Epilepsie

Epilepsie
23 april 2024
Breda
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerplegingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Epilepsie
23 april 2024
Breda

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Waar gaan we het over hebben?

  • Epilepsie
  • Hoe werken de hersenen
  • Symptomen
  • Wat zijn de verschillen
  • Wat is de oorzaak
  • Uitlokkende factoren





  • Wat moet je weten als   zorgverlener
  • Medicatie
  • Verschillende behandelingen
  • quiz vragen

Slide 2 - Tekstslide

Epilepsie

  • Verzamelnaam
  • Epileptische aanval heet ook wel een insult of een convulsie
  • Er is een verandering van de elektrische activiteiten in de hersenen
  • De oorzaken en symptomen kunnen verschillen


Slide 3 - Tekstslide

Epilepsie is een aandoening van het centrale zenuwstelsel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Een ander woord voor
epileptische aanval:
A
branie
B
dwang
C
insult

Slide 5 - Quizvraag

Het gebeurt dus in de hersenen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Symptomen 
  • Onwillekeurige lichamelijke bewegingen
  • Daling of verlies van bewust zijn
  • Aura: vooraf signalen als geuren of lichtflitsen 

  • Onderscheid in 2 vormen:
  • Focale aanvallen
  • Gegeneraliseerde aanvallen



Slide 9 - Tekstslide

Focale aanvallen
                                 Wat wordt het dan??

Slide 10 - Tekstslide

Gegeneraliseerde aanvallen 

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaken van epilepsie
  • In 70% gevallen is er geen aanwijsbare oorzaak te vinden 
  • Optelsom van factoren
  • Erfelijke factoren
  • Omgevingsfactoren

Slide 12 - Tekstslide

Oorzaken
  • Zuurstof te kort in de hersenen
  • Ontsteking in het hersenweefsel
  • CVA
  • Alcohol en drugs gebruik
  • Hersentumor
  • Medicijnen
  • Littekenweefsel

Slide 13 - Tekstslide

Uitlokkende factoren
  • Overmatig alcoholgebruik
  • Bepaalde vormen van drugs
  • Slaaptekort
  • Stress
  • Menstruatie (hormonale veranderingen)
  • Koorts
  • Het niet innemen van de medicatie
  • Lichtflitsen (zeldzaam)

Slide 14 - Tekstslide

                                                                                                                 Vragen!                                                                                                                                                                    Vragen!!

Slide 15 - Tekstslide

neurotransmitters:
bij een aanval is er....
A
tekort aan gaba , teveel glutemaat
B
geen gaba
C
teveel gaba , te weinig glutemaat
D
geen van allen

Slide 16 - Quizvraag

Een gegeneraliseerde aanval zit in 1 hersenhelft
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Filmpje

Slide 18 - Tekstslide

Do and Don’ts
Wat doe je wel

  • Veiligheid bieden!  
  • Bril afnemen
  • Leg iets onder het hoofd
  • Blijf erbij
  • Neem de tijd op


Wat doe je niet


  • Vasthouden
  • Water geven

Slide 19 - Tekstslide

Wat als...
  • De aanval stopt niet.
  • Status epilepticus
  • Richtlijnen zijn verschillend
  • Couperen
  • Toedienen van medicijnen
  • Voorgeschreven door de arts

Slide 20 - Tekstslide

Wat geeft je?

Benzodiazepinen (stoffen afgeleid van diazepam)

Slide 21 - Tekstslide

                                                                                                                 Vragen!                                                                                                                                                                    Vragen!!

Slide 22 - Tekstslide

wat is géén symptoom van een epileptische aanval?
A
overgeven
B
schokken
C
verlies van bewustzijn
D
urine verlies

Slide 23 - Quizvraag

Wat is géén uitlokkende factor voor een insult?
A
slaap te kort
B
koorts
C
alcohol gebruik
D
zingen

Slide 24 - Quizvraag

Als een aanval niet stopt, dan heet dat...
A
status quo
B
medische status
C
status epilepticus

Slide 25 - Quizvraag

Couperen
  • Rectoren 
  • Neusspray
  • Druppels in de wangzak
  • Opname via de     slijmvliezen

  • Diazepam (Stesolid®) rectiole 10 mg
  • Midazolam neusspray 10 mg (= 2 pufjes in ieder neusgat)
  • Clonazepam (Rivotril®) druppelvloeistof 1 mg (=10 druppels, onverdund in de wangzak)

Slide 26 - Tekstslide

Medicatie,anti-epileptica

Slide 27 - Tekstslide

Bijwerkingen

  • gevoel van dronkenschap
  • duizeligheid
  • slaperigheid
  • traagheid
  • gebrek aan eetlust
  • misselijkheid
  • Meestal zijn deze klachten tijdelijk.

Bij de start van nieuwe medicatie

  • therapie trouw
  • gebruik andere medicijnen ( ook ‘de pil’)
  • Osteoporose
  • mondverzorging

Slide 28 - Tekstslide

                                                                                                                 Vragen!                                                                                                                                                                    Vragen!!

Slide 29 - Tekstslide

Met medicatie een aanval stoppen heet:

A
tonderen
B
valideren
C
couperen

Slide 30 - Quizvraag

Refractaire epilepsie
  • De medicatie slaat niet of te weinig aan.
  • Niet aanvalsvrij
  • Over een andere boeg!
  • Een operatie.
  • Kees Braun, hoogleraar kinderneurologie


Slide 31 - Tekstslide

Ketogeen dieet
  • Streng dieet
  • Bestaat uit veel vet
  • Weinig/geen koolhydraten
  • Hierdoor produceer je ketonen

Slide 32 - Tekstslide

Nervus Vagus Stimulatie

Slide 33 - Tekstslide

laatste vraag!

Slide 34 - Tekstslide

Waar bestaat een ketogeen dieet uit?
A
veel koolhydraten en weinig vet
B
veel suikers
C
veel vet en geen koolhydraten

Slide 35 - Quizvraag

Evaluatie 

Slide 36 - Tekstslide