Keuzedeel verdieping HRM les 4 - Arbeidsrecht (1/2)

Keuzedeel verdieping HRM les 4

H4 Arbeidsrecht (1/2)
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
PersoneelsbeleidMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel verdieping HRM les 4

H4 Arbeidsrecht (1/2)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling H3
Discriminatie & privacy

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende situaties is een overtreding van de AVG?
A
Een HR-medewerker vraagt een sollicitant om een kopie van zijn paspoort vóórdat hij is aangenomen.
B
Een werkgever bewaart de loonadministratie van een oud-werknemer 7 jaar.
C
Een werknemer vraagt zijn personeelsdossier op en krijgt binnen een maand inzage.
D
DEen manager mailt ziekmeldingen van medewerkers naar het hele team.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toelichting
✔ A is fout, want een paspoort mag pas worden gekopieerd na ondertekening van het contract.
✔ D is fout, want medische gegevens zijn gevoelige persoonsgegevens en mogen niet zomaar gedeeld worden.
✔ B en C zijn correct volgens de AVG.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat mag een werkgever volgens de AVG niet doen?

📌 Casus:
Lisa solliciteert op een functie en moet haar cv en motivatiebrief opsturen. Tijdens het gesprek vraagt de werkgever naar haar medische voorgeschiedenis en om een kopie van haar paspoort.

📌 Vraag:
Welke van deze verzoeken zijn niet toegestaan volgens de AVG en waarom?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Antwoord:


  • De werkgever mag niet vragen naar medische gegevens, tenzij dit strikt noodzakelijk is voor de functie (bijv. bij veiligheidsfuncties).

  • Een kopie van een paspoort mag pas worden gemaakt na ondertekening van het contract, niet tijdens de sollicitatie.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Iedereen zou na een jaar werken automatisch een vast contract moeten krijgen."
Denk na over onderbouwing van je antwoord met argumenten voor en tegen.
Eens
Oneens

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

  • Wie heeft een bijbaan? 
  • Wat voor contract heb je? 
  • Hoe zou je ideale contract eruitzien?

  • Kernvraag van de les: Welke contractvormen bestaan er en welke rechten en plichten horen daarbij?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1: Contractvormen en arbeidsvoorwaarden

Doel: Studenten begrijpen de verschillende contractvormen en de toepassing van arbeidsvoorwaarden in cao’s en individuele arbeidsovereenkomsten.

Examentermen:
  • Contractvormen: arbeidsovereenkomst, aannemen van werk, opdracht
  • Wet Arbeidsmarkt in Balans: oproepkrachten, ketenregeling, WW-premie
  • Cao vs. individuele arbeidsovereenkomst
Les 2: Ontslag, transitievergoeding en sociale plannen

Doel: Studenten leren de regels rondom ontslag, transitievergoeding en sociale plannen toepassen.


Examentermen:
  • Proeftijd, loon en verlof
  • Ontslagrecht en transitievergoeding
  • Overgang van onderneming
  • Sociale plannen en cao-regelingen
  • Toepassing van artikelen uit een cao bij ontslag en contractwijziging

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdr 1. Arbeidsovereenkomst
a. Op welke dagen moet je werken of kun je worden opgeroepen?
B. Hoeveel uur per week werk je maximaal?
C. Op welke datum eindigt jouw contract?
D. Welke CAO is van toepassing?
Kijk in je eigen aovk OF die van opdr 1 - van Zuilen en Ravensander
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Opdr 2 Het Burgerlijk Wetboek
a. Wat is volgens artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek een arbeidsovereenkomst?
b. Is een stageovereenkomst een arbeidsovereenkomst? Motiveer je antwoord.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsovereenkomsten
theorie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer
✅ Afspraken tussen werkgever en werknemer:

  • Werknemer verricht arbeid voor een bepaalde of onbepaalde tijd.
  • Werkgever betaalt loon voor het verrichte werk.
  • Er moet sprake zijn van een gezagsverhouding (werknemer werkt onder leiding van de werkgever).

⚖️ Soorten contracten:
  • Tijdelijk contract (voor een vaste periode).
  • Vast contract (zonder einddatum).

