Leerdoel les 1: aan het einde van de les weten de leerlingen wat de vogeltrek in houdt, welke gevaren hierbij horen, waarom vogels migreren, welke soort trekvogels er zijn en hoe ze de weg kunnen vinden.
Leerdoel les 2: aan het einde van de les hebben de leerlingen een achtergrond geschilderd waarbij gelet is op een mooie overgang.
Leerdoel les 3: aan het einde van de les hebben de leerlingen verschillende wolken geschilderd met diepte en verschillende grijstinten.
Leerdoel les 4: aan het einde van de les hebben de leerlingen veel verschillende sjablonen getekend en er daarvan 3 getamponeerd op het geschilderde werk.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7,8
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
Lessenreeks aardrijkskunde en beeldende vorming
Leerdoel les 1: aan het einde van de les weten de leerlingen wat de vogeltrek in houdt, welke gevaren hierbij horen, waarom vogels migreren, welke soort trekvogels er zijn en hoe ze de weg kunnen vinden.
Leerdoel les 2: aan het einde van de les hebben de leerlingen een achtergrond geschilderd waarbij gelet is op een mooie overgang.
Leerdoel les 3: aan het einde van de les hebben de leerlingen verschillende wolken geschilderd met diepte en verschillende grijstinten.
Leerdoel les 4: aan het einde van de les hebben de leerlingen veel verschillende sjablonen getekend en er daarvan 3 getamponeerd op het geschilderde werk.
Slide 1 - Tekstslide
De vogeltrek
Slide 2 - Tekstslide
Wat denk jij dat de vogeltrek is?
Slide 3 - Open vraag
Wat is de vogeltrek?
Vaste tijd in het jaar dat vogels een grote afstand afleggen van hun broedgebied naar een overwinteringsgebied.
Dit wordt ‘migratie’ genoemd, ze migreren in de herfst naar warmere klimaten en keren in de lente terug naar hun broedgebieden.
Feitje: vogels die niet migreren worden standvogels genoemd.
Slide 4 - Tekstslide
Waarom migreren vogels?
Voedsel: in de winter is er minder eten te vinden, in warme gebieden is vaak meer voedsel.
Klimaat: vogels hebben een warmer klimaat nodig om te overleven. Koude temperaturen maken het moeilijk om eten te vinden en zich voort te planten.
Licht en dagen: vogels reageren op de lengte van de dagen, dus als het langer licht is, zijn ze daar liever.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Welke is onjuist?
A
Vogels kunnen zich niet voort planten in de kou
B
Vogels gaan naar warmere gebieden om dikkere veren te krijgen
C
Vogels kunnen geen eten vinden in de kou
D
Vogels gaan op landen af waar het lang licht is
Slide 7 - Quizvraag
Roodkeelduiker
Grutto
Soorten trekvogels: wadvogels
Slide 8 - Tekstslide
Gekraagde roodstaart
Roodborst
Soorten trekvogels: zangvogels
Slide 9 - Tekstslide
Zeearend
Buizerd
Soorten trekvogels: roofvogels
Slide 10 - Tekstslide
Hoe vinden vogels de weg, wat denken jullie?
Slide 11 - Open vraag
Vogels vinden de weg door:
De zon en de sterren: de stand van de zon en de sterren werkt voor de vogels als een natuurlijke kompas.
Landschappen en geuren: vogels kunnen herkenningspunten in landschappen zien en herkennen de geuren.
Feitje: vogels kunnen beter ‘s nachts vliegen, omdat ze dan niet worden gezien door roofvogels en dan is het koeler.
Slide 12 - Tekstslide
Welke gevaren zijn er voor de vogels die migreren?