In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2 'Bewegen'
§2.1 t/m 2.5
Vragen
Slide 1 - Tekstslide
Welke functie van het skelet wordt hier omschreven: Zonder skelet zou je in elkaar zakken.
A
Stevigheid
B
Vorm
C
Beschermen
D
Bewegen
Slide 2 - Quizvraag
Wat voor speciale vorm heeft de wervelkolom?
A
s-vorm
B
dubbele s-vorm
C
o-vorm
D
dubbele o-vorm
Slide 3 - Quizvraag
Hoe gebruiken slangen hun wervelkolom?
A
Gaan heen en weer
B
Gaan op en neer
C
Ze gebruiken hem niet
Slide 4 - Quizvraag
Welk bot is het bot dat roodgekleurd is?
A
Ellepijp
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Spaakbeen
Slide 5 - Quizvraag
Zien we hier beencellen of kraakbeencellen?
A
beencellen
B
kraakbeencellen
Slide 6 - Quizvraag
in welke beenderen zit geel beenmerg?
A
pijpbeenderen
B
platte beenderen
Slide 7 - Quizvraag
Welke houding is goed?
A
eerste
B
tweede
C
derde
D
vierde
Slide 8 - Quizvraag
welke beenverbinding is het meest beweeglijk?
A
vergroeiing
B
naadverbinding
C
kraakbeen
D
gewricht
Slide 9 - Quizvraag
Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
Rolgewricht
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de functie van het kraakbeen op de gewrichtskom en de gewrichtskogel?
(blauw op het plaatje)
A
De botten buigzaam houden.
B
De botten op de juiste plek houden.
C
Slijtage aan het gewricht voorkomen
Slide 11 - Quizvraag
Wat voor gewricht is dit?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Geen van allen
Slide 12 - Quizvraag
De wervels zijn met elkaar verbonden met kraakbeen. Dit is:
A
Niet beweeglijk
B
Een beetje beweeglijk
C
heel erg beweeglijk
Slide 13 - Quizvraag
Op de afb. zien we een arm. Wat is de toestand van de biceps en triceps?
A
biceps is aangespannen, triceps ontspannen
B
biceps is ontspannen, triceps ontspannen
C
biceps is aangespannen, triceps aangespannen
D
biceps is ontspannen, triceps aangespannen
Slide 14 - Quizvraag
wat is het kleinste deeltje van een spier?
A
spierbundel
B
spiervezel
C
pees
D
spier
Slide 15 - Quizvraag
bij welke van de 4 sporten vallen over het algemeen de meeste blessures?
A
voetbal
B
hardlopen
C
fitness
D
hockey
Slide 16 - Quizvraag
Wat voor blessure is dit?
A
Botbreuk
B
Verzwikking
C
Ontwrichting
D
Verstuiking
Slide 17 - Quizvraag
Drie veel voorkomende spierblessures zijn spierpijn, spierkramp en spierscheuring. Bij welk van deze blessures trekken de spiervezels allemaal tegelijk samen en lukt het niet ze weer te ontspannen?
A
Spierpijn
B
Spierkramp
C
Spierscheuring
Slide 18 - Quizvraag
Hoe beweegt de wervelkolom van een vis?
A
Op en neer
B
links/rechts
C
Van boven naar beneden
D
Alle richtingen op
Slide 19 - Quizvraag
welk dier is ongewerveld?
A
schorpioen
B
leeuw
C
regenworm
D
snoek
Slide 20 - Quizvraag
In welke afbeelding zie je een teenganger?
A
1
B
2
C
3
Slide 21 - Quizvraag
In de afbeelding zie je de poot van een zebra.
Is een zebra een hoefganger, een teenganger of een zoolganger?
A
Hoefganger
B
Teenganger
C
Zoolganger
Slide 22 - Quizvraag
In de afbeelding een vleermuis. Het rood gemaakte bot; welk bot is dit bij de mens?