📌 Belangrijk: Zonder gezagsverhouding is er geen arbeidsovereenkomst.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsovereenkomst bij Uitzendwerk
📌 Driehoeksverhouding:

  • Uitzendbureau is de formele werkgever.
  • Uitzendkracht werkt bij een ander bedrijf (de inlener).
  • Inlener (bedrijf) geeft de werkinstructies (gezagsverhouding).

⚖️ Belangrijk: De gezagsverhouding ligt niet bij het uitzendbureau, maar bij het bedrijf waar de uitzendkracht werkt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zzp’er en de Opdrachtovereenkomst
📌 Kenmerken:
  • Geen arbeidsovereenkomst, maar een opdrachtovereenkomst.
  • Geen gezagsverhouding, zzp’er bepaalt zelf hoe en wanneer het werk wordt uitgevoerd.
  • Opdrachtgever mag alleen eisen stellen aan het resultaat en de deadline.

⚖️ Soorten opdrachtovereenkomsten:

  • Overeenkomst van opdracht → Dienst van niet-stoffelijke aard (bijv. tekst schrijven).
  • Overeenkomst van aanneming van werk → Stoffelijk resultaat (bijv. timmeren van een kast).

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van Opdrachtovereenkomsten
📌 Overeenkomst van Opdracht (niet-stoffelijk resultaat)
Een tekstschrijver schrijft een artikel voor een website.
Een consultant geeft advies over bedrijfsstrategie.
Een coach begeleidt een medewerker bij loopbaanontwikkeling.
Een accountant controleert de jaarrekening van een bedrijf.
Een fotograaf maakt portretfoto’s voor een bedrijf.
📌 Overeenkomst van Aanneming van Werk (stoffelijk resultaat)
Een schilder verft de buitenkant van een huis.
Een timmerman maakt een op maat gemaakte kast.
Een stratenmaker legt een nieuwe oprit aan.
Een bouwbedrijf plaatst zonnepanelen op een dak.
Een stukadoor werkt muren af in een nieuwbouwwoning.
Belangrijk: Bij aanneming van werk wordt een tastbaar product opgeleverd, bij een opdracht gaat het om een dienst of intellectuele prestatie.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een stageovereenkomst geen arbeidsovereenkomst?
2 antwoorden zijn juist
A
Een stagiair krijgt geen loon.
B
Er is geen sprake van een gezagsverhouding.
C
De stagiair voert geen arbeid uit, maar leert.
D
De stagiair en het leerbedrijf ondertekenen geen overeenkomst.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijkste verschil:
Bij een arbeidsovereenkomst verricht de werknemer werk in ruil voor loon, onder gezag van een werkgever. Bij een stageovereenkomst staat het leren centraal, niet het werken.

Redenen waarom een stageovereenkomst géén arbeidsovereenkomst is:
1. Leren staat voorop → De stagiair voert wel arbeid uit, maar is er om vaardigheden op te doen, niet primair om productief te zijn.
2. Geen echte loonbetaling → Een stagiair kan een vergoeding krijgen, maar dit is geen loon zoals bij een werknemer.
3. Geen gezagsverhouding zoals bij een werknemer → De stagebegeleider heeft een coachende rol en de stagiair is niet direct verplicht om werk uit te voeren zoals een gewone werknemer.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Driehoeksverhouding
De driehoeksverhouding zie je terug bij uitzendkrachten. Vul in de volgende zin de juiste woorden in. Gebruik: uitzendbureau/inlener/werknemer.

 

Een.......... is in dienst bij het uitzendbureau.
De gezagsverhouding bestaat tussen de werknemer en de .................
De werknemer krijgt het loon van het .................

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten arbeidsovereenkomsten
1. Contract voor bepaalde tijd (tijdelijk contract) 
2. Contract voor onbepaalde tijd (vast contract)
3. Oproepovereenkomst / flexcontract (nulurencontract OF min-max contract)
4. Detachering
5. Payrollcontract

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus Max
Max werkt als ober in het restaurant. Hij is iedere week van woensdag tot en met vrijdag van 16.00-22.00 uur beschikbaar. Als het druk is, roep je hem op. Als het niet druk is, hoeft Max niet te komen en krijgt hij niet betaald. Het contract loopt over zes maanden af.

Watvoor arbeidsovereenkomst is dit?

Slide 22 - Tekstslide

Oproepcontract (nul uren), voor bepaalde tijd

Casus Quinten
Quinten werkt als schoonmaker. Hij werkt iedere week op vrijdag-, zaterdag- en zondagmiddag. Hij werkt twaalf uur per week. In het contract is geen einddatum opgenomen.

