Week 9

week 9 : Welkom, pak spullen, schrift, pen &  taakwerk W7 of W9 
Fijne voorjaarsvakantie gehad ?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

week 9 : Welkom, pak spullen, schrift, pen &  taakwerk W7 of W9 
Fijne voorjaarsvakantie gehad ?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
laatste les: so lezen 

  • kijk op taal : taalgebruik 
  • korte uitleg weektaak 9 
  • aan het werk : Afmaken:  weektaak t/m  W7 
  • of begin  met W 9 

week 9

Slide 2 - Tekstslide

formeel /
 informeel 

  • taalgebruik 

  • standaardtaal 
  • groepstaal 

  • Kan ik concluderen dat ik een goede inschatting maak als ik suggereer dat de recente vakantieweek effectief is geweest voor definitief voltooien van het taakwerk ? 
  • Hebben we er weer allemaal zin in ? 
  •  fawaka habibi's ?

Slide 3 - Tekstslide

Formeel en informeel taalgebruik


Aan mensen die je kent (bekenden) schrijf je informeel. 

Aan mensen die je niet kent (onbekenden) of ouderen schrijf je formeel. 

Slide 4 - Tekstslide

Weektaak 9
weektaak 9
 woensdag museumbezoek Assen  donderdag vrij ,
 zelfstandig aan het werk: eerst de theorieblokjes lezen en daarna de opgaven maken.
H3 paragraaf Grammatica zinsdelen , het werkwoordelijk gezegde en H3 paragraaf Spelling : het meervoud

blz. 106 theorieblokje het  werkwoordelijk gezegde
blz. 107 theorieblokje wwg met "te"en "aan het"  1 tm 7 
blz. 111 theorieblokje Spelling:  het meervoud op-en  1/m 3
af : woensdag 6 maart 

Slide 5 - Tekstslide

vragen taalgebruik 
  1. Formeel of informeel?
  2. standaardtaal of groepstaal? 
  3. dialect ? 
  4. waar gaat het over ? ken je alle woorden ? 
  5. wartaal of geniaal 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Vul maar in..
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit .......................... in een zin. De ............ hoort altijd bij het werkwoordelijk gezegde. Het werkwoordelijk gezegde kan uit .................... werkwoorden bestaan. Het woordje ..... hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde.

Slide 10 - Tekstslide