Letterrekenen

Rekenen met letters
Pak je Ipad en aantekeningenschrift
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen met letters
Pak je Ipad en aantekeningenschrift

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht
Ik pak acht keer per week de trein tussen Nijmegen en Zutphen (heen en terug). Een enkele reis kost me €10,60. Aan het begin van de week zet ik €100,- op mijn OV-chipkaart. Bereken hoeveel geld ik aan het eind van de week nog over heb met de formule:


     = het saldo op mijn OV-chipkaart
     = het aantal ritjes


s=10010.60a
s
a
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel geld heb ik nog op mijn OV-chipkaart staan aan het eind van de week? Vul alleen het getal in

Slide 3 - Open vraag

Opdracht
Ik pak acht keer per week de trein tussen Nijmegen en Zutphen (heen en terug). Een enkele reis kost me €10,60. Aan het begin van de week zet ik €100,- op mijn OV-chipkaart. Bereken hoeveel geld ik aan het eind van de week nog over heb met de formule:


     = het saldo op mijn OV-chipkaart
     = het aantal ritjes


s=10010.60a
s
a

Slide 4 - Tekstslide

Bereken w als u = 2
w=8u+5
A
18
B
21
C
26
D
87

Slide 5 - Quizvraag

Bereken w als u = 2
w=8u+5

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan letters bij elkaar optellen en van elkaar afhalen
  • Je kan formules korter schrijven

Slide 7 - Tekstslide

Letterrekenen
3+3+3+3+3=53
7+7+7=37
4+4+4+4=44
2,5+2,5=22,5
3+3+3+3=43

Slide 8 - Tekstslide

Letterrekenen
3+3+3+3+3=53
7+7+7=37
4+4+4+4=44
2,5+2,5=22,5
3+3+3+3=43
x+x+x=

Slide 9 - Tekstslide

Letterrekenen
3+3+3+3+3=53
7+7+7=37
4+4+4+4=44
2,5+2,5=22,5
3+3+3+3=43
x+x+x=3x

Slide 10 - Tekstslide

Letterrekenen
3+3+3+3+3=53
7+7+7=37
4+4+4+4=44
2,5+2,5=22,5
3+3+3+3=43
x+x+x=3x
r+r=

Slide 11 - Tekstslide

Letterrekenen
3+3+3+3+3=53
7+7+7=37
4+4+4+4=44
2,5+2,5=22,5
3+3+3+3=43
x+x+x=3x
r+r=2r

Slide 12 - Tekstslide

Letterrekenen
3+3+3+3+3=53
7+7+7=37
4+4+4+4=44
2,5+2,5=22,5
3+3+3+3=43
x+x+x=3x
p+p+p+p+p=
r+r=2r

Slide 13 - Tekstslide

Letterrekenen
3+3+3+3+3=53
7+7+7=37
4+4+4+4=44
2,5+2,5=22,5
3+3+3+3=43
x+x+x=3x
p+p+p+p+p=5p
r+r=2r

Slide 14 - Tekstslide

Letterrekenen
3+3+3+3+3=53
7+7+7=37
4+4+4+4=44
2,5+2,5=22,5
3+3+3+3=43
x+x+x=3x
p+p+p+p+p=5p
r+r=2r
a+a+b+b+b=

Slide 15 - Tekstslide

Letterrekenen
3+3+3+3+3=53
7+7+7=37
4+4+4+4=44
2,5+2,5=22,5
3+3+3+3=43
x+x+x=3x
p+p+p+p+p=5p
r+r=2r
a+a+b+b+b=2a+3b

Slide 16 - Tekstslide


p+p+p+p=
timer
0:30

Slide 17 - Open vraag


a+c+c+c=
timer
0:30

Slide 18 - Open vraag

Letterrekenen
3a+2a=

Slide 19 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+

Slide 20 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=

Slide 21 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=5a

Slide 22 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=5a
4a+2b+3a=

Slide 23 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=5a
4a+2b+3a=a+a+a+a

Slide 24 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=5a
4a+2b+3a=a+a+a+a+b+b

Slide 25 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=5a
4a+2b+3a=a+a+a+a+b+b+a+a+a=

Slide 26 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=5a
4a+2b+3a=a+a+a+a+b+b+a+a+a=7a+2b

Slide 27 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=5a
4a+2b+3a=a+a+a+a+b+b+a+a+a=7a+2b
5x+2y+4y=

Slide 28 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=5a
4a+2b+3a=a+a+a+a+b+b+a+a+a=7a+2b
5x+2y+4y=5x+6y

Slide 29 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=5a
4a+2b+3a=a+a+a+a+b+b+a+a+a=7a+2b
5x+2y+4y=5x+6y
7p+9p+3p=

Slide 30 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=5a
4a+2b+3a=a+a+a+a+b+b+a+a+a=7a+2b
5x+2y+4y=5x+6y
7p+9p+3p=19p

Slide 31 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=5a
4a+2b+3a=a+a+a+a+b+b+a+a+a=7a+2b
5x+2y+4y=5x+6y
7p+9p+3p=19p
7p+4=

Slide 32 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=5a
4a+2b+3a=a+a+a+a+b+b+a+a+a=7a+2b
5x+2y+4y=5x+6y
7p+9p+3p=19p
7p+4=7p+4

Slide 33 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=5a
4a+2b+3a=a+a+a+a+b+b+a+a+a=7a+2b
5x+2y+4y=5x+6y
3x2+6x=
7p+9p+3p=19p
7p+4=7p+4

Slide 34 - Tekstslide

Letterrekenen
3a+2a=a+a+a+a+a=5a
4a+2b+3a=a+a+a+a+b+b+a+a+a=7a+2b
5x+2y+4y=5x+6y
3x2+6x=3x2+6x
7p+9p+3p=19p
7p+4=7p+4

Slide 35 - Tekstslide

Aantekening gelijksoortige termen samennemen
Uitdrukking = soort wiskundige zin:

Term = deel van een uitdrukking:                                    5 termen

Gelijksoortige term = term met precies dezelfde letter en macht           en

Gelijksoortige termen samennemen:
                                                                    wordt 
2x2+6x8y+3x7
6x
3x
2x2+6x8y+3x7
2x2+9x8y7

Slide 36 - Tekstslide

Neem de gelijksoortige termen samen:
3a+7b+8b

Slide 37 - Open vraag

Neem de gelijksoortige termen samen:
3x+4x5x+8

Slide 38 - Open vraag

Neem de gelijksoortige termen samen:
3y2+4y3y

Slide 39 - Open vraag

Neem de gelijksoortige termen samen:
4x+67y3

Slide 40 - Open vraag

Neem de gelijksoortige termen samen:
7x12x+5y+y=

Slide 41 - Open vraag

Zelfstandig werken
  • Werk aan de opgaven van 3.3
  • Overleg met je buurman of buurvrouw
  • Vragen of klaar? Steek je vinger op

Slide 42 - Tekstslide