Watvoor arbeidsovereenkomst ist dit?

Slide 23 - Tekstslide

Parttime contract voor onbepaalde tijd
Casus Firuza
Firuza werkt als kassamedewerker in de plaatselijke supermarkt. Ze werkt minimaal vier uur in de week en maximaal twaalf uur. Jij bepaalt wekelijks op welke dagen en op welke tijden zij gaat werken. Over een jaar loopt de arbeidsovereenkomst van rechtswege af.

Watvoor arbeidsovereenkomst ist dit?

Slide 24 - Tekstslide

Oproepcontract (min-max contract) voor bepaalde tijd
Casus
- Welke type arbeidscontract heb jijzelf?
OF
- Welke type contract heeft van Zuilen en Ravesander (opdr 1)?

Slide 25 - Tekstslide

oproepcontract min-max voor bepaalde tijd
Soorten arbeidsovereenkomsten
theorie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bepaalde & onbepaalde tijd
1️⃣ Contract voor bepaalde tijd (tijdelijk contract)
✔ Loopt automatisch af na een vastgestelde periode.
✔ Kan onder voorwaarden verlengd worden.
✔ Na 3 tijdelijke contracten of 36 maanden → vast contract.

2️⃣ Contract voor onbepaalde tijd (vast contract)
✔ Geen einddatum → loopt door tot opzegging of ontslag.
✔ Meer zekerheid voor werknemer.
✔ Ontslag alleen mogelijk onder voorwaarden.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oproepovereenkomst (Flexcontracten)
Kenmerken:
✔ Geen vast aantal uren, werken op oproepbasis.
✔ Na 12 maanden moet werkgever een vast urenaanbod doen (mag werknemer wel/niet accepteren)

Soorten:
✅ Nulurencontract → Geen garantie op werkuren.
Loon & ziekteregels:
✔ Na 6 maanden soms recht op loon bij geen werk.
✔ Ziek tijdens oproep = doorbetaling, langdurig ziek = 70% loon op basis van gemiddelde uren.

✅ Min-maxcontract → Minimumaantal uren gegarandeerd (en dus uitbetaald), extra uren op oproepbasis.

.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Detachering & Payroll
3️⃣ Detachering
✔ Werknemer blijft in dienst van een detacheringsbureau.
✔ Wordt uitgeleend aan bedrijven.
✔ Werk stopt? Werknemer blijft in dienst en krijgt doorbetaald.

4️⃣ Payrollcontract
✔ Werknemer werkt exclusief voor 1 werkgever.
✔ Werkgever besteedt administratie en risico’s uit aan payrollbedrijf.
✔ Payrollbedrijf is juridisch de werkgever.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werken detachering en payroll?
Hoe werken detachering en payroll?Detachering
👨‍💼 Werknemer ↔ Detacheringsbureau ↔ Bedrijf (inlener)

Payroll
👨‍💼 Werknemer ↔ Payrollbedrijf (juridisch werkgever) ↔ Werkgever (opdrachtgever)

Bij detachering blijft de werknemer altijd in dienst van het detacheringsbureau, bij payroll is de werknemer exclusief voor één werkgever werkzaam maar officieel in dienst bij het payrollbedrijf.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht: verschillende arbeidsovereenkomsten

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels rond oproepkrachten
Theorie

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom oproepcontracten?
💼 Waarom oproepcontracten?
✔ Werkgever kan werknemers flexibel inzetten bij drukte.
❌ Werknemer weet niet altijd waar die aan toe is.
❌ Bij een nulurencontract kan de werknemer periodes zonder loon zitten.

⚖️ Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) (2020)
✔ Versterkt de positie van oproepkrachten.
✔ Werknemer mag oproepen weigeren als deze niet correct worden doorgegeven.
⚠️ Let op: Mogelijk verdwijnen nulurencontracten in de toekomst.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Vierdagentermijn (WAB-regel)
✔ Werkgever moet de oproep minimaal 4 dagen van tevoren schriftelijk of elektronisch doorgeven.
✔ Werknemer hoeft niet te komen als oproep te laat of mondeling wordt gedaan.
✔ Oproep ingetrokken? Werknemer behoudt recht op loon voor afgesproken uren.

