GMK OP 6 Epilepsie

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
GMKMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CVA
Parkinson
MS
Epilepsie
CVA
Parkinson
MS
Epilepsie
Oorzaak: een bloedvat in de hersenen is geknapt of een blokkade in een bloedvat van de hersenen.
Oorzaak: De gepigmenteerde cellen van de substantia nigra maken te weinig dopamine.

Oorzaak: op bepaalde plaatsen in de hersenen ontstaat verval van de myelineschedes
oorzaak: sommige hersencellen worden overactief en gaan in het wilde weg elektrische signalen afgeven.

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Altijd  daling van bewustzijn tot zelfs bewusteloosheid

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is epilepsie?
A
Een verzamelnaam voor aandoeningen, waarbij aanvallen optreden van veranderingen in de elektrische hersenactiviteit.
B
Een verzamelnaam voor aandoeningen, waarbij bepaalde zenuwcellen in de hersenen afsterven.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

NAH
bewustzijnsstoornis
Geheugenstoornis
Spraak en taalstoornis
Epilepsie
Korsakov
Afasie
Cerebraal Vasculair Accident

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bijzondere vorm van epilepsie is:
A
Migraine
B
Koortsstuip
C
Cluster hoofdpijn
D
Ziekte van Parkinson

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afwijkend weefsel in de hersenen
Plotseling verwardheid
kortsluiting vanwege te snel afgeven neurotransmitters
CVA
Epilepsie
Delier
Tumor
Blokkade van bloedvat of bloeding

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Focale aanval complex 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gegeneraliseerde aanval Tonisch Klonische aanval 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord is goed?
Iemand met epilepsie
A
Heeft minstens één keer per jaar een aanval
B
Heeft altijd dezelfde soort aanvallen
C
Voelt de aanval altijd aankomen
D
Kan verschillende soorten aanvallen krijgen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke tegengestelde vormen van epilepsie zijn er ?
A
Clonische, tonische en atonische epilepsie.
B
Partiële en complexe epilepsie.
C
Gegeneraliseerde epilepsie en status epilepticus.
D
Partiële en gegeneraliseerde epilepsie.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hyperactiviteit
Taalontwikkeling loopt vaak achter
Problemen met lezen en schrijven
Aanvallen die ontstaan in de hersenen
ADHD
Autisme
Dyslexie
Epilepsie

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een gegeneraliseerde aanval bij epilepsie is iemand nog wel bij bewustzijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Alle hersencellen in beide hersenhelften doen mee: en is er altijd een bewustzijnsstoornis. Je bent dan niet of niet helemaal bij bewustzijn.

Meest voorkomende: tonisch clonische aanval.
Bij een myoclonische aanval:
A
Is patiënt niet bij bewustzijn
B
Kan na aanval sprake zijn van plotselinge verstijving
C
Sprake van spiertrekkingen met kleine schokjes
D
Kan aanval volgen door verward gedrag

Slide 16 - Quizvraag

Myoclonische aanval kenmerkt zich door spiertrekkingen in armen en of benen waardoor schokjes zichtbaar zijn. De persoon is bij bewustzijn en zich bewust van de omgeving of heel kort afwezig. Een myoclonische aanval kan gepaard gaan met atone aanvallen (val- aanval).

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn oorzaken van epilepsie?
A
Ademstilstand, trauma, CVA.
B
Hartinfarct, infectie, trauma.
C
Trauma, infectie, tumor.
D
CVA, tumor, voedselvergiftiging.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie of nieuwe manieren van behandelen: nervus vagus stimulatie en Deep Brain Stimulation en chirurgie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chirurgie epilepsie
  • Alleen bij 1 afgebakende epilepsiehaard aan te wijzen in hersenen
  • Dat deel moet veilig verwijderd kunnen worden  (motoriek/ geheugen/ taal bv)
  • Grofweg 3 soorten operaties met eigen uitkomsten: slaapkwabOK / lesionectomie of combi
  • Bij slaapkwab: 40% kans op (soms blijvende) emotionele ontregeling (depressie, agressie etc) gedurende 6 maanden meestal
  • Soms wakkere oftewel penfield procedure nodig
  • Succesvol: 50-80% geen aanvallen meer en afbouw of stop van  medicatie
  • Langdurig traject ivm lange voorbereiding om veiligheid te waarborgen
  • Complicaties: 1-2% motoriek, 1-2% taal, gezichtsveldbeperking  mogelijk maar past zich vaak aan, kleine kans nabloeding/ infectie/ lekkage hersenvocht

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nervus Vagus Stimulatie (NVS)
  • Aanvullende behandeling voor mensen met epilepsie
  • Via OK stimulator. elektrode ingebracht linker nervus vagus
  • Geeft kleine stroomstootjes aan hersenzenuw in de hals
  • Aanvallen verminderen en/of verlopen minder heftig 
  • Bijna altijd in combinatie met medicatie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deep Brain Stimulation (DBS)
  • Diepe hersenstimulatie, is een relatief nieuwe behandelmethode 
  • Neurostimulator geïmplanteerd, lijkt op pacemaker
  • Geleidingsdraadjes naar hersenen
  • Elektrische stimulans aan voorste thalamuskern
  • Schakelcircuits die epilepsie veroorzaken beter gecontroleerd
  • Van buitenaf programmeren

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ketogeen dieet

  • Geen koolhydraten, weinig eiwitten en veel vetten eet.
  • Bij de verbranding van vetten ontstaan zogenaamde ketonen. Die kunnen een ontlading van hersencellen onderdrukken en zo aanvallen voorkomen.
  • Bij 1/3 patiënten nemen insulten met 50% af, minder dan 1/3 90%. Wel veel bijwerkingen: verstopping, gastro-intestinale klachten zoals braken, misselijkheid
  • 3  (a 4) soorten diëten mogelijk, klassiek, modified Atkins en MCT dieet (UMC/ AMC) en LGI weinig gebruikt (minder effectief?)
  • Duurt paar maanden voor resultaat

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epilepsie kan een eerste symptoom zijn van een hersentumor
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een medicatie tegen epilepsie?


A
Carbamazepine
B
Lasix
C
Naproxen
D
Dexamethason

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent couperen van een epilepsie aanval?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rectiole toedienen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Status epilepticus



Een toestand als gevolg van danwel het falen van mechanismen verantwoordelijk voor het stoppen van een epileptische aanval, T5 en T30 belangrijke ijkpunten.

Het is een toestand die langdurige consequenties kan hebben, waaronder neuronale celdood, neuronale schade en veranderingen van neuronale netwerken.  Kan lijden tot de dood.

Na T5: natuurlijke inperkende mechanisme schiet  tekort en de aanval wordt  therapieresistent

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij Epilepsie heb je vaak bewusteloosheid tot gevolg
A
Goed
B
Fout

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er gedaan bij epilepsie chirurgie?
A
De epileptische focus wordt uitgeschakeld of verwijderd
B
Hersenen worden gestimuleerd door luikje in hersenen om epileptische aanval op te wekken
C
Nervus vagus wordt verwijderd
D
Delen van de hersenen worden weggehaald door neurochirurg

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de volgende opdracht: 
kennis anatomie Hersenen
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Hersenen/hersenenonderbouw.htm#google_vignette


Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de volgende opdracht:
https://www.anatomie-online.nl/zenuwstelsel-hersenen-organenquiz.html.

Eerst Nederlands, dan Latijn. Lever beide uitkomst in op Canvas.

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies