Vikingen
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je over de Vikingen?
Slide 2 - Woordweb
Waar heb je die informatie vandaan?
Slide 3 - Woordweb
Is alles wat jullie weten over de Vikingen waar?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Waarom zijn de verhalen over de Vikingen soms overdreven of veranderd?
A
Er zijn weinig geschreven verslagen vanuit hun eigen perspectief.
B
De Vikingen waren niet geïnteresseerd in het behouden van hun geschiedenis.
C
De Vikingen wilden dat hun verhalen geromantiseerd werden.
D
Mensen die echt van de Vikingen hielden hebben de verhalen veranderd.
Slide 6 - Quizvraag
Wat was een andere vaardigheid van de Vikingen naast plunderen?
A
Landbouw en veeteelt.
B
Handel en ontdekkingsreizen.
C
Diplomatie en onderhandelingen.
D
Ze waren alleen maar goede krijgers.
Slide 7 - Quizvraag
Hoe wordt een nauwkeurig beeld van het verleden gevormd?
A
Op basis van fictieve verhalen
B
Op basis van geruchten en speculaties
C
Op basis van betrouwbare informatie
D
Op basis van persoonlijke interpretatie
Slide 8 - Quizvraag
Wat omvat de studie van geschiedenis?
A
Het analyseren en interpreteren van verschillende bronnen
B
Het enkel bestuderen van geschreven verslagen
C
Het negeren van bronnen
D
Het herschrijven van geschiedenis
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de definitie van geschiedenis?
A
De voorspelling van toekomstige gebeurtenissen
B
De wetenschappelijke studie van het verleden op basis van feiten, documenten en bewijsmateriaal
C
Het verzamelen van fictieve verhalen
D
Het bestuderen van enkel mondelinge overlevering
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het doel van geschiedenis?
A
Het negeren van betrouwbare informatie
B
Het voorspellen van de toekomst
C
Een nauwkeurig en objectief beeld vormen van het verleden
D
Het verzinnen van verhalen over het verleden
Slide 11 - Quizvraag
Wat is mythevorming?
A
Het vastleggen van historische feiten in kunst.
B
Het ontstaan en verspreiden van legendes en verhalen.
Slide 12 - Quizvraag
Hoe kunnen mythen ontstaan?
A
Door wetenschappelijk onderzoek en feiten.
B
Door mondelinge tradities, literatuur, kunst en populaire cultuur.
Slide 13 - Quizvraag
Wat kunnen mythes bevatten?
A
Elementen van waarheid.
B
Volledig verzonnen verhalen.
Slide 14 - Quizvraag
Wat gebeurt er vaak met mythes na verloop van tijd?
A
Ze blijven onveranderd en accuraat.
B
Ze worden verfraaid of vervormd.
Slide 15 - Quizvraag
Waarom is kritisch denken essentieel bij het analyseren van historische bronnen en mythes?
A
Om mogelijke vooroordelen te negeren
B
Om een beter begrip van wat er werkelijk is gebeurd te ontwikkelen
C
Om mythes te vermijden
D
Om de bronnen en mythes te accepteren als waarheid
Slide 16 - Quizvraag
Wat helpt kritisch denken bij het onderscheiden van mythes en historische feiten?
A
Het negeren van mogelijke vooroordelen
B
Het vermijden van het analyseren van bronnen
C
Het accepteren van mythes als waarheid
D
Een nauwkeuriger beeld van de geschiedenis te krijgen
Slide 17 - Quizvraag
Hoe draagt kritisch denken bij aan het begrijpen van het verleden?
A
Het accepteert mythes als waarheid
B
Het bevordert vooroordelen en onjuiste interpretaties
C
Het helpt om misvattingen en misinterpretaties te vermijden
D
Het negeert de context van historische bronnen
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een mythe over de Vikingen?
Slide 19 - Open vraag
Wat is een feit over de Vikingen?
