  • missionaris
  • standenmaatschappij

Slide 31 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Willibrord
  • Bonifatius
  • clovis
  • widukind
  • Augustinus

Slide 32 - Tekstslide

4.4
maak 53 t/m 74
65 en 69 niet

Slide 33 - Tekstslide