🛑 Foutieve oproepen:
❌ Werkgever spreekt werknemer aan op straat → Niet geldig!
❌ Werkgever mailt oproep 1 dag van tevoren → Werknemer mag weigeren.
❌ Werkgever stuurt rooster voor 4 uur werk, maar stuurt werknemer eerder naar huis → Toch betaling voor 4 uur verplicht!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Na 12 maanden oproepcontract → Aanbod vaste uren
✔ Na 12 maanden oproepcontract moet werkgever vaste arbeidsomvang aanbieden.
✔ Dit is geen contract voor onbepaalde tijd, maar een vast aantal uren per week/maand.
✔ Werknemer krijgt 1 maand bedenktijd.

🛠 Voorbeeld:
📌 Werknemer werkte gemiddeld 8 uur per week.
📌 Werkgever moet minimaal 8 uur per week aanbieden.
📌 Werknemer kan kiezen om flexibel te blijven of het aanbod te accepteren.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Contract voor onbepaalde tijd & Ketenregeling
⚖️ Wanneer krijgt een werknemer een vast contract?
✔ Ketenregeling: Maximaal 3 tijdelijke contracten binnen 3 jaar.
✔ 4e contract = vast contract.
✔ Pauze van 6 maanden? Dan begint de keten opnieuw.

🛠 Voorbeeld ketenregeling
📌 Werknemer krijgt 3 tijdelijke contracten → Nog geen vast contract.
📌 Werknemer krijgt 4e contract → Moet vast contract worden!
📌 Werknemer stopt 7 maanden en komt terug → Keten begint opnieuw.
📌 Tijdelijke contracten duren samen langer dan 3 jaar → Vast contract!

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als een werknemer zes maanden geen contract heeft, breekt de keten en begint die weer opnieuw.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emma werkt als verkoopmedewerker bij een kledingwinkel. Ze heeft de afgelopen jaren de volgende contracten gekregen:
1e contract: 1 jaar (01-01-2021 t/m 31-12-2021)
2e contract: 1 jaar (01-01-2022 t/m 31-12-2022)
3e contract: 1 jaar (01-01-2023 t/m 31-12-2023)
De werkgever wil Emma nu een 4e contract voor 1 jaar aanbieden. Vraag: Wat betekent dit volgens de ketenregeling?

Slide 38 - Open vraag

De ketenregeling bepaalt dat maximaal 3 tijdelijke contracten binnen 3 jaar mogen worden aangeboden.
Dit zou Emma’s 4e contract zijn, dus haar werkgever moet haar een vast contract geven.

Jeroen werkt als logistiek medewerker en krijgt de volgende contracten:
1e contract: 1 jaar (01-04-2021 t/m 31-03-2022)
2e contract: 1 jaar (01-04-2022 t/m 31-03-2023)
Daarna besluit hij 7 maanden ergens anders te werken en keert op 1 november 2023 terug naar zijn oude werkgever, die hem een nieuw tijdelijk contract geeft.

Vraag: Wat betekent deze onderbreking voor de ketenregeling?

Slide 39 - Open vraag

Ketenregeling en pauze tussen contracten
Sanne werkt als administratief medewerker en krijgt de volgende contracten:

1e contract: 1 jaar (01-05-2020 t/m 30-04-2021)
2e contract: 1,5 jaar (01-05-2021 t/m 31-10-2022)
3e contract: 1 jaar (01-11-2022 t/m 31-10-2023)
Vraag: Mag haar werkgever haar een nieuw tijdelijk contract geven? Waarom wel/niet?

Slide 40 - Open vraag

Ketenregeling en maximale duur
De 3-jaarsregel van de ketenregeling zegt dat tijdelijke contracten samen maximaal 3 jaar mogen duren.
In dit geval duurt de keten al 3,5 jaar, dus de werkgever moet Sanne een vast contract geven.
Voorbeeld 1: Een voorbeeld van een keten met 3 of meer contracten

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 2: Een voorbeeld van een keten met een periode langer dan 3 jaar

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 3: Een voorbeeld van een keten met een onderbreking van 6 maanden:

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasensysteem
Theorie

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasensysteem (Uitzendbranche)
⚖️ Wat is het fasensysteem?
✔ Uitzendkrachten vallen niet onder de ketenregeling, maar onder het fasensysteem uit de uitzend-cao.
✔ Hierdoor duurt het langer voordat een uitzendkracht een vast contract krijgt.
✔ Na 6 maanden onderbreking begint de telling opnieuw.

