Les 6, SO + A, écouter (25-09) H1B

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Oa

Ga nog even leren voor het SO (leren, dus niet overhoren)!

Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Ga nog even leren voor het SO (zelfstandig alleen).

Aujourd'hui, c'est mercredi

H1B

Je hebt nog 5 minuten om de leerstof van het SO door te kijken. 

Vocabulaire A+B+C+D

Le programme:

- SO

- Cadeau Sven

Est-ce que tout le monde est présent?

- Zijn we compleet? Wie missen we?

SO chapitre 0, On y va

Pak een pen en je leesboek. Verder is je tafel leeg!

- Wat? Je hebt maximaal 15 minuten voor het SO

- Op welke manier? Je maakt de toets in stilte voor jezelf

- Klaar? Leg je SO omgedraaid op de hoek van je tafel en ga lezen in je NL leesboek.

Noteer je voornaam+achternaam+klas op het papier!

1 minuut bijkomen

Hoe ging het? Je hebt 1 minuut om even bij te komen van je eerste toets Frans!

Verrassing meneer Bokhove:

Wat gaan we doen? Elke leerling maakt een gedicht in de vorm van een elfje (op een hartje). Vind je dit moeilijk/ niet leuk, dan schrijf je gewoon een wens voor meneer Bokhove. Je kiest zelf een papier uit dat je leuk vindt + zet je naam op de achterkant!

De resultaten bevestigen we op een ijzerdraadje en plakband, zodat het een boeket wordt.

Elfje gedicht maken:

Elfje gedicht maken:

Regel 1) Kies een onderwerp (trouwen, liefde, toekomst...) liefde

Regel 2) Bedenk 2 woorden die iets zeggen over het woord van regel 1 grote liefde

Regel 3) Bedenk 3 woorden. Waar wat is het of wat doet het.  in je hart

Regel 4) Bedenk 4 woorden. Wat vind je van het onderwerp. mooi, belangrijk en oprecht

Regel 5) Bedenk 1 woord dat past bij de eerste regel van je elfje warmte

Voorbeelden:

Origami vouwen:

Les devoirs:

Quoi (wat)? Fais exercice 2B

Comment (hoe)? Maak de opdracht voor jezelf of overleg fluisterend met je buurman/buurvrouw

Prêt (klaar)? Ga leren vocabulaire A / (laatste deel bezig voor ander vak)

Les devoirs (huiswerk):

- Faire: ex. 2B

- Apprendre: vocabulaire A

Parler en français:

• Comment tu t'appelles? Je m'appelle ....
• Tu as quel âge? J'ai ..... ans 
• Tu habites où? J'habite à ......

Tijdens het Frans spreken luisteren we naar elkaar en lachen we elkaar nooit uit!

A, lire 

Ouvre le livre à la page 20

Klassikaal maken we exercice 1AB

Uitspraak vocabulaire A