Marketing 1C

Marketing 1C
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Marketing 1C

Slide 1 - Tekstslide

Aantekening
Missie: Waarom vind je dingen belangrijk en waarom doe je de dingen zoals je ze doet (op dit moment)
Visie: Wat wil je bereiken / waar wil je naartoe? (dit moment ligt in de toekomst)

Als je Missie en Visie gaat zien als een reis:
Visie: Stip op de horizon (de eindbestemming)
Missie: De weg ernaartoe

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Missie is waar je voor gaat
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quizvraag

Aantekening
Mission Statement is dat je officieel in documenten opschrijft wat je missie is. Dit kan ook door het te publiceren op de website. Je hebt dus een duidelijk reden waarom je iets doet

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

SMART-doelstelling
Specifiek: Wat wil je?
Meetbaar: Je doel moet meetbaar zijn aan het einde. Verwerk een getal in je doelstelling
Acceptabel: Iedereen die je dit doel oplegt moet dit accepteren.
Realistisch: Het doel moet mogelijk zijn.
Tijdgebonden: Dat datum dat je controleert of jij je doelstelling hebt behaald.

Slide 7 - Tekstslide

SMART doel: Ik wil afvallen
A
Goed geformuleerd
B
Fout geformuleerd

Slide 8 - Quizvraag

SMART doel: Ik wil 5 kilo afvallen
A
Goed geformuleerd
B
Fout geformuleerd

Slide 9 - Quizvraag

SMART doel: Ik wil 5 kilo afvallen in 10 weken
A
Goed geformuleerd
B
Fout geformuleerd

Slide 10 - Quizvraag

SMART doel: Ik wil op 26 augustus 2023 .... kilo wegen. Als ik dat haal ben ik 5 kilo afgevallen.
A
Goed geformuleerd
B
Fout geformuleerd

Slide 11 - Quizvraag

Aantekening
Bij een SMART-geformuleerd doel MOET je heel concreet zijn. Je moet een meetpunt hebben in de toekomst waarop je heel concreet de vraag kunt stellen: Heb ik het gehaald? Het antwoord is dan: Ja of Nee. Een beetje of deels bestaat niet!

Voorbeeld: Je bent op 26 aug. net geen 5 kilo afgevallen maar wel 4,8. Dan heb je alsnog je doelstelling niet behaald.

Slide 12 - Tekstslide

Bedenk zelf een SMART-geformuleerd doel

Slide 13 - Open vraag

Waar denk je aan bij het begrip 'Business Definition'?

Slide 14 - Woordweb

Aantekening
Business Definition is op wie het bedrijf zich richt. Het gaat dus om een specifieke doelgroep of soort mensen.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een SBU?
A
Speciale Bedrijfs Unit
B
Strategie Business Unit

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Link

Wat doet iemand die 'content' maakt?

Slide 18 - Woordweb

Aantekening
Content = Inhoud. Als iemand content maakt voor op een website, is iemand specifiek bezig met tekst en verder inhoud zoals afbeeldingen en/of filmpjes.

Contentmanager = Heeft de taak om bezig te zijn met alle content van de marketingactiviteiten op internet.

Slide 19 - Tekstslide

Wat vind je van deze manier van lesgeven?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Geef jezelf een cijfer voor je inzet deze les
010

Slide 21 - Poll

Slide 22 - Tekstslide

Perceptie (waarneming):
1. Exposure (blootstelling: Zien)
2. Aandacht (vanuit je hersenen)
3. Begrip (je denkt er dieper overna)

Slide 23 - Tekstslide

BCG-matrix

Slide 24 - Tekstslide

Begrippen
Customization: Een product maken/aanpassen aan de wensen van de klant 'custom'. Je gaat het dan personaliseren.
Co-creatie: Meerdere bedrijven werken samen om een nieuw product te ontwikkelen.
Integratie: Er wordt iets nieuws ingevoerd waar je mee moet werken.
Co-branding: Meerdere bedrijven bedrijven werken samen voor een bepaald merk 'brand'

Slide 25 - Tekstslide

Wat is continuĂŻteit?

Slide 26 - Woordweb

Waarom is continuĂŻteit belangrijker dan winst?

Slide 27 - Open vraag

Wat is een non-profit organisatie?
A
Ze profiteren niet van voordelen zoals toeslagen
B
Ze zijn niet gericht op het maken van winst
C
Ze hoeven geen belasting af te dragen (Tax Free)
D
Organisatie die niet profiteert van marktvoordelen

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een 'core business'?

Slide 29 - Open vraag

Groeistrategieën van Ansoff

Slide 30 - Tekstslide

Huidige
concurrenten 

Slide 31 - Tekstslide

Wat doet een bedrijf als ze gaan segmenteren?

Slide 32 - Woordweb