📌 Fasen in het fasensysteem (ABU-cao):
1️⃣ Fase A → Max. 52 weken flexibel werken, zonder vast contract.
2️⃣ Fase B → Max. 3 jaar werken met tijdelijke contracten.
3️⃣ Fase C → Vast contract bij het uitzendbureau.

⚠️ Let op: Dit systeem kan verschillen per cao!
Fasensysteem volgens de cao van de ABU

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABU en NBBU
ABU en NBBU zijn de twee belangrijkste brancheorganisaties voor uitzendbureaus in Nederland:

✅ ABU = Algemene Bond Uitzendondernemingen
De grootste branchevereniging voor uitzendbureaus in Nederland.
Vertegenwoordigt uitzendbureaus die onder de ABU-cao vallen.
Richt zich op uitzendwerk, detachering en HR-dienstverlening.

✅ NBBU = Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen
Vertegenwoordigt voornamelijk kleinere en middelgrote uitzendbureaus.
Hanteert een eigen NBBU-cao, die op sommige punten flexibeler is dan de ABU-cao.

⚖️ Wat is het verschil?
De ABU-cao heeft vaak striktere regels en meer bescherming voor uitzendkrachten.
De NBBU-cao biedt meer flexibiliteit voor werkgevers en kleinere uitzendbureaus.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasensysteem (Uitzendbranche)
Fasensysteem (NBBU-cao)
⚖️ Hoe werkt het?
✔ Uitzendkrachten krijgen een contract volgens het NBBU-fasensysteem.
✔ Na 6 maanden onderbreking begint de telling opnieuw.

Fasen in de NBBU-cao:
1️⃣ Fase 1 & 2 → 52 weken flexibel werken, zonder vast contract.
2️⃣ Fase 3 → Max. 3 jaar werken met tijdelijke contracten (max. 6 contracten).
3️⃣ Fase 4 → Vast contract bij het uitzendbureau.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

📌 Casus:
Kevin werkt sinds 1 januari 2022 als uitzendkracht bij een logistiek bedrijf. Hij heeft tot nu toe alleen in Fase A gewerkt. Zijn uitzendcontract loopt door tot januari 2023.

Vraag:

In welke fase komt Kevin op 1 januari 2023 terecht?
Wat verandert er voor hem?

Slide 48 - Open vraag

✅ Antwoordmodel:

Kevin gaat naar Fase B, omdat hij 52 weken in Fase A heeft gewerkt.
In Fase B krijgt hij tijdelijke contracten, maximaal 6 contracten in 3 jaar.
Hij krijgt meer zekerheid, maar nog geen vast contract.
Als hij na 3 jaar in Fase B blijft werken, gaat hij automatisch naar Fase C (vast contract bij het uitzendbureau).

Terugblik
✅ Jij kunt de verschillende contractvormen uitleggen (bepaalde tijd, onbepaalde tijd, oproepcontracten).
✅ Jij weet welke soorten arbeidsovereenkomsten er zijn en kent de regels rondom flexibele contracten.
✅ Jij kunt uitleggen hoe de ketenregeling werkt en wanneer een werknemer een vast contract krijgt.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik volgende les
Arbeidsrecht les 2/2
bestudeer de stof in het boek vooraf

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1: Contractvormen en arbeidsvoorwaarden

Doel: Studenten begrijpen de verschillende contractvormen en de toepassing van arbeidsvoorwaarden in cao’s en individuele arbeidsovereenkomsten.

Examentermen:
  • Contractvormen: arbeidsovereenkomst, aannemen van werk, opdracht
  • Wet Arbeidsmarkt in Balans: oproepkrachten, ketenregeling, WW-premie
  • Cao vs. individuele arbeidsovereenkomst
Les 2: Ontslag, transitievergoeding en sociale plannen

Doel: Studenten leren de regels rondom ontslag, transitievergoeding en sociale plannen toepassen.


Examentermen:
  • Proeftijd, loon en verlof
  • Ontslagrecht en transitievergoeding
  • Overgang van onderneming
  • Sociale plannen en cao-regelingen
  • Toepassing van artikelen uit een cao bij ontslag en contractwijziging

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies